apr 25

Het thema Do-it-Yourself Learning / DIY Learning / zelfgeorganiseerd leren wordt volgens Hans de Zwart en mij steeds relevanter. Professionals leren steeds meer tijdens het werken en het ontwikkelen van uitgebreide curricula is steeds minder relevant en levert door traagheid steeds minder waarde voor een organisatie. We moeten het leren voor professionals op een andere manier ontwerpen en organiseren. Hans en ik geloven in de kracht van DIY Learning en de kracht van autonome lerende professionals.

_ls

 

DIY Learning: De Leersafari wordt geboren

Een paar jaar geleden verzorgden Hans en ik de eerste workshop rondom dit thema bij Learning 2012 van Elliott Masie in Orlando. Vorig jaar volgden workshops en expertsessies bij zowel Elliott Masie als het e-Learning Event in Nederland. De website die Hans en ik voor deze workshops hebben ingericht vind je hier: http://doityourselflearning.wordpress.com/

Nu werd het tijd om niet alleen te denken en praten over DIY Learning maar om te doen. Ank Dierckx, Hans de Zwart en ik besloten een leerervaring te ontwerpen voor een kleine groep e-Learning professionals tijdens het Next Learning Event 2014 op 16 april in ’s-Hertogenbosch. Gedurende een dag ging deze groep deelnemers op pad om op een alternatieve en actieve manier te leren tijdens het event. Geen alternatieve inhoud maar een DIY manier van leren. De Leersafari was een naam die paste bij deze ontdekkingstocht en reis.

 

De 5 DIY Learning principes toegepast op het ontwerp

Bij de Leersafari ontwerpen we niet de content maar ontwerpen we het leerproces. De vijf principes van DIY Learning hebben we in ons ontwerp toegepast:

  1. Devolve responsibility
  2. Be open
  3. Design experiences
  4. Provide scaffolding
  5. Stimulate reflection

5principes

Ad 1. [Devolve responsibility]

We hebben nadrukkelijk de verantwoordelijkheid bij de deelnemers gelegd. Zij maakten de keuzes wat en hoe ze dingen precies gingen doen en bij twijfel hebben ze in gesprek met ons besluiten genomen. De deelnemers gingen samen op pad, zonder reisleiders die continue bijsturen.

Ad 2. [Be open]

We hebben zoveel mogelijk leeractiviteiten ingepast waarbij contact met anderen werd gezocht. Resultaten van de opdrachten werden direct op de site Leersafari.nl geplaatst en alle materialen zijn gepubliceerd onder Creative Commons licentie. We hebben Willy de Jong (van Océ) gevraagd om het proces te bekijken en zijn mening hierover te geven.

Ad 3. [Design experiences]

We hebben in ervaringen gedacht. De opdrachten (13 stuks, zie http://www.leersafari.nl/safari-trips/) ondersteunde het leerproces en bevatten geen inhoud maar puur processtappen.  We kunnen dezelfde opdrachten en aanpak kopiëren en gebruiken bij een congres over medische apparatuur of wegenbouw.

Ad 4. [Provide scaffolding]

De naamkaartjes en opdrachten liggen klaar.

De naamkaartjes en opdrachten liggen klaar.

DIY Learning is niet hetzelfde als iedereen het zelf laten uitzoeken. Door de opdrachten wordt er richting gegeven aan  de ervaring en worden deelnemers ondersteund. Daarnaast bieden Hans en ik ondersteuning op het basecamp, we verzamelen en publiceren bijvoorbeeld de materialen die de deelnemers maken. Zij kunnen zich richten op het proces, we pakken de afleidende klussen op.

Ad 5. [Stimulate reflection]

In de opdrachten zat steevast reflectie ingebouwd. Bijna elke opdracht had een tastbaar resultaat aan het einde. Veelal in de vorm van een verslag, foto, video etc. voor op de website.  Aan het einde van de dag werd er onder begeleiding van de dagvoorzitter op het podium gereflecteerd op de Leersafari en na de dag hebben we deelnemers gevraagd om expliciet te reflecteren op de leerervaring en dit te delen in een blogpost. Gedurende de dag werd er spontaan op het basecamp de hele tijd met elkaar, met ons en met bezoekers gereflecteerd op het proces.

Is ontwerpen voor DIY Learning arbeidsintensief?

Dit valt reuze mee. En dit komt vooral omdat je een leerervaring ontwerpt en NIET de content. Het leerproces zet je op. Hoe hebben we het aangepakt?

  1. Onder het genot van een etentje hebben Ank Dierckx, Hans de Zwart en ik de contouren en de naam van de Leersafari bedacht.  Dit was ruim een half jaar voor het event.
  2. Een week voor het event hebben Hans de Zwart en ik nogmaals een etentje georganiseerd waarin we concreet de opdrachten hebben geformuleerd.
  3. In dezelfde week heb ik bij Xynta voor minder dan € 40 een hostingpakket besteld en binnen een paar uur had ik een WordPress blog geïnstalleerd en ingericht.
  4. De deelnemers heb ik aangeschreven en gevraagd een korte introductietekst te schrijven. Een paar uur ben ik bezig geweest om dit te verwerken op de site.
  5. Een dagdeel ben ik toen aan de slag gegaan om de laatste puntjes op de i te zetten. Ik heb opdrachten geplastificeerd, naamkaartjes gemaakt en de site bijgewerkt met alle informatie.

Conclusie

Vooraf waren zowel deelnemers als ikzelf enigszins gespannen. Op het moment dat je als ontwerper vrijheid geeft aan de lerenden om met jou de leerervaring vorm te geven weet je niet wat het proces je gaat brengen. Het is onvoorspelbaar. Met aandacht en passie hadden we het ontwerp gemaakt maar dan gebeurt het.

basecamp2

Het Leersafari basecamp

Al binnen een uur was ik totaal gerustgesteld en was de ervaring voor mij geslaagd. Vol verhalen om te delen kwamen de deelnemers terug naar het basecamp. Ze gaven aan wat ze hadden geleerd, vertelden dat ze hun eigen leerproces centraal durfden te stellen, dat het pittig en heftig was, dat het veel bracht en dat het echt een belevenis was. Voor iedereen was het een hele actieve en intensieve manier om te leren.

Deze manier van leren is niet voor iedereen geschikt. Sommigen hadden moeite tijdens de dag om alles te managen en 1 deelnemer besloot dat het even te heftig was, er kwamen teveel zaken samen. Gelukkig kun je ook of juist extra van een safari genieten als je jezelf de rust gunt om even alles los te laten. Ook dat is een leerpunt. Volgens mij heb je als deelnemer wel wat vaardigheden nodig maar vooral aandacht, durf, vertrouwen in jezelf en energie. De regie hebben en de hoge mate waarin je actief bent is een omschakeling.

Voor mij persoonlijk was het een bewijs dat professionals meer kunnen leren als de verantwoordelijkheid en de actie bij hen ligt. Het ontwerpen, faciliteren en het ondersteunen van het leerproces is een mooie rol. Als ontwerper ben ik meer en meer overtuigd van de nieuwe richting die we met e-Learning moeten inslaan. Weg van de passieve consumptie van zelfstudiemodules naar een actieve vorm van leren waarbij een echte leerbeleving ontstaat. Door het vertrouwen te geven aan de lerenden en de regie los te laten ontstaat een energie en een rendement dat ervan af spat. Dat is gaaf en genieten. Dat is leren waarin je iets beleeft, krachtig leren met een ziel!

Dank aan SBO voor het vertrouwen in dit experiment en in ons en voor de geweldige aankleding van het basecamp! Dank aan de moedige en enthousiaste deelnemers en speciale dank aan mede-ontwerpers Hans en Ank!

Reflecties van deelnemers en andere reisleiders vind je op de site Leersafari.nl.

Tagged with:
jan 16

Michiel Louweret is een vooruitstrevend trainer en adviseur van louweret & partners bv die voor mijn gevoel een vernieuwende aanpak heeft waarbij sociaal leren een belangrijke rol heeft. Ik ben bij de Gemeente ‘s-Hertogenbosch gaan praten met Frieke Hazendonk (werkzaam bij de Gemeente) en Michiel Louweret. In de video vertellen Frieke en Michiel hoe de gemeente bewust heeft gekozen voor een andere benadering van leren. Bij de gemeente ’s-Hertogenbosch zijn ICT-professionals zelf verantwoordelijk voor hun ontwikkeling en dit concept is gebaseerd op social learning.

Ik stel de volgende vragen:

  1. Met wie zit ik hier aan tafel?
  2. Hoe ziet het professionaliseringstraject van de Gemeente ‘s-Hertogenbosch eruit?
  3. Wat was de inhoud, wat moest er geleerd worden?
  4. Welke activiteiten zitten er in het leertraject?
  5. Hoe slaat het sociale leren aan? Wat zijn de voordelen of hebben mensen er moeite mee?
  6. Hoe hebben jullie de groep lerenden samengesteld?
  7. Jullie leggen veel verantwoordelijkheid bij lerenden. Past dit bij een specifieke lerende, cursusinhoud of organisatie?
  8. Wat heeft het de Gemeente ‘s-Hertogenbosch opgebracht en zou je weer voor zo’n spannend concept kiezen?
  9. Hebben jullie nog een laatste tip voor andere organisaties?

Tagged with:
okt 21

 

e-Learning is een commodity geworden. Overal en op veel manieren kun je leren via e-Learning. Dit is een oproep om met meer inspirerende, goede e-Learning te komen. e-Learning die je raakt, e-Learning met een ziel.

Memorabele leerervaring?

Iedereen heeft wel een docent waar je met veel plezier aan terugdenkt. Iemand die je heeft geraakt, iemand die je liefde voor een vak heeft bijgebracht, iemand die je persoonlijk verder heeft geholpen. In trainingen en opleidingen vraag ik vaak aan mensen om hun ogen dicht te doen en een leerervaring terug te halen die memorabel was. Daar komen fantastische verhalen uit waarin mensen hun eigen grenzen verkennen, een raak verhaal horen, zelf actief zijn, etc. Al honderden mensen heb ik laten analyseren wat deze leerervaring nu memorabel maakt. Nog nooit heb ik gehoord dat iemand een e-Learning ervaring inbrengt. Waarom niet?

Content is niet hetzelfde als leren

Ruth Colvin Clark zegt in haar prima boek ‘Evidence-based Training Methods’ het volgende:

_blog2

Ze bedoelt hiermee dat simpelweg het beschikbaar stellen van inhoud nog niets zegt over het leren en het leerrendement.

Veel e-Learning is gebaseerd op het idee dat je een professional door content laat klikken. Aan het eind volgt de toets en/of casus. Er komt een prachtig vinkje in het learning management systeem en het leren is afgerond. Volgens mij wordt de visie op leren die hier bij hoort prima gevisualiseerd in deze tekening van Jean-Marc Côté (uit 1899):

learningmachine-Postcard from the World’s Fair in Paris-Circa 1899 A Futuristic Image of Learning At School in the Year 2000 Image Source via Wikimedia Commons

 

Alternatieven?

_blog1Hoe kan het dat e-Learning soms zo weinig verschil maakt? Het lijkt wel of de experts die bij het ontwikkeltraject zijn betrokken alleen opnoemen wat de inhoud is. Terwijl deze inhoudsdeskundigen op andere momenten (bijvoorbeeld in een klassikale les, een workshop of een presentatie) vol vuur de lerenden inspireren! Het lijkt alsof er in het ontwikkelproces veel verloren gaat.

Volgens mij moeten we als onderwijskundig e-Learning ontwerpers niet denken in content maar in leeractiviteiten. Learning Design is dan de kern. Hierbij ontwerp je het leertraject en probeer je op een afwisselende manier de lerende te activeren. We herdefiniëren dan ook de rol van lerende. Die heeft niet enkel de rol van consument van content maar heeft een actieve rol. Hij wordt betrokken bij het leerproces en beleeft de leeractiviteit. In mijn woorden: de lerende krijgt een krachtige leerbeleving.

IDEO (beroemd ontwerpbureau) heeft een mooie ontwerpmethodiek toegepast op het ontwerpen van leren. Hun Design Thinking for Educators Toolkit bevat vele mooie handvatten om anders te ontwerpen. Een paar pdf’s helpen je snel op weg.

Verder doe ik inspiratie en goede ideeën op met boeken zoals:

Hoe geef jij e-Learning een ziel?

Graag hoor ik op welke manieren jij ervoor zorgt dat ook e-Learning de vonk kan overbrengen? Hoe ontwerp jij? Geef een reactie met jouw tip/idee/boek/inspiratie! 

Ter inspiratie een uitspraak van Butler Yeats die ik op de wand bij TinQwise tegenkwam:

_blog3

 

Tagged with:
jun 28

De Fontys post hbo-opleiding e-Learning 2012-2013 is onlangs afgerond. Een aantal van de werkstukken worden na de zomervakantie gedeeld. Behalve een papieren certificaat van Fontys hebben de geslaagde deelnemers een Open Badge ontvangen. In deze blogpost leg ik hier iets meer over uit.

Over het open source initiatief Open Badges van Mozilla schreef ik al eerder een blogpost. Ik denk dat deze ontwikkeling samen met Tin Can onze manier waarop we met e-Learning omgaan echt verandert.

Moodle 2.5 biedt Open Badge functionaliteit

BadgeFontys2013Sinds versie 2.5 kan Moodle zowel Open Badges ‘uitgeven/toekennen’ als een verzamelplek vormen voor badges die buiten Moodle worden toegekend aan deelnemers. Deze badges kan iedere gebruiker ook downloaden en op een andere plek neerzetten zoals backpack van Mozilla. Aan de grafische badges zit ook de metadata vast zoals de naam van de toekenner en de criteria waaraan de ontvanger heeft voldaan.

De stappen voor het maken, toekennen en ontvangen van een open badge worden hieronder toegelicht. Ik heb het via Moodle gedaan maar als je een open badge via een ander platform uitlevert is het principe hetzelfde.

1. Maken van een open badge

Het maken van een badge kan met ieder grafisch pakket. Ik heb het gedaan via een gratis te gebruiken website voor het maken van badges, zie Openbadges.me. Je hebt verschillende grafische elementen tot je beschikking die je kunt aanpassen. Daarna download je het grafische bestand.

_OB2_620

Schermafdruk Openbadges.me om een grafische badge te maken.

2. Opnemen van een open badge in Moodle

Binnen Moodle upload je de open badges en vult de details in. Je vult o.a. in:

  • Naam
  • Omschrijving (vaak van de leeractiviteit)
  • Naam van uitgever
  • Mail van uitgever
  • Houdbaarheidsdatum (badges kunnen verlopen op bepaalde datum of x dagen na uitreiking)
  • Criteria uitgifte (wie mag het uitgeven en als je geautomatiseerd uitlevert dan geef je op waaraan moet worden voldaan)
  • Bericht dat naar de ontvangers wordt gestuurd

_ob3_620

Plek in Moodle waar je alle metadata invult en de criteria waaraan moet worden voldaan om de badge te verdienen.

3. Toekennen van open badge aan deelnemers

Deelnemers kun je koppelen aan badges op een gautomatiseerde manier binnen Moodle of handmatig. Je kunt geautomatiseerd een badge toekennen door aan te geven dat deelnemers een badge ontvangen als ze een activiteit of een cursus voltooien. Handmatig kan ook, dan voeg je uit de deelnemers van een cursus de mensen toe die de badge moeten ontvangen.

4. Deelnemers ontvangen de open badge

Deelnemers ontvangen een mail zodra de open badges is toegekend. Ze kunnen vanuit de mail doorklikken en de badge is ook direct zichtbaar binnen de Moodle leeromgeving.

_ob1_620

Mail die deelnemer ontvangt met de open badge.

5. Bekijken van de open badge

_ob4_150Binnen de Moodle omgeving kun je een blok aanmaken waardoor deelnemers direct op de cursuspagina al hun laatste open badges zien. Het blok kun je minimaal configureren maar natuurlijk neerzetten waar je wil. Als je doorklikt op de badge vanuit het blok of vanuit een link in de e-mail dan zie je de pagina met metadata. Op die plek kan een deelnemer ook de badge downloaden. Niet alleen het grafische bestand wordt dan gedownload maar ook de bijbehorende metadata. Dit bestand kan weer worden neergezet op andere plekken waaronder Mozilla Backpack.

_ob5_620

Weergave details van open badge in Moodle

6. Uploaden van open badge in Mozilla Backpack

Als deelnemers niet alleen hun badge willen tonen in hun leeromgeving maar ook op een andere plek dan kan de badge daar geupload worden. Hiervoor maak je een gratis account aan bij Mozilla Backpack. Vervolgens upload je de open badge en alle metadata etc. wordt getoond. Een bezoeker kan doorklikken en ziet dan alle gegevens als jij de badge deelt.

_ob6_620

Open badges is geupload in Mozilla backpack en kan worden gedeeld 

 

Tagged with:
mei 27

Gedurende 6 weken heb ik deelgenomen aan de MOOC van Penn University of Pennsylvania in de omgeving Coursera. Bij deze een videoreview.

De MOOC (zie voor uitleg wikipedia) begon op 1 april 2013 en bestond uit 6 intensieve weken waarbij van de lerenden een studie van 4-6 uur per week werd verwacht. Op 22 mei 2013 heb ik met succes dit studietraject afgerond.

_mooc600LB

Veel afvallers

Bij de start van de MOOC waren 62.373 mensen die zich in hadden geschreven waarvan 5.592 studenten de eindstreep hebben gehaald. Dit percentage afvallers is niet uitzonderlijk bij MOOC’s. Het is een pittige investering in tijd naast je dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast is het een redelijk traditioneel didactisch model waarbij veel zelfstudie gebruikt wordt. Niet iedereen wordt voldoende gestimuleerd en heeft de benodigde studievaardigheden. Je moet jezelf motiveren.

Mijn indruk

Met veel plezier heb ik deelgenomen aan dit traject. Je kunt pas echt oordelen over een concept als je het zelf doet.

Mijn bevindingen in een notendop (de rest vind je in de video):

  • Didactisch is de aanpak traditioneel en erg te vergelijken met colleges. Uren video met uitleg van een docent.
  • Assignments (ontwerpopdrachten) met peerfeedback werkte erg goed voor mij. Prettig om andere ontwerpen te kunnen zien en prettig om van een echt mens feedback te krijgen op je eigen ontwerp.
  • Meerkeuzetoetsen waren prima maar werken voor mij niet erg stimulerend.
  • Studiebelasting is hoog. Mijn redding was de mogelijkheid om de video’s tot 2 keer de originele snelheid af te spelen. Hele fijne functionaliteit.
  • Systeem werkt goed. Je ziet erg goed waar je in het proces zit, waar de deadlines zitten en het systeem van peer feedback werkt erg fijn.
  • Signature track (met daarbijbehorende certifcaat) is mooie optie maar voor mij niet waardevol. Mij maakt het niet uit wat er op het certifcaat staat.

 

En ja….ook nog een certificaat (geen Open Badge btw!)

_mooc600

Tagged with:
feb 21

In het supergoede boek ‘Presentation Zen’ stond de gouden tip om een presentatieprogramma als PowerPoint pas op te starten als je de hele presentatie al op papier had ontworpen. Deze gouden regel geldt ook voor een goed e-Learning ontwerp: start op papier!

Een ontwerp is meer dan knopjes klikken

De neiging is sterk om bij het ontwikkelen van e-Learning direct een tool op te starten. Een auteursomgeving als Lectora of Storyline als je een webbased training wil maken, een leeromgeving als aNewSpring of N@tschool of blogging software zoals WordPress.

De tools worden steeds gebruiksvriendelijker, krachtiger en verleiden om direct met ontwikkelen te beginnen. Dit levert vaak een verschrikkelijk resultaat op. Het ontwerp is nog steeds de basis van een goede e-Learning leerervaring. Nu hoeft er niet direct een ISD-model zoals ADDIE gebruikt te worden maar de tijd nemen om een krachtig ontwerp te maken dat meer rendement oplevert én kosten bespaart in latere fases is essentieel.

Start met papier

Om niet direct de software op te starten maar eerst goed na te denken over het ontwerp is het handig om eerst op papier elementen van het ontwerp uit te werken. Twee voorbeelden die volgens mij goed werken:

  1. Een ontwerp voor een cursus maken met de Moodle Cursus Ontwerp Model van Avetica.
  2. Een ontwerp maken voor een Coachingstraject in de SBO Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper.

1. Ontwerpen met het Moodle Cursus Ontwerp Model

Avetica is een dienstverlener op het gebied van Moodle. Ze hebben een methodiek bestaande uit een set kaartjes uitgebracht onder Creative Commons licentie waarmee je op papier eerst een ontwerp maakt. Er zijn verschillende soorten kaartjes met verschillende kleuren. Hieronder is de indeling verbeeld.

_kleurenMoodle

De ontwerper gaat met nog een uitgebreide instructie met een interne klant in gesprek om zo de wensen en eisen helder te krijgen. De kaartjes worden uitgeknipt, ingevuld en worden gestructureerd. Op papier is het eenvoudig om het ontwerp aan te passen of om de volgorde te veranderen. Door de kleuren wordt het direct inzichtelijk als er een eenzijdig ontwerp is gemaakt.

Via ‘Pay with a Tweet’ is het materiaal te downloaden.

2. Ontwerp een leertraject ‘coaching’

Bij de Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper van SBO ben ik al jaren hoofddocent. Tijdens de eerste dag is Jeroen Krouwels van PAT Learning Solutions een gewaardeerde gastdocent en hij neemt de deelnemers mee in een ontwerptraject. In groepjes gaan mensen aan de slag om met behulp van papieren materialen in een paar uur een ontwerp te maken voor een leertraject ‘coaching’. Met scharen, stiften, plakband maar vooral met de nodige energie en creativiteit werken de groepen zich door de opdracht heen. Geen afleidende vastlopers, geen focus op de kleur van een template, geen batterijen die op zijn. Er worden fantastische resultaten bereikt zonder dat we worden afgeleid. Jeroen doet dit soort sessies ook met klanten, daarvoor zijn de papieren hulpmiddelen ook ontwikkeld.

Een impressie van deze ambachtelijke ontwerpsessie:

 

Pak dus vaker pen, papier en scharen bij het ontwerpen van e-Learning en denk vrij zonder beeldscherm!

Tagged with:
nov 09

Dinsdag was een lange dag bij Learning 2011. Een dag vol Storytelling met als klapstuk een interview met acteur John Lithgow én een theaterstuk van hem over Storytelling (zie info over hem op IMDb). Om 8.00 uur ’s morgens begon de eerste sessie. Iedereen had de mogelijkheid om daarvoor een bagel te nemen, een bord met fruit of een grote beker niet al te sterke koffie. Een van de opvallende en aantrekkelijke elementen van Learning 2011 is de professionaliteit waarmee de conferentie georganiseerd is. Op alle details is gelet en alles klopt. Dat zorgt ervoor dat je als deelnemer je helemaal op de inhoud kan richten.

Motivatie als voorwaarde voor (e)leren

De eerste sessie waar ik voor koos was er een rondom het thema Adult Motivation. Raymond Wlodkowski, auteur van het boek ‘Enhancing Adult Motivation to Learn‘ (zie Amazon) gaf samen met Margery Ginsberg (auteur van diverse boeken over motivatie, zie haar pagina bij de universiteit) een interessante uitleg en demonstratie van motiverende manieren van onderwijs. De sessie ging niet primair over e-Learning maar zoals Dr. Wlodkowski aangaf is ook voor online leren motivatie nodig om tot echt leren te komen. Hij heeft een model gepresenteerd waarbij mensen intrinsiek gemotiveerd worden. De opmerking dat extrinsieke motivatie wel werkt maar niet duurzaam is, klinkt logisch.

Het was een zwaar onderwijskundige sessie en dat was ook wel goed. Goed om eerst naar de basis te kijken, ook als we het over iets ‘snels’ als e-Learning hebben. Het model dat de twee gebruikte als kapstok had 4 elementen die voorwaardelijk zijn voordat geleerd kan worden:

  1. Inclusion (voel je gerespecteerd en verbonden);
  2. Attitude (open staan voor leren en relevantie);
  3. Meaning (betrokkenheid en uitdaging);
  4. Competence (authentiek en effectief).

Geen rocket-science maar ik denk dat het goed is om af te stoppen met twitteren, bekend onderzoek nog eens door te lezen en onze onderwijspet/bril op te zetten. Wlodkowski en Ginsberg lieten met voorbeelden zien hoe eenvoudig het is om mensen echt te motiveren (ook als ze geen zin hebben). Daar kunnen we nog heel wat van profiteren als de zoveelste verplichte e-Learning module gemaakt wordt.

We hebben technologische popsterren nodig!

Dean Kamen begon de generale sessie met een video over Science. Deze uitvinder (wie kent niet de Segway?) stimuleert kinderen te kiezen voor wetenschap en technologie. Hij wil dat dit net de status krijgt van entertainment of sport. Kinderen moeten zien hoe gaaf en belangrijk dit is.

Het verhaal van Dean was ontroerend en goed. Hij vertelde hoe hij tot zijn passie was gekomen (school was niets en hij begon in een garage technische installaties te bouwen en verkopen). Vol vuur gaf hij aan dat het te gek is dat mensen in de US alleen maar leven voor sport en entertainment. Dat je zelfs de Superbowl niet meer als sport kunt zien, zo belangrijk is het. Hij wil de wetenschap net zo aantrekkelijk maken voor jonge mensen. Vandaar dat hij de stichting FIRST is begonnen.

Het ontroerende zat in moment dat hij vertelde over een project waarbij hij voor veteranen die zonder arm(en) terugkwamen een geavanceerde kunstarm had gemaakt. Ministerie van defensie had hem gevraagd een arm te maken waarmee mensen zelfs een druif konden oppakken en opeten. Door de manier van vertellen, de inzet van technologie voor een beter leven en door de getoonde foto’s ontstond een aparte sfeer en raakte Dean mensen. Toen ze het prototype van de robotarm bij een veteraan zonder armen uitprobeerde, kon deze man (Chuck) weer voor het eerst sinds lange tijd zelf eten in zijn mond stoppen. Zijn vrouw werd helemaal emotioneel en had gezegd: “Wij houden deze arm óf jullie houden Chuck”. Met de presentatie van Dean werd weer duidelijk wat de kracht van storytelling is.

Learning Manifesto van Ikea

Al eerder was ik erg onder de indruk van Ikea, lees nog maar eens mijn oudere blogpost met een interview met Maggie Shelton en een andere met een uitleg over storytelling binnen Ikea. Nu presenteerde Maggie met haar collega Detlev Blenk hoe ze in hun instructional designteam een Learning Manifesto hebben gemaakt (voor alle vormen van leren). Misschien is Manifesto een wat groot woord, het is een aantal uitgangspunten die in elk ontwerp terug zouden moeten komen. Ikea gaf aan dat dit een moeizaam proces was waarbij ze met 5 instructional designers goede discussies hebben gevoerd maar dat het een uiterst effectieve manier is om binnen het team gemeenschappelijk begrip en vertrouwen te creëren. Verder zorgt een gemeenschappelijk manifest ervoor dat de collega’s uit o.a. de business maar ook grafisch ontwerpers, filmers etc. beter snappen wat de uitgangspunten zijn vanuit leren. Ik kan dit erg goed op waarde schatten want ik zie vaak ontwerpers in 1 team die geen gemeenschappelijke taal spreken en bij navraag andere ideeën en uitgangspunten te gebruiken dan hun collega’s.

De onderdelen die op 1 A4-tje staan beschreven (en helaas niet in fotovorm verspreid mogen worden) zijn:

  • Active
  • Simple
  • Portable
  • Scalable
  • Varied
  • Fresh
  • Relevant
  • Transferable

Bij elk element staat dan beschreven wat er mee bedoeld wordt en Waarom dit belangrijk is. Op de vraag hoe ze dit ontwerp laten aansluiten op de content gaven ze het antwoord: We maken eerst vanuit de businessneeds een ontwerp en pas daarna gaan we de content in het ontwerp verwerken. De content bepaalt dus NIET hoe het didactisch/onderwijskundig ontwerp eruit ziet. Goed!

John Lithgow is een verhalenverteller

John Lithgow heeft vandaag twee keer ons vermaakt rondom het thema storytelling.
’s Middags legde Elliott hem een paar vragen voor en ’s avonds speelde hij ‘Stories by Heart’. In het interview over de kracht van storytelling gaf hij aan wat een verhaal goed maakt:

  • karakters maken een reis en dat vertelt ons niet alleen iets over hen maar ook over ons;
  • dualiteit: als slechte mensen opeens goede dingen kunnen doen of andersom dan krijgt een verhaal spanning;
  • er hangt een spanning in de lucht. Jij weet bijvoorbeeld iets dat de karakters niet weten;
  • wekt nieuwsgierigheid op van kijkers/luisteraars.

Hij sloot af met een uitspraak: “A good story takes you out of yourself and takes you more into yourself as ever“.

Tagged with:
jan 02

Opleiding & Ontwikkeling is het vakblad voor HRD-professionals. In het decembernummer is een artikel van mij geplaatst over Moodle. Dit is een introductieartikel en voor iedereen die overweegt om de open source leeromgeving Moodle in te zetten wellicht interessant om te lezen.

De titel is ‘Hoe smaakt Moodle?‘ en in het artikel wordt ingegaan op de vraag wat Moodle is en wat Moodle kan betekenen voor u en uw organisatie. Er worden praktische voorbeelden en een aantal implementatietips gegeven. Er wordt duidelijk besproken wat de kenmerken zijn van open source software en de didactische mogelijkheden komen aan bod.

Download het artikel ‘Hoe smaakt Moodle?’ (PDF, 283 KB), reacties zijn altijd welkom!

Update: Op Moodlefacts.nl is een blogpost over dit artikel verschenen.

Tagged with:
jul 11

Op sommige momenten is het goed om terug te kijken. Vandaag heb ik mijn 10.000ste  twitterbericht geschreven en is het tijd om de waarde die Twitter heeft voor mij te duiden. Zowel op persoonlijk als professioneel vlak. Ook de positie die Twitter inneemt in de e-Learning wereld belicht ik.

Hoe gebruik ik twitter?

Ruim twee jaar geleden ben ik gestart met Twitter. Ik had Erwin Blom (@erwblo) uitgenodigd om bij Stoas te komen vertellen over social media. Hoewel ik sceptisch was heeft Erwin me door zijn praktische, authentieke en prikkelende verhaal overtuigd om het ook eens te proberen. Ik merkte direct dat je Twitter moeilijk uit kunt leggen (hoewel CommonCraft een goede poging waagt). De dynamiek en waarde wordt pas duidelijk als je een tijdje bezig bent en flink wat mensen volgt en gevolgd wordt. Momenteel volg ik zelf 622 mensen en 836 mensen volgen mij. Natuurlijk lees ik niet alle berichten van deze mensen maar pik er af en toe wat dingen uit. Alle reacties lees ik wel en ook alle DM’s (persoonlijke berichten die niet openbaar zijn).

Ik gebruik Twitter vooral via het programma Echofon. Een simpele maar handige manier om berichten te versturen en te lezen. Echofon heeft een prima iPhone app en een fijne add-on voor FireFox. De iPhone app heeft pushberichten dus als iemand mij een antwoord stuurt of een persoonlijk bericht dan hoor ik een signaal. Voordat ik mijn iPhone had maakte ik veel minder gebruik van Twitter omdat je dan aan je computer bent gebonden en het bijna-synchrone karakter vraagt om snelle reacties.

Als ik kijk naar onderstaande grafiek (dank aan de site TweetStats) dan zie ik dat het weekend iets minder Twitteractiviteit laat zien, de maandag scoort het hoogste. Dit is de dag dat ik (officieel) niet aan het werk ben.

Als ik kijk naar de momenten waarop ik Twitter dan ligt de nadruk op de avond. Dit is het moment dat ik vaak wat vakliteratuur lees of me online wat aan het verdiepen ben. Tijdens de ‘officiële’ werkuren ben ik wat minder actief.

Verder gebruik ik nog een paar applicaties en diensten die een relatie hebben met Twitter. Zo gebruik ik TweetDeck als ik bij congressen zit om specifieke aanwezigen eenvoudig te volgen en om alle tweets van dat congres te verzamelen. Als ik onderweg foto’s maak die ik wil integreren in mijn tweets dan gebruik ik Mobypicture. Je maakt een foto, typt een bericht en dit resulteert in zowel de upload naar de Mobypicture pagina als een tweet met de link hiernaar toe. Als ik muziek afspeel bij Blip.fm kan ik ook dat nummer rondtwitteren.

Persoonlijk of professioneel?

Bij de mensen die ik volg zitten puur zakelijke contacten die ervoor kiezen om alleen over hun vakgebied te twitteren en er zitten mensen bij die ook of vooral over persoonlijke zaken berichten. Ik vind het interessant om de mens achter de professional te zien. De meeste mensen die ik volg hebben te maken met onderwijs, e-Learning of nieuwe media. Daar ligt ook mijn primaire doel. Hoewel ik ook over persoonlijke dingen af en toe twitter, vind ik het prettiger en relevanter om over e-Learning, nieuwe media of fotograferen te twitteren. Als iets me teveel persoonlijk raakt of bezighoudt dan deel ik dit niet via twitter. Daar is het te massaal voor.

Wat win ik ermee?

Dit is de hamvraag. Wat win ik met Twitter?

  • Met Twitter ben ik in staat om mijn vakgebied goed bij te houden. Samen met mijn RSS-feeds van edublogs en tijdschriften en boeken vormt twitter een manier om dit effectief te doen. Twitter begint hierin steeds belangrijker te worden.
  • Met Twitter en met mijn blog ben ik zichtbaar  voor de markt. De meeste commerciële opdrachten krijg ik tot mijn verrassing via of dankzij deze twee kanalen.
  • Met behulp van Twitter bouw ik een ander netwerk op dan via de niet-digitale manieren. Het contact kan snel persoonlijk worden en het is een eenvoudige manier om contacten te onderhouden. Vaak resulteert een zakelijke Twittercommunicatie in fysieke afspraken of converseer je verder middels de telefoon.
  • Twitter (en met name directe, niet openbare berichten) hebben voor een deel mijn e-mail verkeer vervangen. Sneller, bondiger en handig.
  • De 140 karakters dwingen je om na te denken over de kern van een boodschap. Het is een uitdaging om een blogpost, website of artikel in 140 karakters te typeren.

Wat ik het meest waardevol vind is de bereidheid van anderen om je te helpen. Dit doet me denken aan de mensen die je in 1995 op het web tegenkwam. Een paar voorbeelden:

  • Contract
    Toen ik eens meldde dat ik twijfelde over de juridische status van een contract dat ik kreeg voorgelegd, reageerde een Tweep (iemand die twittert) en bood aan om door haar partner het contract te laten nakijken. Dit zorgde ervoor dat ik met haar aanwijzingen tot een beter contract kon komen.
  • Fotograferen
    Nog niet zolang geleden ben ik met passie begonnen aan het fotograferen. Via Twitter kreeg ik vele waardevolle adviezen (op maat!) over het kopen van een camera en een tijd later voor het kopen van een goede lens. Gerichte vragen werden snel beantwoord door experts op dit gebied.
  • Grafisch vormgevers nodig
    Voor een klant zocht ik grafisch vormgevers die aan een e-Learning module konden werken. Niet alleen kreeg ik een reactie van ZZP’ers die interesse hadden maar zeker zoveel mensen kwamen met een naam uit hun netwerk waar ze positieve ervaringen mee hadden.
  • Vraag om online enquêtetool
    Voor SeniorWeb zocht ik een goede online tool om enquêtes af te nemen. Op zaterdagochtend had ik (rond 7.30 uur) een vraag gesteld. Binnen een uur had ik zeker 5-7 bruikbare tools van de mensen uit mijn netwerk.

Bovenstaande vragen had ik natuurlijk ook via Google kunnen oplossen. Het verschil tussen Google en Twitter zit hem in 2 dingen: (1) Twitter bestaat uit mensen die ik ken en vertrouw. (2) Twitter praat terug en geeft context. Als ik op “Online enquêtetool” had gezocht met een zoekmachine had ik veel treffers gevonden. Met Twitter kreeg ik maar een paar treffers maar ik kon wel vragen aan de mensen waarom ze een tool waardeerden. En ze kende mijn situatie, ze snapte de context van mijn vraag. Zelf help ik ook regelmatig mensen verder en wordt het contact vervolgd per telefoon of met een fysieke bijeenkomst.

Verandert Twitter het leren?

Twitter heeft voor mij absoluut het leren verandert. Voor vele andere, frequente gebruikers, ook. In 2008 publiceerde ik in het blad Develop een artikel over de invloed van technologie op het leren (download de PDF). Mijn stelling was dat technologie vooral het informele leren sterk beïnvloedt. Hierin speelt Twitter een grote rol. De snelheid, het gemak en het bereik maken dat communicatie en het informele leren echt verandert. Tools als Twitter slagen erin om grenzen van organisaties te slechten. Je deelt informatie met andere professionals en dit gaat verder dan de professionals in je naaste fysieke werkomgeving. Dit zorgt voor bredere inzichten.

Twitter in het bedrijfleven?

Je kunt Twitter (of beter gezegd Microbloggen) volgens mij op 3 manieren inzetten:

  1. Met een bedrijftwitteraccount
    Moeilijk om een algemeen organisatie-account van goede kwaliteit te laten zijn. Zo’n bedrijfsaccount heeft vaak een erg lage frequentie van posten. Vaak is het account anoniem (je kent alleen de bedrijfsnaam) en is er veel sprake van eenrichtingsverkeer. Een bedrijf schrijft berichten. Soms volgen ze zelfs niemand of worden persberichten automatisch geplaatst op Twitter.
  2. Met individuele accounts van professionals
    De werknemers Twitteren op persoonlijke titel met de nadruk op hun professionele activiteiten. Dit zorgt voor authentieke, persoonlijke berichtgeving. De organisatie heeft dan geen grip op de berichten. Dit kan ook tegen de organisatieboodschappen ingaan en zo een tegengesteld effect veroorzaken.
  3. Met interne tool
    Binnen Noordhoff Uitgevers en binnen Stoas heb ik erg positieve ervaringen met Yammer. Met deze microblogging tool kun je berichten delen met enkel de mensen van je eigen organisatie of speciale groepen maken met bijvoorbeeld je toeleveranciers of grote klanten. Een erg prettige manier om snel van elkaars projecten op de hoogte te zijn, relevante informatie te delen of vragen te stellen. Als je meer zoekt dan het microbloggen dan  is een tool als Elgg heel goed te gebruiken.

En natuurlijk is het slim om automatisch te zoeken of iemand iets twittert over jouw project of organisatie. Zo kun je snel reageren als er wordt geklaagd of als iemand een mooie tip voor je heeft. Zo heeft de marketingmanager van MindMeister al een paar keer contact met me gezocht (zie mijn eerdere blogpost).

Wat is voor jou de waarde van Twitter?

Iedere tweep wil ik heel erg bedanken voor de inspiratie. Speciale dank naar een aantal voor mij speciale tweeps in willekeurige volgorde: @DieterM, @ranver, @Dagnespresso, @wrubens, @erwblo, @Helikon, @Bilsen, @siavogel, @mariekemove, @peterdevisser, @jvondermans, @mediafritswijs, @jeroencl, @PeterMcAllister, @robvdhoed, @mathiepe, @Sas2112, en natuurlijk last but not least @CarlaMondig en @florinablokland!

Tagged with:
feb 27

Jay Cross, de koning van het informele leren (zie ook zijn blog) biedt sinds kort ‘leeractiviteiten’ aan die ik volg. Ik weet niet zo goed hoe ik het anders moet noemen. Het is geen cursus maar een verzameling vragen die je automatisch krijgt voorgeschoteld. Cross maakt in deze gratis cursus gebruik van de website SpacedEd. Een mooie manier van leren.

De site SpacedEd is gebaseerd op Spaced Education. Zelf zeggen ze hierover:

Spaced education is a novel method of online education developed and rigorously investigated by Dr. B. Price Kerfoot (Associate Professor, Harvard Medical School). It is based upon two core psychology research findings: the spacing effect and the testing effect. In more than 10 randomized trials completed to date, spaced education has been found to:

  • Improve knowledge acquisition,
  • Increase long-term knowledge retention (out to 2 years),
  • Change behavior,
  • Boost learners’ abilities to accurately self-assess their knowledge.

Wikipedia schrijft over Spaced Learning het volgende:

Spaced learning is a teaching method in which the educational content is repeated three times, with two 10-minute breaks during which physical activity is performed by the students.

Wel wat apart dat het net een andere uitleg is met andere wetenschappers maar het gaat om het principe van herhaling. En dat is een nogal stabiele factor in ons begrip over leren, daar kunnen we iets bij voorstellen.

Vragen en feedback

Jay Cross is nu gestart met een reeks vragen rondom informeel leren. Met een interval (die zelf gekozen kan worden) krijgt u een vraag per mail.

Na een klik in de mail komt u op de SpacedEd website en wordt de meerkeuzevraag (variant 1 goed of meerdere goed zijn mogelijk) beantwoord:

Er wordt direct feedback gegeven:

Vervolgens krijgt u inzicht in de antwoorden van andere lerenden die deze vraag hebben beantwoord en u krijgt de mogelijkheid om extra uitleg te krijgen, al dan niet op dezelfde pagina. Ook kunt u hier ervoor kiezen om deze vraag NIET meer voorgeschoteld te krijgen:

Na het beantwoorden van de vraag, of meerdere vragen, komt u in het overzichtsscherm waar u ook direct wat instellingen kunt veranderen:

Waarom interessant?

Zelf volg ik nu twee ‘cursussen’ en ik merk dat het me weinig tijd kost en toch aan het denken zet. Op een paar momenten ben ik echt het verdiepingsmateriaal gaan gebruiken. De inhoud van Jay Cross vind ik aardig maar ook een praktische cursus (over iPhone) blijkt me toch veel leerwinst op te leveren.

Het is een adaptieve manier van leren die snel en aardig werkt. De website werkt prettig, met voldoende instellingsmogelijkheden en niet alleen kunt u er vele gratis cursussen volgen maar de Spaced Learning methode kunt u met deze website ook eenvoudig zelf inzetten. Een cursus is snel gemaakt. Gewoon proberen dus!

Tagged with:
preload preload preload