apr 28

Al heel veel jaren geniet ik volop van het congres Next Learning. Ik mag meedenken over de inhoudelijke invulling en lever ook ieder jaar een bijdrage aan het programma. Ik beloofde op 18 april een sessie te verzorgen én een digitaal naslagwerk te maken met bruikbare tips. Die deel ik ook in deze post.

Dit jaar dacht ik om de lessen en ervaring te delen die ik gedurende 30 jaar heb opgedaan in ons mooie e-Learning vakgebied. Er waren 25 minuten sessies beschikbaar dus dat is een mooie uitdaging. Hoe minder tijd je hebt, hoe langer en moeilijker de voorbereiding is. Ik ben met de presentatie en het maken van het naslagwerk zo’n 3 dagen bezig geweest. Het was best een klus om te bedenken wat mij optimaal helpt in ieder e-Learning project. Ik ben wel blij met het resultaat.

 

Waar heb ik bij elk project weer ontzettend veel aan?

Bij het inventariseren van alle geleerde lessen ontstond er wel een structuur en fasering waar ik blij mee was. Ik kwam uit op de metafoor van een reis. En de modellen, inzichten en methodieken die ik bespreek zijn bruikbaar bij zowel een e-Learning project waarin je een didactisch concept ontwerpt en ontwikkelt maar ook bij een een selectietraject voor een e-Learning systeem/tool.

De verschillende onderwerpen heb ik vervat in de volgende overzicht (metafoor reis):

Onderdelen van de e-Learning reis

Ik licht hier even uit waar de onderdelen uit bestaan en de details vind je in het digitale naslagwerk.

  • Je vertrekpunt
    Voordat je start moet je weten wat jouw uitgangspunten zijn voor je ontwerp. Deze punten geven richting aan je keuzes gedurende je hele project. Biedt veel houvast en duidelijkheid. Het learning manifesto is hier een erg bruikbaar middel.
  • Eindbestemming
    Het helpt ontzettend om te weten waar je wil eindigen. Dit doe ik in gesprek met de opdrachtgever en graag gebruik ik daarbij het Achtveldeninstrument van Kessels & Smit. Dan wordt het gewenste eindresultaat zichtbaar en toetsbaar.
  • Vervoermiddel
    Hoe ga je vervolgens op reis? Op welke manier organiseer je je e-Learning project? Hier maak ik graag gebruik van een meer agile werkwijze om een project te organiseren. SAM, Scrum of Design Thinking maar natuurlijk ook Learning Hackatons zorgen voor een energie, grote betrokkenheid van het team en een kwalitatief goed resultaat.
  • Routehulp
    Als je op reis bent dan is het handig om ondersteund te worden. Dat doe ik graag door modellen zoals ‘5 Moments of Need’ maar ook inzichten van Clark & Mayer en anderen.
  • Bagage
    Wat nemen we mee op reis? Hier denk ik goed na over de leerervaring die wordt ontworpen en ook welke technologie we kunnen inzetten om het eindresultaat te bereiken.
  • Genieten
    Als we klaar zijn moet je het goed vieren én het resultaat en de dingen die je hebt geleerd delen door het geven van presentaties, het schrijven van artikelen of boeken of het schrijven van een blogpost 😉

 

Digitaal naslagwerk

In 25 minuten kun je enkel de kern vertellen met je presentatie (zie slides) en daarom heb ik met Articulate Rise een mini module gemaakt met extra bronnen zodat je echt kunt verdiepen in de dingen die mij in het verleden en in huidige projecten heel erg helpen/hebben geholpen. Je kunt hem openen op je laptop maar ook op je smartphone.

Bekijk de module hier

Een deze is natuurlijk uitgebracht onder Creative Commons licentie dus voel je vrij om te delen en als je toevallig ook een Articulate licentie hebt dan stuur ik je met plezier het Rise project zodat je het zelf kunt bewerken, aanpassen en binnen je eigen werkcontext inzetten.

Tagged with:
mrt 05

Veel e-Learning ontwerpers en ontwikkelaars gebruiken een strak model om het hele ontwerp- en ontwikkelproces te structureren. De moeder van alle Instructional Systems Design modellen (ISD) is ADDIE. De Florida State University heeft dit model al erg lang geleden bedacht en het model is nog steeds veel in gebruik. Toch kent het model veel nadelen. De wereld en de eisen aan de kwaliteit en de snelheid van het ontwikkelproces zijn veranderd. In deze blogpost beschrijf ik een effectievere manier om e-Learning te ontwerpen en te ontwikkelen.

ADDIE als waterval model

ADDIE (zie ook Wikipedia) is een zogenaamd watervalmodel. Het originele model gaat uit van 5 fases die je na elkaar doorloopt. In de loop van de tijd zijn er vele varianten in gebruik geraakt die wat flexibeler zijn en wat iteratiever van aard.

_addie Het lastige aan een model als ADDIE ligt in de versnipperde aandacht van het team en het feit dat niet alle soorten experts bij elke fase betrokken zijn. Dit heeft tot gevolg dat het ontwikkelproces lang duurt, en meer tijd kost. Als ik kijk hoe we dit bij Stoas Learning deden (heet nu Up learning) dan was ADDIE vaak nog het model dat leidend was. En de fases werden meestal achter elkaar doorlopen. Dit had een paar effecten:

  • Sommige e-Learning professionals zoals grafisch vormgevers werden pas in latere fases betrokken. Dit zorgt voor een lagere kwaliteit van het eindproduct en je respecteert dan niet de expertise van deze mensen. Dit is niet bevorderlijk voor de motivatie.
  • Professionals zijn bezig met kleine onderdelen van het resultaat en missen daardoor het overzicht en de betrokkenheid. Je hebt minder kennis en gevoel voor het product.
  • Doordat je het ontwikkelteam ver van de ‘echte klant’ afstaat krijg je vlugger een abstractie van de werkelijkheid. Dit zorgt voor minder aansprekende e-Learning: het gaat van inhoudsdeskundige naar eindresultaat over teveel schijven en verliest zijn ziel en glans.
  • Pas aan het einde van het ontwikkeltraject werd er echt getest met de doelgroep (en soms gebeurde dit pas na oplevering).
  • Fouten die in de ene fase werden gemaakt (of misconcepties, verkeerde aannames, etc.) werden in een latere fase ontdekt en dan kostte het vaak veel werk en geld om de fout weer te herstellen. Er moet soms veel werk over worden gedaan.
  • Door het watervalmodel moest je op elkaar wachten en dat kost tijd. De doorlooptijd was groot.

Nieuwe aanpak nodig

Een nieuwe aanpak is nodig om de snelheid te verhogen, de kosten te beperken en de kwaliteit te verhogen. Ik zie in de offertetrajecten (voor het maken van e-Learning content) die ik bij organisaties begeleid dat e-Learningbedrijven soms twee productieprocessen aanbieden waarvan het eerste het traditionele ADDIE methodiek volgt en de tweede een iteratief, kort en agile proces voorstaat. Er is duidelijk een verschil in de twee varianten die ze offreren; de tweede agile variant heeft een kortere doorlooptijd, een lagere investering in tijd en een lagere prijs. De resultaten zijn minimaal zo goed.

Ook ben ik zelf steeds meer betrokken bij ontwerp- en ontwikkelprocessen waarbij wordt gezocht naar een effectievere ontwerp- en ontwikkelmethodiek. Om me hierin beter onderbouwd te bewegen volg ik binnenkort een training om Scrum master te worden. Scrum is niet helemaal hetzelfde als agile maar wel een bruikbare vorm denk ik. Het is vooral in softwareontwikkeling een veelgebruikte methodiek. Voor een uitgebreide uitleg over Scrum kun je de prima ‘Scrum Reference Card‘ bekijken van Michael James.

Leaving ADDIE for SAM

Een boek dat ik iedereen die het ADDIE model wil heroverwegen en die zoekt naar een goed alternatief kan aanraden is ‘Leaving ADDIE for Addie for SamSAM, An Agile Model for Developing the Best Learning Experiences‘. Hierin beschrijft Michael Allen welke werkbare alternatieven er zijn. De titel geeft al aan dat het gaat over het ontwikkelen van leerervaringen en Allen laat in de introductie niet alleen zien dat een nieuwe manier van ontwikkelen gewenst is maar dat we ook meer kunnen en moeten opleveren dan de pure e-Learning content die we nu vaak opleveren.

In de eerste hoofdstukken schetst hij een waardevol beeld van wat e-Learning zou kunnen zijn. Door de focus op e-Learning onderscheidt het model van Allen zich van de algemenere en meer op de softwarebranche gerichte methodieken als Scrum. Het model SAM dat door Michael Allen wordt voorgesteld is er in twee varianten en  staat voor “Successive Approximation Model”. Hierin ga je heel iteratief te werk en werk je met de echte gebruikers vanaf het begin samen. Je zit dicht bij de praktijk van de gebruikers en probeert in elke fase veel uit met prototyping.

Dit steeds proberen en direct bijsturen past beter bij de complexe werkelijkheid waarmee we te maken hebben. In het Cynefin framework (zie Wikipedia) zie je dat je in een complexe situatie niet goed kan uitgaan van resultaten uit het verleden en dat 3 zaken belangrijk zijn:

  1. Probe
  2. Sense
  3. Respond

Het SAM model van Michael Allen ziet er schematisch zo uit:

_samproces

Een registratie van een webinar van een uur over SAM kun je hier bekijken.

Design Thinking for Educators

Ik zie een aantal ontwikkelingen ontstaan die allemaal hetzelfde proces beter en iteratiever proberen te maken. Een andere methodiek waar ik met plezier mee werk is Design Thinking. Dit is een methodiek afkomstig van het vooraanstaande ontwerp- en innovatiebureau IDEO. Ook in deze methodiek wordt er gedacht vanuit de gebruiker/lerende en vindt er veel iteratie plaats. Het gave is dat ze de methodiek van Design Thinking, die vooral in product- en diensteninnovatie wordt gebruikt, hebben toegepast op het onderwijs.

Voor het Amerikaanse basisonderwijs hebben ze erg veel gedaan en stellen ze de zeer praktische en uitgebreide ‘Design Thinking for Educators Toolkit’ beschikbaar. Via deze pagina vind je meer informatie. Er lijkt nu een technisch probleem te zijn met de pagina van het project, daarom bij deze de DesignThinkingForEducatorsToolkit (.zip van 5,4 MB) met daarin een pdf met de Design Thinking Toolkit, een Designers workbook en een leeg Designers workbook.

Visualisatie van het proces volgens de Design Thinking for Educators methodiek van IDEO:

 

_DTfE

Tagged with:
aug 13

Video wordt steeds belangrijker binnen e-Learning. In deze blogpost een paar goede en leerzame bronnen om goed te leren filmen.

Video steeds belangrijker

Video wordt steeds belangrijker. Als we kijken naar alleen al de statistieken van YouTube (d.d. 12 augustus 2013) zien we dat elke maand meer dan 6 miljard uur aan video wordt bekeken. Dat is bijna een uur voor elke mens op aarde en twee keer zoveel als vorig jaar.

Ook binnen e-Learning biedt video een manier om effectieve en krachtige content te bieden op een relatief eenvoudige en snelle manier. Het mooie is dat het maken van content dichtbij komt voor inhoudsdeskundigen en onderwijskundigen. Veel deelnemers aan de training Video in e-Learning die ik verzorg gaan zelf educatieve video’s maken en weten met basiskennis en onderwijskundige talenten iets moois en bruikbaars te maken.

Filmen en monteren leer je natuurlijk door het vooral te doen en fouten te maken maar er is een heel aantal boeken, online materiaal en video’s die je snel op weg helpen. In deze blogpost de beste bronnen op een rijtje.

Leren filmen met een boek

_roemerEr zijn veel boeken over filmen. Een standaardwerk dat ik bij iedere training aan deelnemers meegeef is ‘Films maken’ van Roemer Lievaart.

Het is een praktisch boek dat een groot aantal onderwerpen behandelt op een eenvoudige manier. Lievaart weet uitstekend de balans te vinden tussen breedte en diepte van de inhoud.

Een goed Engelstalig eBook is ‘The videomaker guide to video production’, een praktische verzameling artikelen. Geschreven door verschillende auteurs dus niet zo consistent en goed als het boek van Lievaart.

Een derde goed eBook is de ‘MediaStorm Field Guide, to powerful multimedia storytelling’. Mooie van deze iBook is de hoeveelheid perfecte voorbeelden met video. Dat is veel duidelijker dan dat je sommige principes in tekst of afbeeldingen uitvoert.

Leren filmen met een F2F cursus

Zoals gezegd verzorg ik zelf een training Video in e-Learning die je specifiek leert om video toe te passen binnen e-Learning. Met veel aandacht voor onderwijskundige toepassingen.

Er zijn echter veel zinnige opleidingen en cursussen die gaan over filmen/monteren of storytelling. Zonder de aandacht voor onderwijskundige dingen maar wél goed.

De Vakopleiding CAMJO van Open Studio in Amsterdam is een omvangrijke opleiding waar je leert filmen, monteren, interviewen etc. Het is een erg praktische opleiding die een prima prijs-kwaliteit verhouding biedt. Er wordt gefilmd met camera’s die je mag lenen (of je eigen camera) en gemonteerd met Final Cut Pro X. Je maakt korte items. Ik heb hierin veel geleerd, vooral door vlieguren te maken en werk van elkaar te bekijken en samen te verbeteren.

Een tweede cursus die ik ook zelf heb gevolgd is ‘Storytelling in tekst en beeld’ bij de Media Academie in Hilversum. Superinspirerend met geweldige docenten die diep duiken in het visuele verhalen vertellen. Je kijkt daarna niet meer hetzelfde naar TV en documentaires.

Leren filmen met webbased training

Natuurlijk is er ook online voldoende te vinden. Op de themasite ‘Video in het onderwijs’ van Kennisnet is veel bruikbare informatie en voorbeelden te vinden.

_videoles

Kennisnet heeft ook een Online workshop ‘Video in de les’ gemaakt. Deze webbased training is gratis te gebruiken.

Een andere, meer technische webbased training is ‘A Look at Open Video’ die inzichtelijk maakt wat er gebeurt met open videobestanden, streamen, codecs etc.

Leren filmen met video’s

_logovideomakerEr is een groot aantal video’s waarin je verschillende aspecten van het filmen en monteren leert.

Videomaker is een magazine (op papier) maar ook een sterke online community waarin je webinars kunt volgen maar er worden ook zeer bruikbare tutorials aangeboden. De tutorials vind je hier.

Tenslotte is de Vimeo Video School een aanrader. Leer in korte filmpjes met een twist over veel verschillende onderwerpen. Hoog DIY-gehalte.

Heb jij nog tips voor bronnen etc. dan nodig ik je van harte uit om deze in de opmerkingen toe te voegen!

Tagged with:
mei 02

Vorige week was Fabrizio Cardinali op bezoek bij Stoas. Fabrizio is CEO van Guinti Labs en voorzitter van de ELIG. Hij was in Nederland voor een Stoas seminar over content management. Mijn collega Rens stelde hem wat vragen, ik filmde. Een verder videoverslag van het seminar (van mijn hand) volgt nog.

De vragen die we stelde aan Fabrizio Cardinali:

  1. What is your vision on nearby and future developments within the e-Learning field?
  2. How do you look at the trend of so-called ‘Rapid e-Learning’?
  3. Why should or shouldn’t you invest in learning content management?
  4. Can you give some examples when you advise not to use an LCMS?
  5. What is your opinion on open source and open source as a software development company?
  6. Implementing a solution like learn eXact Enterprise, is that extensive and complex process?

LCMS nuttig?

Ik vond het interview en het seminar erg interessant. Ik werd aan de ene kant kritischer op systemen als een Learning Content Management Systeem (LCMS), aan de andere kant vond ik het een inhoudelijk sterk verhaal met een goede onderbouwing en een levendige visie. Zie voor een introductie op een LCMS het Wikipedia artikel.

Mijn gevoel (en ook mijn ervaring) vertelt me dat de implementatie van een LCMS een erge complexe en omvangrijke operatie is die maar voor een klein deel van de e-Learning ontwikkelteams en organisaties relevant is. Een LCMS is een interessante en waardevolle optie als:

  • je als organisatie grote hoeveelheden e-Learning ontwikkelt;
  • je erg veel updates uitvoert;
  • je werkt met een grote groep ontwikkelaars;
  • je e-Learning content is opgedeeld in relatief kleine eenheden (discussie rondom RLO, zie ook dit artikel uit 2002);
  • je een grote mate van herbruikbaarheid van kleine eenheden van dit materiaal nastreeft en echt wil realiseren;
  • je de content in grote mate wil personaliseren (op groepsniveau of individueel niveau).

Met name dat laatste vind ik heel waardevol. Met een LCMS ben je goed in staat om te differentiëren op taal, voorkennis, multimediavorm, stijl, vormgeving op elk gewenst niveau. En om het dan nog krachtiger te maken kun je dit nog uitbreiden met een persoonlijk leerpad waarbij je aan de hand van voorkennis en competenties kleine leereenheden uitserveert naar de lerenden die precies passen bij zijn/haar leervraag. Hier kun je absoluut winst behalen, op alle fronten (rendement, financieel, ontwikkeltijd, onderhoud).

LCMS niet nuttig?

Zelf geloof ik veel minder in 2 voordelen die vaak genoemd worden bij een LCMS: herbruikbaarheid en multichannel uitleveren. Dat laatste betekent dat je inhoud bijvoorbeeld uitlevert op papier, op een computerscherm en via mobiele telefoons. Ik denk dat je vanuit didactisch oogpunt erg verschillend materiaal moet maken en dat je het ontwerp per device op hun specifieke kwaliteiten en kenmerken moet baseren. Ik geloof niet zo dat je met een systeem met 1 druk op de knop zoiets goed kunt doen. Brengt me bij mijn tweede punt; herbruikbaarheid. Theoretisch gezien is herbruikbaarheid mooi: minder kosten, veel consistentie. In 2000 heb ik al eens meegedaan met een Europees R&D project waar herbruikbaarheid belangrijk was. In de praktijk bleek dit moeilijk: goed metadateren kost veel tijd en kunde, vaak was het goedkoper om een leerobject opnieuw te maken. Mensen vonden het ook moeilijk om materiaal van een andere 1-op-1 te hergebruiken. Eigen materiaal maken had vaak de voorkeur.

Een essentiëler probleem vind ik liggen in de basisgedachte van een LCMS: de content wordt gemaakt door een groep experts/ontwikkelaars. Er is weinig ruimte voor ontwikkelingen zoals informeel leren en user generated content. Het zou mooi zijn als een LCMS bijvoorbeeld ook faciliteert dat de inhoud kan worden aangevuld door de gebruikers. Ik geloof niet dat content alleen gemaakt wordt door ontwikkelaars, zie ook mijn eerdere blogpost. Wat vinden jullie?

Nawoord/aanpassing:

Job heeft in de comments de onderstaande opmerking gemaakt. Ik denk dat de opmerking relevant is en wil graag hier in de post nog een reactie geven. Job zei:

Ben het niet helemaal eens met je bezwaar tegen multichannel. Ik denk ook niet dat het zinvol is om 1-op-1 content die ontwikkeld is voor pc over te zetten naar mobiel. Wel denk ik dat bepaalde assets herbruikbaar zijn (bijvoorbeeld video). Een goede assetslibrary kan dan handig zijn.

Hij heeft gelijk. In mijn post heb ik het wat zwart/wit omschreven. Ik geloof niet in de ‘Publish to all’ functionaliteit waarbij je geen hernieuwd ontwerp maakt. Wel geloof ik in het hergebruik van assets (kleinste herbruikbare eenheden; video, afbeeldingen etc.) zoals video. Als je die maakt met het idee van toepassing op meerdere platforms dan heb je daar wel degelijk herbruikbaarheid te pakken. Dit zelfde geldt wellicht voor een deel van de graphics. Voor tekst zie ik dat veel minder gebeuren. Wel vind ik dat je ontwerp dieper moet gaan dan het simpelweg beschikbaar stellen van dezelfde cursus. Zie ook eerdere blogpost over mobiele Moodle toepassing. Voor een dynamisch en controleerbaar hergebruik zoals Job beschreef is dan de inzet van een systeem zoals een LCMS wel onontbeerlijk.

Foto-impressie van het seminar:

Video-impressie van het seminar:

Tagged with:
jan 07

Al jaren wordt de term SCORM gebruikt in vele gesprekken over contentontwikkeling. Gisteren verzorgde ik weer een avond over e-Learning Tools in het kader van de post HBO-opleiding e-Learning van Fontys. Ik pleit ervoor om niet blind te varen en heel kritisch te kijken of SCORM wel relevant is voor je organisatie.

Wat is SCORM?

De officiële site van ADL, de organisatie achter SCORM zegt:

SCORM is a collection of standards and specifications adapted from multiple sources to provide a comprehensive suite of e-learning capabilities that enable interoperability, accessibility and reusability of Web-based learning content.

De lijst met veelgestelde vragen helpt je al wat verder. In de gratis WBT over e-Learning tools vind je ook uitleg. Kort gezegd regelt SCORM de communicatie tussen de content en een omgeving die de content uitlevert, bijvoorbeeld een leeromgeving. Door gebruik te maken van de SCORM specificaties kun je bijvoorbeeld de toetsuitslag van een lerende opslaan in de leeromgeving. Ook is het eenvoudiger om van systeem te wisselen en toch nog je materiaal goed te kunnen afspelen in een nieuwe omgeving (als die ook dezelfde versie van SCORM ondersteunt).

scorm

Waarom SCORM?

De standaard zorgt ervoor dat je enigszins de garantie hebt dat content afgespeeld en begrepen wordt door je leeromgeving en je kunt de content uitwisselen. Als je een andere ELO gaat gebruiken dan zou je in principe je content uit je oude ELO kunnen halen en het zonder aanpassing in je nieuwe ELO moeten kunnen gebruiken. Het bijhouden van het leerproces kan ook prima met SCORM.

Probleem met SCORM

Er zijn er velen, de belangrijkste:

  • het zijn specificaties die nog niet volledig uitontwikkeld zijn;
  • fabrikanten beloven veel maar interpreteren SCORM soms net anders, dit zorgt voor een niet complete uitwisseling van gegevens en soms is zelfs het afspelen een probleem;
  • SCORM-compliancy kan op vele niveaus. Als een partij dus roept dat de content SCORM compliant is dan kan het toch moeilijk zijn om de gegevens uit te wisselen op de manier en het niveau die jij wilt;
  • de term wordt veel gebruikt als een gerustellend iets, als een soort kwaliteitsstempel. Het zegt echter niets over de kwaliteit van het materiaal;
  • soms zit SCORM een optimale leerervaring in de weg. In sommige ELO’s (ook de grotere) worden SCORM-pakketten lelijker en onhandiger afgespeeld dan bijvoorbeeld HTML bestanden.

Advies

Het is belangrijk om te bedenken waarom je voor SCORM kiest. Wat wil je precies doen met je content? Gaat het om de mogelijkheid om content uit te wisselen, gaat het om het bijhouden van gegevens van leerprocessen? En wat wil je dan bijhouden? Ik heb er geregeld voor gekozen om content te maken die niet SCORM-compliant is. Omdat het niet nodig was en omdat SCORM ook beperkingen met zich meebrengt.

Ben ook heel kritisch naar aanbieders van content en systemen. Beloftes komen niet altijd uit. Vraag om bewijs: laat het maar zien hoe het werkt!

Tenslotte kun je content testen met de testtool van ADL.

SCORM hoeft niet weg van mij mag ook geen automatisme zijn om altijd maar SCORM te gebruiken. Think before you SCORM!

Tagged with:
nov 13

Tussen 26 en 29 oktober vond het congres Learning 2008 plaats. Nu raakt ook de voor iedereen toegankelijke LearningWiki gevuld en biedt het een rijke verzameling foto’s (>1000), podcasts en gefilmde sessies.

Masie zorgde niet alleen tijdens het congres voor een prima palet aan werkvormen maar ook het beschikbaar stellen van deze inhoud laat zien dat hij doet wat hij voorstaat. Toch wat anders dan sommige e-Learning experts die voor elke zucht flink laten betalen. Zelfs de hoogtepunten van Learning 2007 zijn nog terug te vinden.

Open Source Game
Een hele leuke activiteit die tijdens het congres plaatsvond was het ontwerpen en bouwen van een game door studenten. De game over telewerken werd tijdens het congres in de hal ontwikkeld, soms werden de studenten op het podium geroepen om uitleg te geven. Deelnemers werden uitgenodigd om input te leveren. Knap dat het gelukt is om in een paar dagen een game te maken ook al is ie niet echt heel prettig speelbaar vind ik. De game is te bekijken via de wiki en daar kan hij ook aangepast worden. Je kunt ook direct naar de game gaan of eerst een video bekijken.

Video’s
De kwaliteit van de video’s is hoog, en zijn vooral opgenomen bij de plenaire sessies. Enkele hoogtepunten die het waard zijn om te kijken:

  • Arch Lustberg over communicatie van presidentskandidaten. Ga direct naar de video.
  • Tony O’Driscoll over toekomst van leren vanuit academisch perspectief. Ga direct naar de video.
  • Sue Gardner (Wikipedia) over Collaborative Knowledge. Ga direct naar de video.
  • Charles Fadel over Multi-Modal Learning met interessante tips over gebruik multimedia. Ga direct naar de video.

Slimme aanpak?
De komende tijd wordt er nog meer content in de wiki gezet die allemaal gratis beschikbaar is. Zelf vind ik dit een heel goed initiatief maar sommigen vinden het dom van een organisator omdat er dan minder mensen zouden komen naar het event zelf.

Wat vind jij? Is het slim om inhoud gratis aan iedereen beschikbaar te stellen?


Tagged with:
okt 02

Veel van de huidige educatieve games zijn zwak ontworpen. Ik geloof niet in de meeste edugames. Wel vind ik het concept van spelend leren goed. Alleen zijn veel games slecht ontworpen en is het een manier om content te presenteren waarbij de speler maar weinig eigen inbreng heeft.

Spelers maken zelf content
Meer kans zie ik in games waarin spelers zelf content maken. Al eerder schreef ik hier een post over. Een prachtig voorbeeld is de game World without Oil. waarbij gedurende 32 dagen de spelers zo’n 80% van de inhoud maakte (video’s, blogs, etc.), het verloop van de game werd afgestemd op de inbreng van de spelers. Dit type game wordt ‘Alternate Reality Game’ genoemd.

Ik denk dat dit een veelbelovende manier is van spannende gamebased leerbelevingen waarbij de speler geactiveerd wordt door zelf content te produceren.

Superstruct: Massively Multiplayer Forecasting Game
Nu is er de mogelijkheid om vanaf maandag 6 oktober mee te doen aan zo’n game. Het Institute for the Future heeft een game gemaakt, genaamd SUPERSTRUCT. De game (simulatie) is gratis te spelen en speelt zich af in 2019. Ook hier bepalen de spelers de toekomst door zelf de toekomst te maken. Door weblogs uit de toekomst te maken, podcasts, discussies te voeren etc. Na 6 weken is het spel afgelopen en wordt de balans opgemaakt. De website vermeldt het volgende over de game:

On September 22nd 2008, the Institute For the Future will launch the world’s first Massively Multiplayer Forecasting Game: Superstruct.

More than just about imagining what lies ahead, Superstruct is about building a better, stronger future. It’s about inventing new ways to organize the human race and augment our collective human potential.

With Superstruct IFTF introduces a revolutionary new forecasting tool: Massively Multiplayer Forecasting Games (MMFGs). MMFGs are collaborative, open source simulations of a possible future.

Wat schrijven anderen erover?
Ze hebben alleen geen gelijk als ze stellen dat dit de eerste game is maar dat is even niet belangrijk. Doe mee en bezoek de website: www.superstructgame.org. Wil je eerst meer lezen over deze game, zie dan:

Zie de introductievideo van het Institute for the Future:

Lijkt zo’n opzet je wat? Wat vind je van het idee om op deze manier de toekomst te verkennen?

Tagged with:
aug 08

Je hoort er natuurlijk niet meer echt bij als je niet publiceert. Of het nu gaat om YouTube, SlideShare of MindMeister; zelf dingen maken en delen is belangrijk. Nu is er een nieuw platform waar documenten gedeeld kunnen worden. Handig voor leersituaties?

Issuu?
Issuu is een web 2.0 toepassing waar je documenten kunt delen en kunt becommentariëren. Zoals ze zelf zeggen:

Issuu is a Living Library. Upload and share the web’s best publications and get recommendations from your friends.

Klinkt goed. Waar het op neer komt is dat je PDF-bestanden kunt uploaden (maximaal 500 pagina’s en 100 MB). Deze bestanden worden dan omgezet in een soort Flashy PDF in de vorm van een doorbladerbaar boek. Een echt e-book 😉

Handig?
Het is niet heel revolutionair, er zijn meerdere tools die dit kunstje kunnen. Maar dan wordt het resultaat op uw eigen server neergezet. Hier is er een echte community vergelijkbaar met andere web 2.0 sites waar u ook veel goede content kunt vinden.

De site werkt prima, de inhoud van het document is prettig toegankelijk en de inhoud kan gedeeld worden. Dit delen kan met de hele wereld of u houdt het document verborgen en stuurt de link naar personen die het moeten zien. In het laatste geval is het document nog steeds openbaar toegankelijk als iemand de url kent.

Tenslotte kan de inhoud op uw blog of in uw leeromgeving worden embed. Er zijn dan vele mogelijkheden om het document op een mooie manier te embedden. U kunt kleuren etc. allemaal instellen voordat u de code kopieert.

Wat heeft dit met leren te maken?
Er is op de site al heel wat educatieve inhoud te vinden. Maar het lijkt me ook erg aardig te gebruiken in scholen. Het is leuk om je werkstuk op deze manier te verfraaien en aan anderen beschikbaar te stellen. Niet heel spannend maar wel aardig.

Of vindt u dit een slechte ontwikkeling en is het een arme manier om content aan te bieden?

Een voorbeeld van een Issuu document:

Tagged with:
jul 04

Vaak zie ik dat er e-Learning wordt aangeboden waarbij lerenden op een link naar een Word-bestand moeten klikken waar dan een meerkeuzevraag wordt gesteld. Dit moeten ze dan intikken, uitprinten en inleveren.

Stoppen! Waarom doen we dit? Als we ervoor kiezen om leermateriaal digitaal aan te bieden moeten we onzelf minimaal dwingen om de meerwaarde van het digitale optimaal te benutten.

Unicef stelt leermateriaal digitaal beschikbaar
Soms is er een twijfelgeval. Zo heeft Unicef lesmateriaal gemaakt. Dit bieden ze nu gratis via hun site aan, goed idee. Maar er is niet optimaal gebruik gemaakt van de mogelijkheden. Het is inhoudelijk en didactische sterk lesmateriaal over kinderen in crisisgebieden, netjes ingedeeld op jaren (van de basisschool).

De site begint flashy maar eigenlijk is het een verzameling mooi opgemaakte PDF’s. Iedere les wordt ingeleid met een persoonlijk verhaal. Dit verhaal bestaat uit teksten en afbeeldingen. Een digital story zou het veel indringender hebben gemaakt. Overigens gebruiken ze soms wel verkeerde termen. Zo wordt de term WebQuest gebruikt voor een blad met meerkeuzevragen. Dit doet echt tekort aan de prachtige WebQuest methodiek, die hier overigens prima gebruikt zou kunnen worden.

Jeuk
Bij zo’n product (dat prima is als je het op papier aanbiedt) jeukt het bij mij om er echt iets moois van te maken. Misschien iets voor een soort prijsvraag van Unicef aan e-Learning ontwikkelaars? Ik help graag mee!

Een prachtig voorbeeld van de manier waarop de introductieverhalen ook hadden kunnen worden uitgewerkt vindt u in een artikel in de Encyclopedia of Educational Technology van San Diego State University. Het loont ook de moeite om de rest te bekijken.

Tagged with:
jun 28

Een bevalling is geen sinecure. Er komt nogal wat competenties bij kijken. Er was al een oefenpop waarmee bevallingen geoefend konden worden, nu is er ook een digitale aanvulling waarmee met name problematische bevallingen de nodige aandacht krijgen.

Het European Design Centre in ‘s-Hertogenbosch heeft voor het Máxima Medisch Centrum in Veldhoven een simulatie ontwikkeld op basis van augmented reality. Een ander project van ze waarin ze brandweermannen trainen op deze manier heb ik al wel eens beschreven in een post.

De Volkskrant heeft er een video van gemaakt. Lijkt me een hele aardige aanvulling van de opleiding.

Bij het opstarten van de video wordt er gedurende een aantal seconden een zwart scherm getoond. Gewoon even wachten.

Tagged with:
preload preload preload