Leerstijlen zijn niet onomstreden. Toch worden ze binnen het onderwijs en in mindere mate binnen het bedrijfsleven en overheid veelvuldig gebruikt. Ook binnen e-Learning. Wie heeft er niet gehoord van lerenden die vooral auditief zijn ingesteld, een dromer zijn of met name kinesthetisch leren? Maar wat is nu de waarde en betekenis van Kolb, meervoudige intelligentie, whole brain thinking en vele andere modellen voor e-Learning?
Manier van inzetten leerstijlen
Wikipedia geeft als definitie:
Leerstijlen zijn redelijk eenvoudig in kaart te brengen. Bijna alle leerstijlentesten bestaan uit meerkeuzevragen waarna automatisch een bepaald profiel wordt gecreëerd. Een lerende wordt ingedeeld en gelabeld. Vaak bestaat het profiel uit verschillende kenmerken en heb je sterke voorkeuren voor een bepaalde leerstijl of een combinatie van leerstijlen. Opvallend vaak worden de voorkeuren gevisualiseerd in een kwadrant.
Leerstijlen(tests) kunnen op meerdere manieren worden ingezet. Veel gebruikte manieren:
- Om lerenden inzicht te geven in de eigen voorkeuren. De lerenden kan daar in het kader van leren leren gebruik van maken. Zo wordt het een soort meta studietool. Studietips zijn dan afgestemd op de manier waarop de lerende leert.
- Om groepen lerenden in te delen en vervolgens gedifferentieerd les te geven. De gebruikte multimediavormen en didactische werkvormen zijn dan afgestemd op de voorkeuren en stijlen van dat specifieke groepje lerenden.
- Om lesmateriaal gedifferentieerd aan te bieden aan een lerende met een bepaald profiel of stijl. Op die manier verloopt het leerproces effectiever en efficiënter.
Leerstijlen zijn in te delen in verschillende categorieën. Met Dr. Nadira Saab (van de Universiteit Leiden, zie profiel) heb ik jaren geleden een mooi project gedaan waarin leerstijlen een belangrijke rol speelden. Nadira verdeelde de leerstijlen onder in de volgende categorieën (met voorbeelden):
-
- Zintuiglijke leerstijlpreferentie
- DVC survey
- Leerstijl gekoppeld aan motivatie
- Apters’ MSP
- Leerpreferenties
- Kolb LSI (erg bekend en veelgebruikt)
- Honey & Mumford LSQ (erg bekend en veelgebruikt)
- Herrmann HBDI
- Riding CSA
- Leerstrategieën
- Vermunt ILS
- Zintuiglijke leerstijlpreferentie
Onderzoek over leerstijlen
Er worden zeer veel verschillende leerstijlmodellen/testen aangeboden maar hoe kan een goede keuze worden gemaakt? Het blijkt dat er nogal wat ondeugelijke leerstijlentesten worden gebruikt. Leerstijlentesten die niet valide of betrouwbaar zijn of die bijvoorbeeld helemaal geen voorspellend vermogen hebben. Dan spendeer je dus tijd en geld in een meetinstrument terwijl je met de uitkomsten niets kunt, of zelfs een negatief effect krijgt.
Vanuit het ‘Learning and Skills Research Centre‘ hebben 4 wetenschappers (Frank Coffield, David Moseley, Elaine Hall & Kathryn Ecclestone) op kritische wijze literatuur omtrent leerstijlen onderzocht. Vervolgens worden 13 meest gebruikte modellen uitgebreid beschreven. Niet veel modellen komen ongeschonden uit de review en de implicaties van dit onderzoek reiken ver. Het onderzoeksrapport ‘Learning styles and pedagogy in post-16 learning, A systematic and critical review‘ (pdf, 182 pagina’s, 1,3 MB) is gratis te downloaden. Het bevat een hele eenduidige en heldere uitleg van de modellen en reikt criteria aan voor een vergelijk.
Als u onderstaande tabel even groot ‘opklikt’ kunt u zien dat de meeste testen maar matig scoren.
Leerstijlen voor de e-Learning ontwerper
Als e-Learning ontwerper kunnen we de leerstijlen goed gebruiken. Want ik heb (als e-Learning ontwerper) een blinde vlek en u waarschijnlijk ook. De afgelopen 15 jaar heb ik zelf als onderwijskundig e-Learning specialist veel e-Learning content gemaakt en ook heb ik veel ontwikkelteams binnen bedrijven en organisaties begeleid. Zelf en bij andere zie ik een groot probleem: je eigen voorkeuren en ervaringen worden vaste ingrediënten in het didactisch concept/content. Uw (en ook mijn) voorkeuren hoeven niet per se het beste leerrendement op te leveren. En ook kan het botsen met de voorkeuren van uw lerenden. En juist daarin kunnen leerstijlen een rol spelen.
U kunt leerstijlenmodellen inzetten zodat u tijdens het ontwerpen ook voldoende elementen integreert die buiten uw voorkeuren liggen. In de volgende alinea leg ik dit uit aan de hand van het Whole brain thinking model.
Voorbeeld whole brain thinking model
In 2007 heb ik een training gevolgd rondom Whole brain thinking model van Herrmann (de site van Herrmann). Zie hiervoor ook mijn Engelstalige blogpost. Ook naar dit model wordt in het bovengenoemde onderzoeksrapport nauwkeurig gekeken. De conclusie is:
Bij deze test wordt een uitgebreide set aan meerkeuzevragen afgenomen (overigens in het Nederlands) en krijg je daarna een zeer uitgebreid profiel. Het Whole Brain Thinking Model kent 4 kwadranten en je scoort vaak op meerdere kwadranten. Uit mijn test kwam het onderstaande beeld:
Bij elk van de kwadranten horen dan ook andere soorten denkactiviteiten en leeractiviteiten. Ik herken dat absoluut als ik naar mijn eigen profiel kijk, in de volgende afbeelding heb ik voorbeelden van didactische werkvormen/voorkeuren in de kwadranten geplaatst:
Als de varianten in e-Learning didactiek/werkvormen worden afgezet tegen de kwadranten dan ontstaat een staalkaart aan voorbeelden zoals in de volgende afbeelding:
We kregen bij de training erg veel materiaal mee om verdere inzichten te verkrijgen. Een heel praktisch hulpmiddel om beter te ontwerpen vond ik de set van kaartjes met daarop activiteiten uit de vier kwadranten. Ik scoor erg in het rode en gele kwadrant en daarom maken activiteiten in de 2 andere kwadranten niet vaak deel uit van mijn ontwerp. Als ik nu blauwe en groene kaartjes pak en daar wat activiteiten van inzet zorg ik voor een gevarieerder ontwerp. Een paar van de kaartjes vindt u in onderstaande afbeelding:
Conclusie
Hoewel veel leerstijlentesten bedroevend matig scoren in het onderzoek zijn ze toch erg bruikbaar. Misschien moet u wat voorzichtig zijn met het inzetten bij lerenden. Vooral als lerenden dan alleen maar didactische werkvormen en materialen krijgen aangeboden die aansluiten op enkel hun voorkeuren. Daarmee doet u lerenden tekort (want in mijn geval kan het geen kwaad om ook mijn niet-voorkeurs kwadranten te ontwikkelen) en maakt u door de gedifferentieerde aanpak het ontwerp- en ontwikkelproces wel erg complex en duur.
Voor u als e-Learning ontwerper is het erg handig om u bewust te zijn van uw blinde vlek en op die manier uzelf te prikkelen om een gevarieerdere aanpak te kiezen waarbij u een grotere groep lerenden aanspreekt. Dit komt het leren zeer ten goede en maakt het voor u ook veel leuker en uitdagender.
Erg benieuwd ben ik naar uw ervaringen of ideeën rondom het gebruik van leerstijlen! Hoe gebruikt u ze, of waarom gebruikt u ze niet?
Ik deed, onder meer met Teun van Aken, onderzoek naar het gebruik van denkkracht in organisaties en ook in scholen en maakte daarbij gebruik van het Ned Herrmann model. We gebruikten in de verantwoording ook het rapport van Coffield ea.
Als lector van Avans Hogeschool gebruikten we het Ned Herrmann model bij de implementatie van curriculumveranderingen
Van Aken, Bruining, Jurgens en Sanders (2003) Kennis maken met denkwerk.
Bruining en Sanders (2005) Haal meer kennis uit je school.
Bruining (2008) De logica van vraaggericht leren.
Groet, Ton Bruining
Beste Ton,
Dank je wel voor je reactie! Ik ben erg benieuwd op welke manier jullie het model bij de curriculumveranderingen hebben ingezet. Is hiervan ook iets te vinden in de door jou genoemde publicaties? Ik ga ze in ieder geval met interesse lezen! Bedankt voor het delen!
Ze zijn nog steeds als folio-uitgaven te bestellen zie ik en de publicatie uit 2005 is gratis te downloaden. Voor de mensen die het downloaden: het is een .ashx bestand. Na het downloaden heb ik de extensie in .pdf veranderd en toen kon ik het eenvoudig openen.
Haal meer kennis uit je school (2005): http://www.google.nl/url?sa=t&source=web&cd=2&ved=0CCAQFjAB&url=http%3A%2F%2Fwww.kpcgroep.nl%2F~%2FMedia%2FFiles%2FPublicaties%2FHaal_meer_kennis_uit_je_school.ashx
Info over Bruining (2008) De logica van vraaggericht leren, vind je o.a. bij http://books.google.com/books/about/De_logica_van_vraaggericht_leren.html?id=V9sP0XKcJnkC
Meer informatie over de publicaties en Ton: http://www.kpcgroep.nl/KPC-Groep/Onze-adviseurs/Medewerkers/Bruining-Ton.aspx
Hierbij is ‘Learning Organisation: The next generation’ (2009/2010) ook de moeite waard én als pdf te downloaden. Zie http://www.kpcgroep.nl/publicaties/lerende-organisaties-volgende-generatie.aspx (even gegevens achterlaten).
Hartelijke groeten en wie weet komen we elkaar nog wel eens tegen (en ik woon ook nog eens om de hoek bij KPC: Oude Vlijmenseweg),
Marcel de Leeuwe
Marcel,
Een goede post waar ik me helemaal kan vinden. Ik heb een didactisch model ontwikkeld (de e-module driehoek) op basis van de “leerstijlen” van Vermunt. Dit is een model wat uit het onderzoek van Coffield e.a. vrij goed uit de bus komt. Doordat ik hierin de controle aan de lerende zelf geef zet je ze niet vast in een hoekje. Daarbij probeer ik ze te verleiden om een andere vorm te kiezen dan die hun voorkeur heeft. Mijn model blijft echter vrij eenvoudig toe te passen. Bij de leerstijlen van Vermunt is het trouwens ook zo dat mensen een vaste stijl hebben. Hun stijl varieert o.a. op basis van hun motivatie en de inhoud. Ik heb het model uitvoerig beschreven in de laatste TvOO.
Ik denk trouwens dat meer variatie vaak aantrekkelijker is. Daarbij moet echter natuurlijk wel het leerdoel in de gaten worden gehouden, de ene vorm past beter bij het ene doel dan bij het andere.
De blinde vlek is trouwens ook heel herkenbaar. Vaak zijn ontwikkelaars geneigd om werkvormen te nemen die vooral ook henzelf aanspreken.
Met vriendelijke groet,
Tim Lansink
Hallo Tim,
Dank voor je uitgebreide reactie! Vermunt is inderdaad een goede bekende (vooral in Nederland vaste kost bij Onderwijskunde opleidingen) en bruikbaar. Zeker als je het inzet zoals jij dat beschrijft. Verleiden om ook eens buiten de eigen stijl te kiezen is een hele slimme.
Ik ben het eens dat de variatie aantrekkelijk en overigens effectief is. Daarnaast heb ik in mijn eigen afstudeeronderzoek (bij de Open Universiteit, zie https://www.leerbeleving.nl/meer-weten/ en dan onderste artikel) gemerkt dat lerenden soms baat hebben bij vorm of representatievorm X (bijvoorbeeld animaties) terwijl juist bij de groep die er veel baat bij heeft (in mijn onderzoekje de lerende met een beperkte voorkennis op het gebied van statistiek) de neiging bestaat om niet voor deze vorm te kiezen. Ik denk dat je soms als instructional designer ook tegen de voorkeur in kan gaan als dat meer rendement oplevert!
Hartelijke groeten, Marcel de Leeuwe
Hoi Tim,
Overigens goed dat je ook een blog over e-Learning bent begonnen: http://www.usemymind.nl/
Ik kijk uit naar je blogposts! (overigens is je RSS-feed moeilijk te vinden, misschien kun je zoiets als AddToAny in WordPress gebruiken of gewoon een RSS-knop?)
Hartelijke groeten, Marcel de Leeuwe
Dag Marcel,
Dank voor deze mooie post. Ik mis in de onderwijskunde vaak een gedegen overzicht van literatuur en (ontwerp)modellen.
Heb jij zelf ervaring met Allinson en Hayes? Volgens het overzicht de test die het beste scoort.
Groeten,
Tobi Boas
Hallo Tobi,
Dank je wel voor je reactie! Daardoor krijgt de post voor mij ook meer waarde!
Ik heb zelf geen ervaring met Allinson en Hayes, ik heb ook het idee dat dit model in Nederland een stuk minder gebruikt wordt. Ik kan me ook voorstellen dat in de keuze voor een model ook meespeelt op welke manier je het model in gaat zetten (voor lerenden of bijvoorbeeld om je instructional design gevarieerd te maken).
Hartelijke groeten, Marcel de Leeuwe
Dag Marcel,
Een interessant onderwerp! Zelf maken wij gebruik van de Leervoorkeuren zoals deze door Manon Ruijters (Twijnstra Gudde/Universiteit Utrecht) zij gedefinieerd. Op basis van deze indeling ben ik ook bezig om didactiek en werkvormen (met name op het gebied van e-learning) te koppelen aan de verschillende leervoorkeuren.
Met de leervoorkeuren in je achterhoofd, wordt je inderdaad steeds gedwongen om ‘meervoudig’ en kritisch naar je content of programma te kijken.
Met grote groet,
Bob Roos
Dag Bob,
Dank je wel voor je reactie! Manon Ruijters heeft inderdaad ook een mooie en bruikbare set leervoorkeuren gedefinieerd. Ik ben heel benieuwd naar je verzameling werkvormen die je hierop baseert. Komen die nog beschikbaar? Ik begrijp een beetje uit je reactie dat jullie deze ook vooral in de ontwerpfase willen gebruiken, klopt dit?
Zoals je ziet roept elke aanvulling weer vragen en nieuwsgierigheid op!
Hartelijke groeten,
Marcel
Hallo Marcel,
Ik las net met veel belangstelling je post over Leerstijlentests (van een jaar gelden alweer, dus ik hoop dat je mijn reactie nog leest. In mijn werk (taaltrainingen) maak ik veel gebruik van een Leerstijlentest gebaseerd op de meervoudig intelligentie theorie van Howard Gardner. Ik ben benieuwd wat jouw mening over of ervaring met deze vorm van testen is?
met vriendelijke groet,
Evelien
Hallo Evelien,
Het is nooit te laat om met leerstijlen bezig te gaan. De meervoudige intelligentie theorie is niet onomstreden en wordt erg veel in het Nederlandse basisonderwijs gebruikt. Howard wordt in dit document wel beschreven maar niet al te uitgebreid.
Zelf heb ik er geen ervaring mee maar ik weet dat er redelijk veel discussie is over dit model. Aan de andere kant denk ik dat zolang je mensen niet gaat beperken door ze in hokjes in te delen maar om ervoor te zorgen dat je ontwerp zo gevarieerd en rijk mogelijk is, er een prima werkende oplossing ligt.
Hartelijke groeten en bedankt voor je reactie!
Marcel