nov 06

Agile ontwikkelen van e-Learning

De laatste ochtend heb ik bij een sessie gezeten van Bob Mosher en Conrad Gottfredson van Ontuitive. De sessie had als titel ‘Transforming ADDIE into AGILE Instructional Design’.

Ten eerste vragen ze Bon en Con naar de diploma’s die iedereen heeft in instructional design. Volgens hen is vooral de RWE degree belangrijk: Real World Experience. Bob en Conrad zitten in de hoek van performance support maar de sessie gaat verder. De reden waarom we volgens hen moeten kijken naar het ontwikkelproces is niet omdat we met een traditionele ADDIE ontwikkelprocessen:

  • niet de snelheid van de business kunnen bijhouden;
  • we niet leveren wat we nodig hebben (te star proces).

Met een AGILE benadering krijgen we:

  • een iteratief proces;
  • waar continu wordt bijgestuurd;
  • een intensief proces met gebruikers/klanten;
  • met meer praktijkgerichte resultaten.

_ps

Ze hadden een goed verhaal met praktische voorbeelden over hoe bijvoorbeeld een LEaP=plan te maken: een Learning Experience and Performance plan. De focus ligt op de competenties van de medewerkers waarbij allerlei instrumenten besproken worden om te achterhalen wat een professional nodig heeft. Een mooi instrument vond ik Impact of failure waarbij een Critical skills analyse werd uitgevoerd. Dit zorgt ervoor dat je tot de kern van het businessprobleem doordringt en geen onnodige dingen traint.

Leren en werken dichter naar elkaar toe

_LDe link tussen leren en werken wordt in heel veel sessies gelegd. Zo ook in de sluitingssessie. Masie voert een gesprek met o.a. John Leutner van Xerox. De boodschap van Leutner is helder:

“We zijn niet meer in staat om voldoende trainingen te verzorgen om mensen hun snel veranderende werk goed te laten doen. We krijgen het niet meer georganiseerd en daarom zullen we leren en werken dichter naar elkaar moeten brengen en een leercultuur moeten bestendigen.”

Ook gaf hij aan dat we van instructional design specialisten naar performance support specialisten moeten gaan.

De trend is helder. Door alle sessies heen. Over een aantal dagen reorganiseer ik alle informatie, en doe ik een poging om het geleerde te interpreteren en conclusies te trekken. Het was weer een mooie, inspirerende ervaring.

Tagged with:
nov 05

De tweede dag van Learning 2013 liet zien hoe Hillary Clinton over leren dacht, dat dit niet betekent dat je hierover mag twitteren, over Learning Hackatons en Learning Dashboards en over open onderwijs.

Gepersonaliseerd leren

Veel sessies gaan over personalisatie, learning dashboards en data analytics. Lucent liet zien hoe ze een gepersonaliseerde leeromgeving hadden gerealiseerd. Het dashboard zag er mooi uit. En ja, je kon zelf je ‘e-Learnings’ kiezen. Achter het systeem zit een bibliotheek aan zelfstudiemodules. 13.000 gebruikers maakten gebruik van deze PLE. Wat me opviel was dat de oude en nieuwe situatie verschilde van elkaar omdat mensen nu niet alle modules hoeven te doorlopen. Je kunt jezelf testen. Dit gaat met hele eenvoudige meerkeuzetoetsen. Er zat ook een sociale kant aan: mensen kunnen hun progressie delen met collega’s. De focus is erg op kennis gericht. Zaken als proeve van bekwaamheid, 360 graden feedback etc. ontbreken. Het persoonlijke bij Lucent zit hem dus in het besparen van tijd door overbodige kennismodules te skippen.

Zelf geven ze al aan dat de volgende stap zal gaan over performance. Ook hebben ze als Lucent University een moeilijke positie (financieel gaat het slecht) en ze wachten daarom op support van directie. Volgens mij zit hier nu juist een kans om als learning te laten zien dat je bijdraagt aan de business. Daarvoor zou je juist wel op performance moeten ondersteunen! Kennis is niet van commerciële waarde voor een bedrijf, performance wel.

Awards, ook voor de Open Universiteit

ouMartin Bean van de Open University in de UK ontvangt een award van Elliott. Een typisch Amerikaans gegeven maar gelukkig heeft Bean wel een aardig verhaal. De OU krijgt in de UK een hoge waardering van studenten en staan steevast in de top 5 van universiteiten. Met 250.000 studenten is het een grote onderwijsinstelling die ook studenten (net als in Nederland) een kans geeft die geen vooropleiding hebben die de andere universiteiten vereisen.

Als relativering geeft Bean aan dat MOOC’s niet nieuw zijn. Massive Open Courses zijn er al sinds de BBC kennis en cursussen via de TV deelde. Ook geeft hij aan dat een MOOC geen vervanging is van face-2-face training. Volgens Bean moet het doel van een leerinterventie zijn: ‘Great teaching’ en dit hangt niet af van de vorm e-Learning of klassikaal leren. Het MOOC platform FutureLearn van o.a. de OU onderscheidt zich van de andere aanbieders omdat het sociale leren een hele belangrijke rol speelt. Het vormen van een kleine groep is een nieuwe functionaliteit die een verschil gaat maken. Je ontvangt open badges voor je bijdrages en dat zijn niet alleen de testresultaten of de resultaten van de opdrachten maar ook de waardering die je krijgt in de community voor je bijdrages.

Ten slotte neemt Bean als voorbeeld dat bedrijven prima bestaande MOOCs kunnen incorporeren in hun programma en dan zelfs aanpassingen of context kunnen toevoegen.

Hackaton

Vorig jaar was er al aandacht voor hackatons. Een hackaton is een samenvoeging van Hack en Marathon. Deze vorm is vooral bekend binnen programmeurs waarin ze in 24 of 48 uur een probleem oplossen en naar een resultaat toewerken. Ken Zalot van MIT laat zien dat ze dit concept inzetten binnen leren. Deze Learning Hackatons zijn voor studenten een manier om anders en doelgericht aan een vraag te werken. Niet alleen het resultaat is belangrijk maar vooral blijkt dat de Learning Hackatons veel invloed hebben op de leercultuur en de manier waarop mensen naar kennisdelen en samenwerken kijken.

Nog wat tips en opmerkingen:

  • Met Learning Hackatons laat je mensen op andere manieren problemen oplossen.
  • Zorg voor een multidisciplinair team. Haal er ook mensen bij die niet thuis zijn in het onderwerp. Die hebben vaak een frisse blik.
  • Technologie hoeft geen onderdeel van de oplossing te zijn.
  • Werk toe naar een tastbaar resultaat, zelfs als je het niet haalt is het goed om een helder doel te hebben.
  • Geef de groep een uitdaging, samenwerken vormt de kern. Maak niet teveel kleine groepen.

Google laat mensen lesgeven

GooglerGoogle kent het programma ‘Googlers-to-Googlers’. Het betekent dat collega’s aan elkaar lesgeven op verschillende manieren (klassikaal, Google Hangouts etc.). Deze week heb ik op e-Learning.nl hierover een bericht geplaatst en vandaag ben ik naar Sarah Devereaux geweest die over dit initiatief die vertelde. Ruim 63% van alle trainingen wordt gegeven door Googlers. Bij sommige soorten trainingen ligt dit percentage nog hoger. Zo wordt 90% van alle salestrainingen gegeven door Google collega’s.

Er worden eisen aan zo iemand gesteld. Dit is vooral van inhoudelijke aard. Binnen een kwartaal is het de bedoeling dat iemand voldoende didactische vaardigheden leert. Hierin wordt hij/zij wel ondersteund. Iedere G2G-er krijgt uitgebreide feedback over aantallen lerenden, scores en waarderingen en ze worden gecoacht op het moment dat de kwaliteit onvoldoende is.

Wat opvallende uitspraken van Google:

  • Mensen melden zich vrijwillig aan. Soms mogen ze het uitvoeren in de beroemde Google 10% tijd maar anderen doen dit bovenop hun dagelijkse baan.
  • Mensen krijgen geen extra beloning en geven aan dat ze ook geen bonus willen. De beloning zit in de eigen ontwikkeling als professional.
  • Het delen van kennis en het samenwerken zit diep in cultuur van Google. Daarom werkt dit goed.
  • Google spreekt niet over een project maar over een rol, daarom spreekt het aan.
  • Mensen commiteren zich voor minimaal een half jaar. Velen blijven jaren deze rol vervullen.
  • De rol wordt ook door mensen in het MT opgepakt.
  • De waardering van deelnemers voor de G2G-ers is HOGER dan die voor externe trainers en een fractie van een procent lager dan de interne trainingsprofessionals.

Pencil sharpening innovation

Richard Culatta geeft in een kleine sessie aan wat het belang is van zaken als learning analytics en open badges. Hij is van mening dat we binnen het onderwijs en leren niet moeten insteken op ‘Pencil sharpening innovation’ maar echt moeten zoeken naar nieuwe manieren om met leren waarde toe te voegen. Zijn verhaal begint met het voorbeeld van navigatie in de auto en van het dashboard bij bijvoorbeeld de Fitbit en Khan Academy. Learning analytics gaat voor hem over het presenteren van informatie op een visuele manier zodat er directe feedback wordt gegeven. Op die manier kunnen we ondersteunen door context te bieden en kunnen lerenden hun leer- en werkproces aanpassen.

Voorbeeld learning dashboard bij Khan Academy:

_dashboard

 

Met initiatieven zoals Open badges kun je laten zien welke competenties je al hebt en dit zegt meer dan een bewijs van deelname. Dat zegt alleen dat je tijd in een klaslokaal hebt besteed. Ik snap zijn punt wel maar onderschrijf het niet helemaal want iedereen kan badges uitreiken en daar hoeft bijvoorbeeld geen proeve van bekwaamheid aan vast te zitten. Een open badge kun je ook krijgen na een test of als je een wbt hebt doorgeklikt. Dit doet niets af aan het feit dat ook volgens mij open badges belangrijk zijn en ons dwingen om opnieuw naar leren en de resultaten en doelen van leerprocessen te kijken. Leer je alleen voor het vinkje?

Tenslotte geeft Richard nog twee interessante whitepapers (pdf) die geschreven zijn door het Ministry of Education:

Hillary Clinton over….

Graag had ik verslag gedaan over de sessie van Hillary Clinton zoals ik dat ook had gedaan bij Bill. Helaas was het verboden om foto’s te nemen, video’s te maken en zelfs om te twitteren tijdens het verhaal van Hillary. Het viel me op dat ze erg veel sprak over leren en over e-Learning. Wat me ook opviel was dat ze zo’n goede spreker is. Alles uit het hoofd en supergoed geformuleerd. Niet alleen tijdens het vertellen van haar verhaal maar ook bij het beantwoorden van de vragen van Elliott Masie. De sfeer was goed en ze kwam steeds met mooie antwoorden en heldere voorbeelden.

Totaal irrelevant maar wel leuk: dit jaar hebben ze een aparte tas gekozen:

_bag

Tagged with:
mrt 24

EDIT 2018: De Fontys post hbo-opleiding e-Learning is nu Avans Plus Postbachelor opleiding e-Learning geworden. Zie mijn blogpost hierover!

 

In Nederland worden er twee e-Learning opleidingen verzorgd. Omdat er veel vragen komen over de verschillen en overeenkomsten tussen deze twee opleidingen heb ik ze vergeleken.

Deze twee opleidingen heb ik vergeleken:

  • SBO Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper (zie site)
  • Fontys post hbo-opleiding e-Learning (zie site)

Van beide opleidingen ben ik met erg veel plezier hoofddocent en beide opleidingen hebben zo hun eigen specifieke kenmerken. Het voelt allebei als een voorrecht om te mogen doen en de professionals die eraan deelnemen doen dit met groot enthousiasme.

De SBO Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper start weer op 17 september 2013.

De Fontys post hbo-opleiding e-Learning start weer op 15 april 2013. Er zijn nog plaatsen beschikbaar.

Aanmelden voor de Fontys opleiding die volgende maand start kunt u hier.

Mocht u nog vragen hebben of willen overleggen of een van deze opleidingen past bij uw ervaring, leerdoelen en wensen dan kunt u met mij contact opnemen (marcel@leerbeleving.nl of 06-39838989).

 

Tagged with:
feb 21

In het supergoede boek ‘Presentation Zen’ stond de gouden tip om een presentatieprogramma als PowerPoint pas op te starten als je de hele presentatie al op papier had ontworpen. Deze gouden regel geldt ook voor een goed e-Learning ontwerp: start op papier!

Een ontwerp is meer dan knopjes klikken

De neiging is sterk om bij het ontwikkelen van e-Learning direct een tool op te starten. Een auteursomgeving als Lectora of Storyline als je een webbased training wil maken, een leeromgeving als aNewSpring of N@tschool of blogging software zoals WordPress.

De tools worden steeds gebruiksvriendelijker, krachtiger en verleiden om direct met ontwikkelen te beginnen. Dit levert vaak een verschrikkelijk resultaat op. Het ontwerp is nog steeds de basis van een goede e-Learning leerervaring. Nu hoeft er niet direct een ISD-model zoals ADDIE gebruikt te worden maar de tijd nemen om een krachtig ontwerp te maken dat meer rendement oplevert én kosten bespaart in latere fases is essentieel.

Start met papier

Om niet direct de software op te starten maar eerst goed na te denken over het ontwerp is het handig om eerst op papier elementen van het ontwerp uit te werken. Twee voorbeelden die volgens mij goed werken:

  1. Een ontwerp voor een cursus maken met de Moodle Cursus Ontwerp Model van Avetica.
  2. Een ontwerp maken voor een Coachingstraject in de SBO Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper.

1. Ontwerpen met het Moodle Cursus Ontwerp Model

Avetica is een dienstverlener op het gebied van Moodle. Ze hebben een methodiek bestaande uit een set kaartjes uitgebracht onder Creative Commons licentie waarmee je op papier eerst een ontwerp maakt. Er zijn verschillende soorten kaartjes met verschillende kleuren. Hieronder is de indeling verbeeld.

_kleurenMoodle

De ontwerper gaat met nog een uitgebreide instructie met een interne klant in gesprek om zo de wensen en eisen helder te krijgen. De kaartjes worden uitgeknipt, ingevuld en worden gestructureerd. Op papier is het eenvoudig om het ontwerp aan te passen of om de volgorde te veranderen. Door de kleuren wordt het direct inzichtelijk als er een eenzijdig ontwerp is gemaakt.

Via ‘Pay with a Tweet’ is het materiaal te downloaden.

2. Ontwerp een leertraject ‘coaching’

Bij de Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper van SBO ben ik al jaren hoofddocent. Tijdens de eerste dag is Jeroen Krouwels van PAT Learning Solutions een gewaardeerde gastdocent en hij neemt de deelnemers mee in een ontwerptraject. In groepjes gaan mensen aan de slag om met behulp van papieren materialen in een paar uur een ontwerp te maken voor een leertraject ‘coaching’. Met scharen, stiften, plakband maar vooral met de nodige energie en creativiteit werken de groepen zich door de opdracht heen. Geen afleidende vastlopers, geen focus op de kleur van een template, geen batterijen die op zijn. Er worden fantastische resultaten bereikt zonder dat we worden afgeleid. Jeroen doet dit soort sessies ook met klanten, daarvoor zijn de papieren hulpmiddelen ook ontwikkeld.

Een impressie van deze ambachtelijke ontwerpsessie:

 

Pak dus vaker pen, papier en scharen bij het ontwerpen van e-Learning en denk vrij zonder beeldscherm!

Tagged with:
jan 18

Op 15 december vond de laatste contactdag plaats van de Opleiding Onderwijskundig e-Learning Ontwerper van SBO (zie ook mijn eerdere blogpost hierover). Deze opleiding heb ik ontworpen en samen met SBO georganiseerd. Als hoofddocent heb ik met veel plezier hard gewerkt samen met alle deelnemers en gastdocenten om er een mooie leerbeleving van te maken. In deze blogpost blik ik terug op de opleiding en geef ik verbeterpunten aan. Daarnaast laat ik de deelnemers aan het woord en deel ik een paar producten die als opdracht in de opleiding zijn gemaakt door de deelnemers.

Opzet van opleiding

In onderstaand schema wordt de structuur van de opleiding weergegeven. Er zijn 4 contactdagen geweest waarin 18 cursisten samenkwamen. Als hoofddocent nam ik steeds een halve dag voor mijn rekening, de gastdocenten verzorgden de andere helft van elke contactdag. Als gastdocenten had ik ingeschakeld: Hans de Zwart, Jeroen Krouwels, Fons van den Berg en Douwe Beckmann. Behalve de 2 contactdagen waren er ook 2 webinarsessies gepland van elk 1,5 uur. Tussen de sessies door waren de deelnemers druk bezig met praktijkopdrachten in de leeromgeving en op hun werkplek. De leeromgeving was een Moodle omgeving, voor de webinars gebruikten we Adobe Connect, als mindmapomgeving MindMeister en als video-omgeving gebruikten we Vimeo. Elke deelnemer kreeg voor de eerste contactdag de beschikking over een pocketcamera van Kodak. Op een van de vier dagen hebben we voor iedereen een MacBookPro gehuurd zodat we zelf o.a. eBooks konden maken.


Reacties van deelnemers

Ik heb gevraagd of de cursisten voor de camera wilde vertellen wat ze meenemen uit de opleiding, wat de opleiding hen gebracht had. Dat wilden ze gelukkig, zie de video!

 

Uitspraken van deelnemers

“De opleiding benadert e-learning niet vanuit de techniek maar vanuit onderwijskundig perspectief. Tijdens de opleiding doe je ervaring op met verschillende vormen van e-learning en het is daardoor heel inspirerend.”

“Ik heb een veel bredere blik op e-learning gekregen, en meteen ook veel dieper. Dit is op het didactische vlak, op het vlak van welke mogelijkheden er allemaal zijn, wat er allemaal bij komt kijken om te ontwerpen, welke tools er zijn…
Tevens heb ik heel veel inspiratie gekregen, en al een klein beetje ervaring door de verschillende opdrachten.”

“Het geeft een heel mooi overzicht over wat e-learning is, de mogelijkheden, de benodigde kennis en disciplines bij het ontwerpen, de didactische onderbouwing ed. Dit alles wordt zeer inspirerend, motiverend en activerend gebracht. Zeer zeker een aanrader!!”

“Dank je wel voor deze fijne leerbeleving!”

“Goede en beeldvormende opleiding die, naast individuele deskundigheidsbevordering op het gebied van “tools”, mij geholpen heeft in visievorming en daarmee een aanzet heeft gegeven in strategie- en beleidsbepaling t.b.v. de onderwijsorganisatie.
[Remco Lip, Albeda College]”

“De opleiding is zo divers als E-learning zelf: met leerbeleving als kern en afstemming en creativiteit als schil.”
[Anne-Petra Rozendal, UMC Utrecht]

Waarom zou ik deze opleiding aanbevelen? Omdat deze enorm inspirerend is met name door het enthousiasme, visie, kennis en ervaring van de hoofddocent. Ook het werken met gastdocenten zorgt ervoor dat het steeds boeiend blijft. Deze opleiding zet wat mij betreft de deuren naar de wereld van e-Learning nog verder open en inspireert je om verder op ontdekkingsreis te gaan. Daarnaast leer je ook veel wat je direct toe kunt passen in je eigen praktijk.
[Willem-Jan Aarts, SCA Hygiene Products]

Wat vond ik ervan en hoe kan ik de opleiding verbeteren?

Ik heb ontzettend genoten van de energie en de kwaliteit die uit de mooie groep cursisten kwam. De cursisten hadden allemaal al flinke ervaring op het gebied van e-Learning en dat zorgde ervoor dat er een mooie dynamiek ontstond. En zoals altijd geldt dat je als docent het meeste opsteekt van een opleiding. Het mooiste compliment vanuit de cursisten vond ik de activiteit die ze zelf hebben geïnitieerd: in maart komt de hele groep een hele dag bij elkaar om praktijkervaringen te delen. Ze zien de opleiding als startpunt. Ik heb mensen bij elkaar gebracht en er een zelflerende groep van gemaakt. En dat is super! Deze ervaring heeft me geïnspireerd en gemotiveerd om opleiden en coachen als kernactiviteit te gaan zien voor Leerbeleving. In 2012 zal ik niet alleen met Fontys (post hbo-opleiding e-Learning) maar ook met SBO en met andere e-Learning professionals opleidingen en trainingen rondom e-Learning gaan opzetten.

Het viel me op dat deelnemers ontzettend veel tijd hebben besteed aan de opdrachten. Dat bepaalt ook voor een groot deel het leerrendement. Creativiteit en ambachtelijk ontwerp gingen hand in hand. Ik was echt onder de indruk van de resultaten. Als verbeterpunt wil ik de volgende keer meer en uitgebreidere feedback geven op deze opdrachten. Dat is de link naar de praktijk. Tijdens de contactdagen wil ik ook meer gebruik maken van de opdrachten (ze de plek geven die ze verdienen) en wil ik het tempo iets omlaag brengen. Verder wil ik de camera’s zelf uittesten voordat de cursisten ze krijgen, er waren teveel technische problemen en dat veroorzaakt ruis. Ook bij de webinars ging er nog wel eens wat technisch mis. Binnen Moodle wil ik nu een betere vormgeving om de omgeving aantrekkelijker en gebruiksvriendelijker te maken. Het gebruik van de leeromgeving leverde voor teveel cursisten onduidelijkheid op.

Werkopdrachten: wat kwam eruit?

Tijdens de opleiding heb ik steeds aan de hand van verschillende soorten opdrachten het geleerde laten verwerken. Een aantal deelnemers is bereid om deze producten te delen. Let op: dit zijn geen eindproducten waar maanden aan gewerkt is, dit zijn producten die deelnemers individueel hebben gemaakt en die onder tijdsdruk gerealiseerd moesten worden, naast de dagelijkse drukke werkzaamheden.

Ontwerp een onboarding traject: cursisten ontwierpen een inwerkprogramma voor nieuwe medewerkers van hun eigen organisatie.

Maak een multimediale instructie: cursisten mochten zelf een juiste mediavorm kiezen om een eenvoudige dagelijkse handeling uit te leggen.

Maak een fotoverhaal met jouw visie op e-Learning: cursisten gingen hun eigen visie op e-Learning visualiseren in een fotoverhaal. Het is allemaal gepubliceerd op Vimeo (in videoformaat).

Foto’s

Tenslotte heb ik tijdens de opleiding foto’s gemaakt, die vind je hieronder:

Vervolg?

In 2012 wordt de opleiding nogmaals verzorgd en er zijn besprekingen met klanten om de opleiding Incompany (en aangepast aan de wensen van die organisatie) te verzorgen. Daarnaast heb ik geconcludeerd dat opleiden, trainen en coachen van professionals op het gebied van e-Learning mijn passie is en ook de kernactiviteit voor mij gaat worden in 2012. Bedankt cursisten, gastdocenten en Ank!

 

Tagged with:
sep 09

Leerstijlen zijn niet onomstreden. Toch worden ze binnen het onderwijs en in mindere mate binnen het bedrijfsleven en overheid veelvuldig gebruikt. Ook binnen e-Learning. Wie heeft er niet gehoord van lerenden die vooral auditief zijn ingesteld, een dromer zijn of met name kinesthetisch leren? Maar wat is nu de waarde en betekenis van Kolb, meervoudige intelligentie, whole brain thinking en vele andere modellen voor e-Learning?

Manier van inzetten leerstijlen

Wikipedia geeft als definitie:

Leerstijlen zijn redelijk eenvoudig in kaart te brengen. Bijna alle leerstijlentesten bestaan uit meerkeuzevragen waarna automatisch een bepaald profiel wordt gecreëerd. Een lerende wordt ingedeeld en gelabeld.  Vaak bestaat het profiel uit verschillende kenmerken en heb je sterke voorkeuren voor een bepaalde leerstijl of een combinatie van leerstijlen. Opvallend vaak worden de voorkeuren gevisualiseerd in een kwadrant.

Leerstijlen(tests) kunnen op meerdere manieren worden ingezet. Veel gebruikte manieren:

  • Om lerenden inzicht te geven in de eigen voorkeuren. De lerenden kan daar in het kader van leren leren gebruik van maken. Zo wordt het een soort meta studietool. Studietips zijn dan afgestemd op de manier waarop de lerende leert.
  • Om groepen lerenden in te delen en vervolgens gedifferentieerd les te geven. De gebruikte multimediavormen en didactische werkvormen zijn dan afgestemd op de voorkeuren en stijlen van dat specifieke groepje lerenden.
  • Om lesmateriaal gedifferentieerd aan te bieden aan een lerende met een bepaald profiel of stijl. Op die manier verloopt het leerproces effectiever en efficiënter.

Leerstijlen zijn in te delen in verschillende categorieën. Met Dr. Nadira Saab (van de Universiteit Leiden, zie profiel) heb ik jaren geleden een mooi project gedaan waarin leerstijlen een belangrijke rol speelden. Nadira verdeelde de leerstijlen onder in de volgende categorieën (met voorbeelden):

    • Zintuiglijke leerstijlpreferentie
      • DVC survey
    • Leerstijl gekoppeld aan motivatie
      • Apters’ MSP
    • Leerpreferenties
      • Kolb LSI (erg bekend en veelgebruikt)
      • Honey & Mumford LSQ (erg bekend en veelgebruikt)
      • Herrmann HBDI
      • Riding CSA
    • Leerstrategieën
      • Vermunt ILS

Onderzoek over leerstijlen

Er worden zeer veel verschillende leerstijlmodellen/testen aangeboden maar hoe kan een goede keuze worden gemaakt? Het blijkt dat er nogal wat ondeugelijke leerstijlentesten worden gebruikt. Leerstijlentesten die niet valide of betrouwbaar zijn of die bijvoorbeeld helemaal geen voorspellend vermogen hebben. Dan spendeer je dus tijd en geld in een meetinstrument terwijl je met de uitkomsten niets kunt, of zelfs een negatief effect krijgt.

Vanuit het ‘Learning and Skills Research Centre‘ hebben 4 wetenschappers (Frank Coffield, David Moseley, Elaine Hall & Kathryn Ecclestone) op kritische wijze literatuur omtrent leerstijlen onderzocht. Vervolgens worden 13 meest gebruikte modellen uitgebreid beschreven. Niet veel modellen komen ongeschonden uit de review en de implicaties van dit onderzoek reiken ver. Het onderzoeksrapport ‘Learning styles and pedagogy in post-16 learning, A systematic and critical review‘ (pdf, 182 pagina’s, 1,3 MB) is gratis te downloaden. Het bevat een hele eenduidige en heldere uitleg van de modellen en reikt criteria aan voor een vergelijk.

Als u onderstaande tabel even groot ‘opklikt’ kunt u zien dat de meeste testen maar matig scoren.

 

Leerstijlen voor de e-Learning ontwerper

Als e-Learning ontwerper kunnen we de leerstijlen goed gebruiken. Want ik heb (als e-Learning ontwerper) een blinde vlek en u waarschijnlijk ook. De afgelopen 15 jaar heb ik zelf als onderwijskundig e-Learning specialist veel e-Learning content gemaakt en ook heb ik veel ontwikkelteams binnen bedrijven en organisaties begeleid. Zelf en bij andere zie ik een groot probleem: je eigen voorkeuren en ervaringen worden vaste ingrediënten in het didactisch concept/content. Uw (en ook mijn) voorkeuren hoeven niet per se het beste leerrendement op te leveren. En ook kan het botsen met de voorkeuren van uw lerenden. En juist daarin kunnen leerstijlen een rol spelen.

U kunt leerstijlenmodellen inzetten zodat u tijdens het ontwerpen ook voldoende elementen integreert die buiten uw voorkeuren liggen. In de volgende alinea leg ik dit uit aan de hand van het Whole brain thinking model.

Voorbeeld whole brain thinking model

In 2007 heb ik een training gevolgd rondom Whole brain thinking model van Herrmann (de site van Herrmann). Zie hiervoor ook mijn Engelstalige blogpost. Ook naar dit model wordt in het bovengenoemde onderzoeksrapport nauwkeurig gekeken. De conclusie is:

Bij deze test wordt een uitgebreide set aan meerkeuzevragen afgenomen (overigens in het Nederlands) en krijg je daarna een zeer uitgebreid profiel. Het Whole Brain Thinking Model kent 4 kwadranten en je scoort vaak op meerdere kwadranten. Uit mijn test kwam het onderstaande beeld:

Bij elk van de kwadranten horen dan ook andere soorten denkactiviteiten en leeractiviteiten. Ik herken dat absoluut als ik naar mijn eigen profiel kijk, in de volgende afbeelding heb ik voorbeelden van didactische werkvormen/voorkeuren in de kwadranten geplaatst:

 

Als de varianten in e-Learning didactiek/werkvormen worden afgezet tegen de kwadranten dan ontstaat een staalkaart aan voorbeelden zoals in de volgende afbeelding:

 

 

We kregen bij de training erg veel materiaal mee om verdere inzichten te verkrijgen. Een heel praktisch hulpmiddel om beter te ontwerpen vond ik de set van kaartjes met daarop activiteiten uit de vier kwadranten. Ik scoor erg in het rode en gele kwadrant en daarom maken activiteiten in de 2 andere kwadranten niet vaak deel uit van mijn ontwerp. Als ik nu blauwe en groene kaartjes pak en daar wat activiteiten van inzet zorg ik voor een gevarieerder ontwerp. Een paar van de kaartjes vindt u in onderstaande afbeelding:

Conclusie

Hoewel veel leerstijlentesten bedroevend matig scoren in het onderzoek zijn ze toch erg bruikbaar. Misschien moet u wat voorzichtig zijn met het inzetten bij lerenden. Vooral als lerenden dan alleen maar didactische werkvormen en materialen krijgen aangeboden die aansluiten op enkel hun voorkeuren. Daarmee doet u lerenden tekort (want in mijn geval kan het geen kwaad om ook mijn niet-voorkeurs kwadranten te ontwikkelen) en maakt u door de gedifferentieerde aanpak het ontwerp- en ontwikkelproces wel erg complex en duur.

Voor u als e-Learning ontwerper is het erg handig om u bewust te zijn van uw blinde vlek en op die manier uzelf te prikkelen om een gevarieerdere aanpak te kiezen waarbij u een grotere groep lerenden aanspreekt. Dit komt het leren zeer ten goede en maakt het voor u ook veel leuker en uitdagender.

Erg benieuwd ben ik naar uw ervaringen of ideeën rondom het gebruik van leerstijlen! Hoe gebruikt u ze, of waarom gebruikt u ze niet?

Tagged with:
jun 27

Met SBO (organisator van o.a. het jaarlijkse Nationale e-Learning congres) organiseer ik in het najaar een intensieve opleiding voor het ontwerpen van goede en krachtige e-Learning concepten en content. Nu zijn er wel een paar opleidingen die zich richten op e-Learning in de volle breedte (waaronder de Fontys post-hbo opleiding e-Learning) maar deze opleiding is heel specifiek gericht op onderwijskundig ontwerp. Relevant voor opleidingsprofessionals die zelf met hun organisatie content ontwikkelen. Of het nu gaat om webbased trainingen, games, podcasts, of ePubs, het komt allemaal aan bod. Ook onderwerpen als uitbesteden van contentproductie, waarde van open source en open content, mobiel leren, de onderwijskundige kracht van multimedia en de rol van innovatie binnen e-Learning worden intensief behandeld.

Voor mij is dit dé kans om ideeën die ik al lange tijd had over het ontwerpen van e-Learning nu samen met een door mij gevraagde groep gastdocenten om te zetten in een opleiding. De opleiding is door mij vanaf scratch samengesteld en vraagt een actieve rol van de deelnemers. Zo speelt video een grote rol en gaan deelnemers met een pocket camera in de hand content produceren. In de eigen organisatie worden opdrachten uitgevoerd die ervoor zorgen dat de link tussen de onderwerpen in de opleiding én de eigen praktijk optimaal is.

Trots

SBO gaf me niet alleen de ruimte om de inhoud en werkvormen optimaal in te vullen maar ook kon ik de top van Nederland op het gebied van e-Learning content/conceptontwikkeling bij de opleiding betrekken. Met trots kan ik meedelen dat de volgende gastdocenten met mij samen, van deze opleiding een ware e-Learning belevenis maken:

  • Jeroen Krouwels
    Jeroen Krouwels is afgestudeerd op het Mollerinstituut in 1987 en is in 1990 betrokken geraakt bij eerste landelijke project Teleleren (pre-internet tijdperk). Sinds die tijd is e-learning zijn passie. Lid directie PAT Learning Solutions (http://www.pat.nl). Met regelmaat spreker, dagvoorzitter, gastdocent over z’n favoriete onderwerp. Hij blogt op http://www.jeroenkrouwels.wordpress.com
  • Hans de Zwart
    Hans de Zwart is een onderwijstechnoloog en -strateeg met een passie voor open source software en het open web. In het verleden was hij onder meer docent bewegingsonderwijs en Moodle consultant bij Stoas Learning. Nu is hij Innovation Manager Global Learning Technologies bij Shell  International. Hij blogt op http://blog.hansdezwart.info
  • Fons van den Berg
    Fons van den Berg was ooit docent Nederlands en is nu Apple Education Mentor. Wat dat betekent? Vanuit een 21e-eeuwse visie op leren de professionalisering van docenten op het snijvlak van onderwijsinnovatie, creativiteit en Apple-technologie in 1:1-onderwijs vormgeven. Hij blogt op http://www.helikon.nl/blog/
  • Joris den Ouden en Douwe Beckmann
    Joris den Ouden en Douwe Beckmann van De Roode Kikker proberen met hun achtergrond in e-Learning en het onderwijs altijd de uiterste mogelijkheden op te zoeken om leerlingen intrinsiek te motiveren en leerkrachten te ondersteunen. In hun online platform EduSuite komt dit allemaal samen! http://www.deroodekikker.nl

Gevarieerde werkvormen

Samen met SBO heb ik voor kwaliteit gekozen. Ik ga voor een topopleiding. Dit is terug te vinden in de keuze van de docenten, de gevarieerde werkvormen, de goede mix tussen face-2-face en online leren, de vereiste voorkennis én inzet van de deelnemers, de gebruikte tools (supergoede leeromgeving, videoportal, mindmapomgeving, online seminars, HD-camera, MacBooks, etc.) en het feit dat hier echt geldt: Teach what you preach! Ik zal samen met de deelnemers én de docenten ervoor zorgen dat de opleiding echt een leerbeleving wordt die lang blijft plakken. Mijn doel is bereikt als er professionals deelnemen die hard aan het werk zijn en van elk moment, elke opdracht, elk voorbeeld en elke discussie niet alleen genieten maar ook direct de relevantie inzien voor hun eigen organisatie. Die energie moet tot direct toepasbare innovatieve concepten leiden. We gaan 4 lesdagen en in 1 dag zelfstudie (die bestaat uit praktijkopdrachten, zelfstudie en deelname aan online seminars) hard aan de slag en gaan voor het uiterste. Alle leermaterialen zoals WBT’s en andere zaken worden middels een Creative Commons licentie beschikbaar gesteld aan de deelnemers.

Inschrijven

De face-2-face lesdagen vinden plaats op 13 oktober, 3 november, 24 november & 15 december 2011 bij NBC te Nieuwegein en de geplande online seminars op 17 november en 8 december 2011. De keuze voor kwaliteit heeft ook een keerzijde: de opleiding vergt een investering van € 3999,- (excl. btw). Meer informatie en een mogelijkheid om in te schrijven vindt u op de SBO website die hoort bij de opleiding Onderwijskundig e-Learning ontwerper. De folder in pdf vorm vindt u hier (1,2 mb).

Tagged with:
jun 30

Rond 2000 heb ik voor het eerst gewerkt met een omgeving waarin je een virtuele klas bedient. Ook wel webinar of e-seminar omgevingen genoemd. Ik kan me WebEx nog herinneren en een product van Xerox (geloof ik) waarbij je met telefoon naar een server in de US moest bellen. Vervolgens zat dat 30 seconden vertraging op. In 2008 schreef ik over de tool DimDim (zie blogpost hierover). Nu ben ik voor een aantal klanten waaronder Fontys dit soort virtuele sessies aan het organiseren dus het was tijd voor een update en het inzichtelijk maken van een aantal tools. Ik heb vergeleken: DimDim, WebEx, GoToTraining en Adobe Connect.

Wanneer gebruik je deze tools?

Vaak worden deze omgevingen gebruikt bij een wat langer opleidingstraject waarbij klassikale sessies wat verder uit elkaar liggen of bij complete trajecten op afstand waarbij je tussendoor synchrone (gelijktijdige) contacten wilt faciliteren. Het aantal deelnemers kan van een paar tot een paar duizend variëren. Vaak duurt een sessie 1 tot 1,5 uur en kun je bij de meeste tools onderstaande functionaliteiten gebruiken:

  • audio en video (wel beperking aantal gelijktijdige gebruikers);
  • hand opsteken middels een icoontje/knop;
  • delen van PowerPoint presentaties of bestanden;
  • delen van een whiteboard (tekeningen maken);
  • websafari (deelnemers meenemen naar verschillende webpagina’s);
  • delen van applicaties op de PC;
  • meerkeuzevragen stellen;
  • de ‘presenter-rechten’ geven aan 1 of meerdere deelnemers (die dan zelf een presentatie kunnen geven bijvoorbeeld);
  • opnemen en embedden van de sessie (naslag).

Als facilitator ben je geneigd om zelf de hele tijd het woord te nemen zodat het een soort college wordt maar de meeste tools zijn ook geschikt om juist de deelnemers iets te laten presenteren. Zo gebruik ik het zelf als facilitator/trainer voor vragenuurtjes, verdiepingssessies maar bijvoorbeeld ook om deelnemers aan elkaar presentaties te laten geven over de projectvoortgang van groepen deelnemers. Ook gebruik ik zelf de tools om snel met klanten wat dingen door te nemen. Het kunnen dus ook hele korte en ad-hoc sessies zijn.

Wat zijn de verschillen?

Tegenwoordig is de kwaliteit wel goed over het algemeen. De functionaliteiten verschillen een klein beetje maar met name zit het verschil in de mogelijkheden om de pagina aan te passen aan je eigen huisstijl, het maximale aantal deelnemers en de kosten die aan het gebruik verbonden zijn. Het is nu wel betaalbaar om deze tools te gebruiken.

Een ander verschil zit in de noodzaak om al dan niet de applicatie te moeten downloaden. Sommige systemen kun je in een webbrowser bedienen, voor andere moet de gebruiker een programma downloaden. Dit kan voor bedrijven en organisaties ook nog wel wat extra implementatietijd en -problemen opleveren.

Welke is het beste?

Er is niet 1 die absoluut de beste is. De keuze hangt af van je eigen wensen en de manier waarop je het in je leerprocessen wilt inzetten. DimDim springt er uit qua gebruikersgemak maar is minder betrouwbaar qua geluid en video (en is als enige als open source software te downloaden), WebEx is een prima tool maar niet de goedkoopste, GoToMeeting is fantastisch qua eenvoud én uitgebreidheid maar is ook flink aan de prijs en kent geen video en Adobe Connect is zeer uitgebreid, goed te betalen maar een beetje ingewikkeld.

Hoewel mijn voorkeur eerst erg bij DimDim lag heb ik (ook in de Proversie) veel performance problemen ondervonden. En als tijdens de sessie steeds het geluid of andere functionaliteit wegvalt is de flow uit het proces. Een applicatie moet betrouwbaar zijn. Mooie van DimDim is wel dat er een gratis gehoste versie te gebruiken is. Als je dit gebruikt in combinatie met bijvoorbeeld Skype heb je gratis een mooie set aan functionaliteit tot je beschikking.

Nog meer opties?

Ja, bovenstaande applicaties zijn de applicaties waarmee ik zelf ervaring mee heb opgedaan de afgelopen jaren. Er zijn er nog veel meer die soms afwijken qua functionaliteit maar wel interessant kunnen zijn als je met meerdere mensen online wilt overleggen. Wat alternatieven:

  • Skype
    1 op 1 met video en schermdeling. Gratis. Bij Skype kun je tot 25 mensen in een conference call zitten waarbij alleen audio gebruikt wordt.
  • FlashMeeting
    In 2007 schreef ik over deze tool. Ontwikkeld door de Open University in de UK en prima geschikt voor verschillende audio- en videobronnen. Gratis te gebruiken voor bepaalde groepen mensen. Zie de website voor de huidige mogelijkheden.
  • ooVoo
    Relatief nieuwe tool waarmee je met meerdere mensen een videochat kunt uitvoeren. 1 op 1 is gratis, voor meer mensen kan per maand of per keer betaald worden. Je betaalt per gebruiker, zie de site.

Gewoon beginnen?

Bij alle tools kun je een proefaccount aanvragen. Hieronder de info daarover:

  • DimDim
    Gratis account voor onbepaalde tijd. Een proefversie van Proversie is mogelijk na telefonisch contact. Zie de site.
  • GoToTraining
    Proefaccount voor 30 dagen voor 25 gebruikers. Ook mogelijkheid om GoToMeeting uit te proberen met hetzelfde account. Je moet wel je creditcardinformatie invoeren. Zie site.
  • WebEx
    Proefaccount voor 14 dagen voor 25 gebruikers. Zie site.
  • Adobe Connect
    Proefaccount voor 30 dagen voor verschillende tools die erin verwerkt zijn. Je hebt je gratis Adobe account nodig of kunt dit aanvragen. Zie de site.

Document met overzicht

Een vergelijking op hoofdpunten vind je in dit Overzicht webinars (PDF, 127 KB).

Mocht je zelf nog alternatieven hebben of je ervaring over een van deze producten willen delen: reacties zijn van harte welkom!

Tagged with:
jun 16

Vorige week heb ik samen met Rob Houben voor een kleine groep van het DaCapo College een tweedaagse studiedag georganiseerd over ICT en leren. Basisgedachte is dat de deelnemers de beweging naar een zinvol gebruik van ICT binnen leersituaties inzetten en als ambassadeurs met hun collega’s zoeken naar waardevol gebruik. Uitgangspunt is om docenten en leerlingen te laten leren m.b.v. ICT. Belangrijk is dat docenten en leerlingen bestaande tools en content gaan gebruiken. Er is namelijk zoveel goeds te vinden. Je hoeft niet alles zelf te maken vanaf scratch.

Hergebruik van materiaal

De eerste dag hebben we gekeken naar verkrijgbare online tools én naar verkrijgbare content. Belangrijk daarbij is dat je goed let op de rechten van het (leer)materiaal dat je tegenkomt. Als iemand iets heeft gemaakt liggen de rechten (in veel landen waaronder Nederland) bij die persoon en mag je als docent niet zomaar het materiaal gebruiken. Maar gelukkig kan het ook anders, zie het filmpje over Copyright & Creative Commons:

Dit is belangrijk als je zelf (leer)materiaal maakt. Je kiest zelf dat je wel onder bepaalde condities je werk wilt delen. Je werk is wel beschermd maar biedt ook veel mogelijkheden. Op die manier deel je kennis. Volgens mij schieten we er allemaal iets mee op. Op veel sites zoals Flickr kun je als maker aangeven dat je je foto’s onder Creative Commons licentie publiceert.

Zelf Creative Commons licentie uitkiezen

Als je gelooft dat delen voor iedereen wat oplevert kun je het materiaal wat jij maakt (e-Learning modules, teksten, foto’s, video’s, muziek, etc.) publiceren onder een Creative Commons licentie. Op de Nederlandse site van Creative Commons kun je op een eenvoudige manier een licentie kiezen. Je maakt een paar keuzes (welke licentie wil je precies en welke knop wil je) en je kunt direct een stukje HTML-code genereren dat je vervolgens weer op o.a. een website kunt zetten.

Als je de HTML-code plakt op je website wordt er een knop zichtbaar die verwijst naar de gekozen licentie. Een bezoeker klikt op de knop en hij weet direct hoe jij de rechten geregeld hebt. Bij mij zie je op dit blog deze knop staan:

Creative Commons License

Zelf Creative Commons materiaal gebruiken!

Als je zelf op zoek bent naar bruikbaar materiaal (voor lesmateriaal, presentaties etc.) dan kun je bijvoorbeeld op een site als Flickr zoeken naar materiaal dat onder een bepaalde CC-licentie is uitgebracht. Niet alle sites bieden helaas deze mogelijkheid. Sterker nog, een site als Vimeo waar ik een betaald account heb, kent niet de mogelijkheid om duidelijk te maken dat de door jou gemaakte video’s onder een CC-licentie moeten worden uitgebracht. Het is mij onduidelijk waar de rechten liggen op je materiaal!

Tweede interessante optie is om te kijken op de Creative Commons website waar werk vanuit verschillende sites te vinden is. Via een duidelijke zoekmachine kun je bij werk van verschillende sites uitkomen. Pas heb ik op deze manier zelf een liedje gezocht dat ik vervolgens in een videofilm heb verwerkt.

Creative Commons steunen?

Als je net als ik deze filosofie van delen een warm hart toedraagt is het goed om al het materiaal wat je maakt beschikbaar te stellen via een CC-licentie. Maar je kunt ook financieel de non-profit Creative Commons organisatie steunen door lid te worden van het Creative Commons Network. Dit kan vanaf 75$ per jaar. Lid worden of 25$ doneren doe je hier. Je kunt dan ook nog een paar dingen krijgen zoals een shirtje. 😉 Daarnaast krijg je een pagina waarnaar je kunt linken vanaf je blog of website. Deze pagina is dan ook toegankelijk via een CC-Network knop.

Een prachtige uitleg en voorbeeld is overigens A Remix Manifesto, een film over nieuwe wereld van het delen. Prikkelend!

O ja, nog een mooi project: Open Educational Resources (OER), hier is de CC-licentie gekoppeld aan leermateriaal. Zoek en vind. Hun slogan is iets moois om mee af te sluiten:

Wat vind jij van het delen van je materiaal? Doe je dit of kies je er bewust niet voor?

Tagged with:
feb 13

“Waarom zou mijn school moeten gaan werken met Apple-computers?”. Deze terechte vraag is mij deze week erg vaak gesteld op het congres Onderwijs & ICT. Op 10 en 11 februari vond dit congres plaats en ik stond voor de eerste keer op de Apple-stand als Apple Distinguished Educator. Erg leuk om te doen, vooral omdat de meeste gesprekken over onderwijs gingen en niet over techniek. Maar laat ik nu eerst de vraag beantwoorden.

Wat is uw onderwijskundige visie?

Apple heeft een duidelijke visie op het onderwijs. Deze visie moet aansluiten op de visie op het onderwijs en leren van u en uw team. De visie die o.a. te lezen is op de Nederlandse onderwijssite van Apple en natuurlijk op de blog Helikon van Fons van den Berg. Heel interessant is ook de diepgaande visie waarbij 6 principes de kern vormen: ACOT2 (Engelstalige Apple site).

Als uw school gelooft in het (sociaal) constructivisme dan komt Apple snel in beeld. Kinderen, jongeren en volwassenen leren krachtiger als ze het geleerde actief verwerken. Iets zelf maken zorgt voor groter begrip en betere verankering. Met Apple’s is het kinderlijk eenvoudig om leerlingen of studenten zelf leermateriaal te laten maken. De standaard en gratis aanwezige softwarebundel iLife biedt mogelijkheden om eenvoudig leermateriaal te maken: podcasts, fotoshows, fotoboeken, video, muziek, interactieve webpagina’s en DVD’s. Leerlingen publiceren dit materiaal met een klik op hun eigen website, op YouTube of op DVD.

Apple is wel duur!

Ja, een nieuwe MacBook of iMac is in aanschaf duurder dan een PC uit de supermarkt. Thuis kan de aankoopprijs dan ook een reden zijn om niet met een Apple te gaan werken. Voor scholen ligt het anders omdat de aanschafprijs maar een beperkt deel van de totale kosten uitmaken. De zogenaamde Total Cost of Ownership (zie uitleg op Wikipedia) neemt alle kosten mee. Dus ook voor bijvoorbeeld het onderhoud. En daar zit bewezen verschil in, Macs zorgen voor veel minder kopzorgen en vergen veel minder onderhoud. Ook Nederlandse scholen zien dat de IT-kosten afnemen op het moment dat er met Apple gewerkt wordt. Dit zijn redelijk eenvoudige rekensommetjes. Overigens heeft een leerling/student met de iPod Touch, de iPhone of de iPad ook een krachtige computer in handen die tegen een lage prijs perfect binnen het onderwijs is in te zetten!

Apple is toch alleen aanwezig in het Amerikaanse onderwijs?

Natuurlijk speelt Apple op de Amerikaanse onderwijsmarkt een hele grote rol, van het basisonderwijs tot universitair onderwijs. Maar ook in Nederland worden de voordelen van het werken met Apple computers in het onderwijs steeds duidelijker. De ADE’s zijn al druk bezig in het Nederlands onderwijs om scholen op een goede manier ICT en leren te combineren en te faciliteren middels Macs. Fons schreef al dat er een aantal voorbeelden te vinden is op de Nederlandse Apple site. Bekijk eens het verhaal van het Alberdingk Thijm College in Hilversum en het Zuyderzee College in Emmeloord. Op dat laatste college heb ik zelf ook workshops verzorgd over iWeb en Moodle en het was indrukwekkend om te zien hoe alle leerlingen en docenten met de laptops hun onderwijs verrijken. Wilt u nog meer voorbeelden horen? Neem dan met mij of een andere ADE-er (zoals Fons) contact op.

Waarom geen Apple?

De eerlijkheid gebiedt me ook te zeggen dat er goede redenen zijn om NIET met Apple aan de slag te gaan op scholen. Ten eerste moet zoals gezegd de overtuiging zijn dat producerende lerenden niet lastig zijn maar dat dit belangrijk is in het leerproces. Gelooft u hier niet in dan biedt de Mac weinig didactische meerwaarde.

Een ander praktisch probleem kan optreden bij het gebruik van educatief digitaal materiaal van uitgevers. Alle leeromgevingen zijn prima te gebruiken op Macs maar voor sommige leercontent geldt dit niet. Uitgeverijen lopen niet bepaald voorop en gaan lang niet uit van algemeen geaccepteerde standaarden. Zo is het mogelijk dat digitale leermiddelen op CD-rom worden uitgeleverd en alleen te gebruiken zijn op een Windows 2000 computer met Internet Explorer 6.0. Bij deze een oproep aan alle uitgeverijen om hun materiaal echt toegankelijk te maken! Niet alleen levert dit soort beperkingen voor Mac gebruikers problemen op maar ook voor lerenden met beperkingen. Overigens is het prima mogelijk om ook op een Apple computer Windows te gebruiken. Volgens een eerder onderzoek van o.a. Computable bleek al in 2007 dat MacBooks de beste Windows laptops zijn 😉

Dus wanneer gaat u eens kijken of u Apple een plaats kan geven binnen uw school? Om te wennen kan dit natuurlijk prima in combinatie met Windows PC’s. O ja, en Microsoft heeft een prima versie van Office voor de Mac. Neem ook een hap!

Tagged with:
preload preload preload