Op woensdag 10 maart vond aan het einde van de eerste IPON-dag weer de TeachMeet plaats. Een mooie bijeenkomst waar mensen hun passie delen tijdens de borrel of de 2 of 7 minuten durende presentaties. Deze keer heb ik de gelegenheid gebruikt om iets te delen rondom de makers/uitgevers van e-Learning.
Wie maakt e-Learning?
Volgens mij moeten veel onderwijsontwerpers, instructional designers of hoe je ze ook noemt snel een meer bescheiden plaats innemen. ‘We’ denken dat wij de wijsheid in pacht hebben en hoewel we natuurlijk goede analyses uitvoeren, onze doelgroep goed kennen en mensen uit de doelgroep betrekken tijdens het ontwerp- en ontwikkelproces gaan we vaak ervan uit dat WIJ de content maken. De lerende consumeert dan onze interactieve e-Learning module. Maar hoe interactief we het ook maken (quiz, cases, games), het echte maakwerk is dan al door de instructional designer gedaan. Ik vind dat we de lerende in een actieve rol moeten plaatsen. Door het maken van content leer je dieper. Het effect is langduriger. Als je bijvoorbeeld lerenden zelf quizvragen (en antwoorden) laat maken, leren ze veel meer dan wanneer je ze een perfect gemaakte quiz voorschotelt. Voor mij zijn er 3 zinvolle groepen makers van e-Learning:
- e-Learning ontwerpers/ontwikkelaars (instructional designers, onderwijskundigen,…);
- docenten, leerkrachten en trainers;
- leerlingen, studenten, lerenden.
Alleen maar User Generated Content?
In initiatieven zoals Wikiwijs geloof ik niet. Ten eerste denk ik niet dat iedere goede docent of leerkracht een goede e-Learning ontwerper is. Ten tweede denk ik dat de community te gesloten is (geloof meer in MERLOT-achtige leermiddelenbanken) en ten derde denk ik dat weinig tot geen leerkrachten en docenten de tijd, kennis of zin hebben om steeds maar weer met weinig eenduidig lesmateriaal te gaan arrangeren. Materiaal in een site als Wikiwijs is dan leuk om af en toe erbij te pakken maar zal (in ieder geval in het basisonderwijs) nooit een echte concurrent gaan worden van de leermiddelen van een uitgeverij.
Maar laten we niet deze discussie te zwart/wit voeren. De Groep Educatieve Uitgeverijen wijst in een reactie op Wikiwijs al dat een rol vanuit de uitgeverijen bij initiatieven als Wikiwijs wenselijk is. Mij lijkt inderdaad dat de content van uitgeverijen of e-Learning ontwikkelaars prima gecombineerd kan worden met content die door onderwijsgevenden of lerenden wordt gemaakt.
Zo is het bij Dr. Digi (de digibordmethode van Noordhoff Uitgevers voor het basisonderwijs) niet alleen mogelijk om de content van Noordhoff te gebruiken maar op elke pagina is het mogelijk om als leerkracht zelf content toe te voegen. Volgende stap kan zijn dat je deze materialen met anderen kunt delen en dat ook leerlingen materiaal kunnen toevoegen.
Leren is niet alleen content!
Leren is beleven en we doen lerenden dan ook te kort door ze alleen als consumenten van leermateriaal te beschouwen. Leren is geen helemaal uitgestippelde reis maar meer een pad dat ook enige ruimte moet scheppen. Als onderwijskundig ontwerpers moeten we open staan voor wat de lerende meemaakt. En de betrokkenheid kunnen we snel verhogen door lerenden actief en producerend te laten leren. Ze wordt het leermateriaal dat van henzelf is. Niet alleen van een uitgeverij of zelfs niet alleen van de docent. Je bent als lerende zelf eigenaar van het leren. Laten we leeractiviteiten/leerervaringen ontwerpen, of nog beter: laten we leerbelevingen ontwerpen. Het materiaal kan dan deels door ontwerpers/ontwikkelaars en deels door lerenden worden gemaakt.
Samen produceren = dubbel resultaat
Ik heb de volle overtuiging dat het samen produceren van leermateriaal zorgt voor betere leerervaringen, lagere productiekosten, hoger rendement en een grotere betrokkenheid van lerenden en onderwijsgevers. 1 + 1 is hier wel meer dan 3!
Dus beste ontwikkelaars: kom van jullie troon af. Waardeer de lerenden meer en geef ze de ruimte om mee te ontwikkelen. Jullie zijn geen contentontwikkelaars maar leerervaringontwikkelaars! Dat is de kern van jullie activiteit. Sites als Livemocha hebben dit goed begrepen en waarderen de input en aanvullingen van lerenden (gebruikers maken op deze site o.a. zelf aanvullende oefeningen).
Jullie zijn nu aan zet!
Zou je niet 2 dingen moeten proberen te scheiden? Inhoud en verpakking?
Uit ervaring weet ik dat bijna geen enkele ELO ten volle benut wordt…mijns inziens omdat er door bouwers niet geluisterd is naar de vragers. Ook hier geldt…digitaal aanbieden van onderwijsinhoud moet een probleem opplossen. Dus een leeromgeving of leermanagement systeem dat luistert naar onderwijs.
Ten tweede de inhoud: heeeeel veel onderwijsinhoud is gemaakt als BOEK…je kunt (zie wikiwijs opmerking) een boek niet 1 op 1 omzetten in een digitale vorm van aanbod. Je krijgt dan dat wat er mijns inziens nu gebeurt: ge PDFTe leerinhoud…onzin, zinloos, nutteloos…dus dat is geen optie.
Dus ook de inhoud moet aangepakt worden.
Er zijn heel veel mensen die verstand hebben van hoe je onderwijs digitaal zou kunnen aanbieden (blended het liefst wat mij betreft) en heel veel prachtige boekenschrijvers. Daarnaast ook goede software ontwikkelaars of mensen die de dingen aan elkaar kunnen verbinden.
De handen ineenslaan met ontwikkelaars, creatievelingen, uitgevers, software ontwikkelaars en met 1 doel: de leerling en onderwijs staan 100% voorop….daar ligt de winst en niet in de euro’s… bel me maar 🙂
Ha Karin,
Goed dat je het nog breder trekt. Natuurlijk kunnen er bij het maken nog meer expertises bijeen komen (interaction designers, grafisch vormgevers etc.). De scheiding van inhoud en verpakking zou ik juist niet willen maken.
Je ontwerpt een e-Learning ervaring. Daarin zit vorm, verpakking, inhoud, techniek, tools, devices,… maar voor de lerende is het een activiteit. Of het leren nu plaatsvindt door een chat, wiki, WBT, video, blogpost, etc., het gaat voor de lerende niet over alle losse onderdelen en systemen.
Met je opmerking over het ‘digitale boek’ heb je 100% gelijk. We moeten daarom echt nadenken over wat content nu is en we moeten leeractiviteiten aanbieden. Content is geen passief boek met af en toe een vraag.
Het moet 1 wervelend geheel worden waarmee ieders potentieel (ook dat van de lerenden) vol worden aangesproken en benut.
Daar ligt inderdaad de winst! Dank voor je reactie!
Hartelijke groeten, Marcel
Hoi Marcel,
complimenten voor – naar mijn smaak – het beste artikel over E-learning dat ik sinds lang gelezen heb. Maar misschien ben ik geconditioneerd vanwege het feit dat ik het er ook 100% mee eens ben…
hartelijke groet,
Frans
Hoi Frans,
Dank je wel voor dit mooie compliment en voor de tweet!
Hartelijke groeten, Marcel
Hoi Marcel,
Idd een goed artikel. Ik heb ook mijn vraagtekens bij ‘het boek als uitgangspunt nemen’. Ik denk dat de content flexibel moet zijn en dat uitgevers/e-learning-makers meer een adviserende rol in ‘de beleving van de inhoud’ moeten gaan spelen.
Groet Agnes
Hoi Agnes,
Content zou inderdaad best flexibel kunnen zijn. En de definitie van content mag ook flexibel zijn. Je hebt ‘gecertificeerde’ content van de ‘professionele’ maker en je hebt waardevolle content van lerenden en docenten. Zo kan ik me voorstellen (ben geïnspireerd door de mooie en prikkelende foto’s die jij maakt) dat bij een les over mediawijsheid niet alleen voorbeelden worden bekeken en dat kinderen iets leren over het interpreteren van bv foto’s maar dat ze zelf ook foto’s maken en bewerken. Dat zou je als ontwerper kunnen bedenken.
Of iedere uitgever en e-Learning maker die adviserende rol KAN en WIL spelen is weer een andere vraag. Want je geeft ook wel iets uit handen. Dat geldt ook voor de e-Learning makers die voor bedrijven en overheid e-Learning content maken.
Het is een spannend maar belangrijk vraagstuk. Niet alleen voor de lerenden maar zeker ook voor uitgevers/e-learning makers.
Hartelijke groeten, Marcel
Bedoel je zoiets met je lerenden als ontwerpers? (ik probeer even iets in elkaar te zetten om een idee te krijgen)
Opdracht: Veilig werken is erg belangrijk, we willen niet dat er ongelukken gebeuren tijdens het werk. Je moet de regels kennen en de voorschriften voor de veiligheid in het werk. Ontwerp een manier om te leren veilig te werken in je beroep.
(misschien is dit wel een te grote opdracht?)
Hoi Jaap,
Die opdracht zou prima zijn. Wel complex maar zolang je als basis de regels meegeeft dan zou het een mooie opdracht kunnen zijn. Je zou dan nog wel gerichte hulp/suggesties/voorbeelden kunnen geven om ze verschillende manieren om zoiets te leren te laten zien (in dit geval kun je instructiefilmpjes maken, fotoverhalen, waarschuwingsborden, presentaties geven, quizzen, …etc.).
Ook kan ik me voorstellen dat ze wel lesstof krijgen over veilig werken en vervolgens zelf casussen gaan bedenken.
Zo’n onderwerp leent zich uitstekend voor aanvullend producerend leren. Want je hebt met doelstellingen te maken op zowel kennis- als attitudeniveau (en misschien ook nog vaardighedenniveau?). Dan kun je imho juist door het actief maken van aanvullend materiaal het geleerde veel beter verankeren. Als je alleen de regels uitlegt en ze dit laat consumeren dan glijdt het geleerde van iedereen af op het moment dat ze de e-Learning module afsluiten/het klaslokaal uitgaan.
Mooie uitdaging! Hartelijke groeten, Marcel
Hai Marcel,
Ik ben het zeker met je eens. Kijkend naar het onderwijs voegt het leren op deze manier voor de ‘lerende’ ook een extra dimensie/rol toe omdat de betrokkenheid bij het eigen leerproces enorm vergoot wordt. Dit is ook een argument om in het ‘bedrijfsleren’ meer op deze manier te gaan werken.
Je geeft in je stuk aan dat deze manier van werken naast de verhoging van betrokkenheid, de leerervaring en het rendement ook lagere productiekosten tot gevolg heeft. Dat zou mij als low-budget-bedrijfsopleider als muziek in de oren moeten klinken, maar ik heb daarbij mijn twijfels…Of, laat ik het zo zeggen, ik heb geen idee hoe je zo’n ontwikkelproces efficient aan zou moeten pakken.
Hoe reguleer je de input die je krijgt en maak je hem weer bruikbaar voor andere lerenden. Dat lijkt me een behoorlijk intensief proces. En, hoe valideer je de input die je krijgt. Bij een wiki wordt als hij goed werkt ‘verkeerde’ info. aangepast door anderen. Hoe werk dat in een andere vorm dan een wiki om te voorkomen dat de productie/redactie kosten juist uit de hand gaan lopen?
Of wil ik het (leer)proces nu weer teveel in de hand houden en sturen ; )
Goed om over na te denken.
Groet, Sigrid
Hoi Sigrid,
Dank je wel voor je reactie! Goed punt je vraag/twijfels over de lagere productiekosten. Ik geloof hier echt in en zal proberen met voorbeelden dit toe te lichten.
Bij digiborden (maar dit geldt ook deels voor andere contentdragers/methodieken) heb je 3 verschillende niveaus van leerstof:
(1) Uitleg van bepaald principe (bv een getallenlijn 1-10);
(2) Oefening rondom bepaald principe (5 invuloefeningen van een getallenlijn);
(3) tools waarmee leerkrachten zelf een oefening met een getallenlijn kunnen maken.
Het ontwikkelen van leerstof rondom 1 en 2 kost ongelofelijk veel werk. Het is per uitleg, per som handwerk om de leerstof te maken. Het ontwikkelen van een getallenlijn tool betekent even een investering maar vervolgens kan de tool duizenden keren door een leerkracht worden gebruikt. Hij maakt zelf de content. De uitgeverij heeft het leer/maakproces gefaciliteerd. Dit laatste is voor een uitgeverij erg goedkoop en erg krachtig en fijn voor de leerkracht. Geeft hem controle over de voorbeelden en vrijheid t.a.v. zijn lesgeven.
In een bedrijfssituatie kan ik me voorstellen dat je een deel van de content maakt en vervolgens de lerenden extra voorbeelden etc. laat toevoegen die een verrijking vormen. Laat ze op die manier de transfer bevorderen. Door gerichte opdrachten en ondersteuning faciliteer je het leerproces en integreert leren en werken op een praktische manier. Je kunt zo waardevolle aanvullende content laten maken door werknemers. Misschien zelfs met voorbeelden/inzichten/tips waar je als ontwikkelteam niet op was gekomen. Op deze manier kun je minder initiële content zelf maken.
Natuurlijk speelt je punt van validatie wel een rol. Volgens mij zijn daar meerdere oplossingen mogelijk. Maar het is waar: als je lerenden laat meeontwikkelen dan loop je risico en hebt het geheel minder onder controle.
Wat mogelijke opties:
(1) Als je wilt moet je maar eens bij het genoemde Livemocha kijken. Daar hanteren ze een systeem waarmee je als lerende de bijdrages van anderen kunt waarderen en zelfs kunt reviewen als je wilt. Dit geeft (bij voldoende waarderingen) een goed beeld van de bruikbaarheid.
(2) Ook kun je met peer-reviews het review/redactiewerk deels in handen leggen van lerenden. Dit kan ook in meerdere gradaties. Bij MERLOT die ik noemde heb je zowel waarderingen en reviews van ‘peers’ maar daarnaast heb je ook reviews van de redactie. Ook concepten in Nederland zijn soms gebaseerd op kennis/waardering/sturing van peers (lerenden dus i.p.v. moderators). Een voorbeeld hiervan is het sterke VAL-concept. Dit Virtual Action Learning gaat uit van de inzet van peers bij het leren/redactiewerk. Zie ook http://www.virtualactionlearning.nl/val3/
Misschien moeten we hier binnenkort maar eens even ‘live’ over doorpraten 😉
Hartelijke groeten, Marcel
Hoi Sigrid,
Jeroen Krouwels heeft nog een aanvulling en praktijkvoorbeeld op zijn blog geplaatst: http://patconsult.wordpress.com/2010/03/21/moet-je-e-learning-nog-wel-uitbesteden/
Hartelijke groeten, Marcel
Hoi Marcel,
Ik denk zolang we toegeven dat niet iedereen gelijk is en het zelfde leren. Geven we ook toe dat er niet een manier is van leren.
En dus ook dat elke manier van leren wel kan aanslaan bij iemand.
ik denk ervaren = leren ongeacht hoe of wat.
Groet @win
Hoi Edwin,
Dank voor je reactie, fijn om je hier weer te treffen! 🙂
Je hebt denk ik gelijk dat het echt ervaren al leren ‘veroorzaakt’. Zelf iets maken zorgt voor ervaren en kun je niet passief doorlopen. En we weten allemaal dat het passief doorlopen van een webbased training module die bestaat uit tekst/plaatje-video/vraag/toets redelijke mogelijk is zonder al teveel bewuste actie.
En met het zelf laten produceren (aanvullen) zorg je ervoor dat de manier van leren eerder gevarieerd kan worden en goed kan aansluiten zoals jij aangeeft.
Hartelijke groeten, Marcel
[…] } Vorige week las ik met grote belangstelling het artikel “Wie maakt e-learning” van branchegenoot Marcel de Leeuwe. Hij stelde daarin het […]
[…] } Vorige week las ik met grote belangstelling het artikel “Wie maakt e-learning” van branchegenoot Marcel de Leeuwe. Hij stelde daarin het […]
Hoi Marcel,
Eigenlijk zou een bedrijf of instelling een persoonlijke opdracht moeten geven aan een werknemer, of leerling. En dan vooral de ruimte en de middelen geven. Het probleem is alleen dat niet iedereen om kan gaan met zelfstandigheid en niet iedereen pakt de ruimte om te leren.
Ik vindt daarom het idee van een cursus waarin mensen een opdracht krijgen om de cursus zelf af te maken een mooi systeem.
Maar niet overal toe pas baar.
Zo denk ik dus ook dat er geen totaaloplossing, systeem of concept is voor alle leerproblemen.
Om dan weer terug te komen op “Wie maakt e-learing”, uiteindelijk gaat het er om om de ervaring van de een over te bregen naar de andere. Een onderwijskundige heeft zelf dan de ervaring van het overbrengen, maar niet de ervaring van de content die overgebracht moet worden. Dit is weer meer de ervaring deskundige, of ook wel expert genoemd. In sommige gevallen is het natuurlijk een en de zelfde persoon. Wiskunde leeraar b.v. Maar bij beroep onderwijs ligt dit dus anders.
Daarnaast is het ook vaak zo dat in het bedrijfsleven de situatie veel veranderd en in het onderwijs een basis word gelegd voor het bedrijfsleven. Dit verklaart denk ik ook waarom de overgang van onderwijf naar bedrijf niet altijd goed kan verlopen.
“Wie maakt e-learning” de leerenden! 😉
Ha Edwin,
Je hebt helemaal gelijk als je stelt dat niet iedereen de ruimte pakt om te leren. Niet iedereen wil het, kan het en heeft de tijd om zelf content te ontwikkelen. Hoewel content misschien klinkt als iets omvangrijks. Ik denk dat je als lerende ook waarde kunt toevoegen door kleine delen content toe te voegen. Dat kan een korte wiki-bijdrage zijn maar ook een reactie in een forumdiscussie.
De mate waarin je de lerende content laat maken of bijdragen kan dus per organisatie, per project en per individu verschillend zijn. Ik weet wel dat als je mensen aanspreekt op hun kunde er dan veel energie kan loskomen. Voorbeeld: ik heb een keer bij Douane een leertaak geëvalueerd. Mensen waren best tevreden maar vonden de module niet heel erg inspirerend. Toen ik daar met ze aan het praten was en terwijl we uitkeken op alle containers in de haven, zei mijn gesprekspartner opeens: “ik wil graag laten zien hoe we hier intern zelf onze mensen opleiden op dit onderwerp”. Vervolgens liet hij me presentaties zien en ontzettend veel fotomateriaal. Met veel energie en enthousiasme stroomde de casuïstiek uit hem. Als we die kennis en energie aan kunnen spreken dan zou dat fantastisch zijn! Laat ze maar bij al gemaakt lesmateriaal aanvullende foto’s toevoegen die van henzelf zijn. Laat ze maar ervaringen over dat onderwerp delen!
De lerenden maken het. Eens. 🙂
Hartelijke groeten en bedankt voor je zinnige bijdrage!
Marcel
Vernoeming van deze post bij Malmbergsite Onderwijsvanmorgen.nl:
“Er wordt op het web volop gediscussieerd, over leermiddelen maken, over wikiwijs, over innovatieve leermiddelen en of dat nou allemaal moet, die ICT. Blader bijvoorbeeld eens door de digitale pagina’s van Leerbeleving van Marcel de Leeuwe (sowieso een aanrader) en lees daar de reacties op de vraag: ‘Wie maakt e-Learning?’.”
Zie http://www.onderwijsvanmorgen.nl/discussies-over-leermiddelen/
[…] de gebruikers. Ik geloof niet dat content alleen gemaakt wordt door ontwikkelaars, zie ook mijn eerdere blogpost. Wat vinden […]
Interessante discussie! Ik zie een paar herkenbare thema’s:
– Kunnen en willen leraren zelf een ELO inrichten?
– hoe specifiek richt je een ELO in?
– blijven boeken concurreren met digitale lesmateiralen?
– hoe leren jongeren?
In onze pliot’s Taalmasters hebbenmijn collega Wouter Baars en ik leuke ontdekkingen gedaan. Leraren die dicht op het leerproces zitten, weten dat ze ongeveer 20% van hun leerlingen goed bereiken met hun lesmethoden.De rest niet. De meeste lessen zijn ingericht op “kennis verwerving”, met een centrale rol voor de leraar. Ontdekken, participeren, oefenen in simulaties en kunst afkijken (zie: “liefde voor leren” van Manon Ruijters) komt nauwelijks aan bod, kan ook niet zo maar in klassikale lessen in de “busopstelling”. Daarvoor en voor differentiatie + individuele begeleiding is toepassing van ICT zeer handig. Ik heb in onze pilot’s en in andere gezien dat het werkt. Voorbeeld: leerlingen doen een diagnostische taaltoets, daaruit volgt een individueel compensatieprogramma, resultaten worden bijgehouden (Moodle!), leeropbrengsten komen in een taalportfolio, leraar en leerling bespreken het taalportfolio in de reguliere lessen. Ik weet dat leraren hun reguliere lessentabel aangepast hebben om zo te kunnen werken. Wij begeleiden nu 5 scholen die aan en met zo’n taal-ELO werken. Nodig: begeleiding bij de start, instructie van projectleider en projectgroep, uitwerking van een degelijk projectplan, training in computervaardigheden van docenten, een implementatieplan. Mogelijk: games inpassen. Leerlingen helpen graag mee. Bijkomend voordeel: uitvallende lessen kunnen praktisch en zinvol ingevuld worden. “Boeken”, reguliere lesmethoden gaan gewoon verdwijnen, ongeveer 20% van de leerlingen leert graag en goed uit een boek. De rest niet of veel minder.
Hoi Math,
Dank je wel voor je reactie. Leuk dat je met Wouter samenwerkt, daar heb je een goeie aan!
Je beschrijving van het taalproject klinkt erg goed doordacht en lijkt me een zinvolle aanpak. Graag zou ik wat meer zien van dit project. Is er ergens meer informatie over te vinden? Wordt het hele taalonderwijs in deze vorm aangepakt en welke leerlingen werken ermee (welke leerjaren, en werk je met alle leerlingen of heb je ook een controlegroep die niet deelneemt?).
Nogmaals dank voor je reactie en je hebt me nieuwsgierig gemaakt!
Hartelijke groeten, Marcel
Helpt het als studenten kennis hebben van didactiek?
Als afgestudeerd onderwijzer week ik 31 jaar geleden uit naar Barcelona alwaar ik tot vandaag de dag me heb toegelegd op het onderwijs van Engels.
De nodige interactie en het voordeel dat ik zelf exstudent ben van de materie, dus geen native die de basiskennis van Chomsky over grammatica niet kent, heeft er toe geleid dat al mijn studenten leerde hoe hun leerproces van een vreemde taal te analyseren.
Nu heb ik een eigen talenservice bedrijf met vele leerkrachten en studenten die op afstand werken en leren. Vooral per telefoon.
zie http://www.backuplines.com
Onze filosofie is dat een vreemde taal leren is als een SPORT leren spelen. Veel oefening en minder regels.
Wij zijn dan ook eerder tutoren dan docenten, otw. TRAINERS ipv. SCHEIDSRECHTERS.
Met de onderwijsrevolutie voor de deur en met alle digitale mogelijkheden zullen we een ander uitgangspunt moeten hanteren misschien de verantwoordelijkheid delen en ook de studenten helpen door inzicht te geven over hoe we leren. Dan kunnen zij zelf kiezen hoe ze wat hen wordt voorgeschoteld willen leren, op de meest interessante en effectieve wijze.
IPV vragen over het gebruik van digitaal leermaterialen, wat vroeger multimedia in de klas werd genoemd, zouden we ons moeten afvragen hoe het gebruik de activiteit en interactie van leerling en leerkracht beïnvloedt.
Wat voor maatschappijbeeld hoort daarbij en nog veel meer diepzinnige punten die ter discussie liggen en dus voor het oppakken door nog niet burntout onderwijspersoneel.
Misschien kunnen we praten over de motivatie voor beide partijen (leerders en exleerders) van de combinatie modern les materiaal, interactieve lesplanning en de voldoening voor de leergenerators (geen docenten) die hun monopolie kwijt zijn.
Misschien is het Montesori onderwijs toch niet geheel achterhaald…
Willem Koper 34 93 266 40 39
Hoi Willem,
Ja, volgens mij helpt het wel degelijk als lerenden kennis hebben van leren. Het leren-leren is binnen en buiten e-Learning al een hele tijd aan de gang, al krijgt het nog steeds niet voldoende aandacht.
Misschien kunnen we nog het ‘leren ontwikkelen’ introduceren of het leren arrangeren voor alle lerenden?
En Maria mag inderdaad nog wel eens langskomen 😉
Hartelijke groeten, hasta luego,
Marcel
Hierbij een leuk Voorbeeld.
Ik heb hier in Barcelona een stagiare uit Nederland die marktonderzoek vericht en jullie, wikiwijs, kennisnet, etc. voor me heeft gevonden. Wij zijn erkend leerbedrijf van het ECABO. Na schriftelijk contact met uitgeverij Noordhoff vinden ze het thema van “didactiek voor studenten” ook iets om over voor te denken en hebben het zelfs als een boekidee opgenomen.
Mark, zo heet hij, is door bij ons te leren/werken er nu achter hoe belangrijk correct taalgebruik is en ik heb hem daarom mijn oude (30jaar) boeken van de pedagogische academie over de didactiek van het taalonderwijs gegeven. Hij vindt het reuze interessant zo te leren. Zijn lievelingsboek heet “je weet niet wat je weet!”. Door zinsontleden en zinsbouw analyse ziet hij hoe hij zijn geschreven Nederlands voor zijn scriptie kan verbeteren. Een commentaar was dat hij in zijn 3 jaar studie van zijn leraren nooit gedetaillerde feedback (alleen cijferwaardering) had gekregen over zijn zinsbouw en zijn ogen er nu pas voor waren opengegaan.
Ligt de toekomst misschien in die richting? Verwacht het bedrijfsleven vaardigheden die niet worden onderwezen en dus niet geleerd?
Misschien heb je tijd om hierover je mening te geven…
Bij voorbaat dank
Willem Koper
Hoi Willem,
Dank je wel voor je concrete voorbeeld. Een goed voorbeeld hoe je met meta-activiteiten (leren over de taal die he gebruikt of leren over leren) snel verbetering kunt aanbrengen in het leerproces.
In de allereerste e-Learning projecten die ik deed speelde leren-leren een rol. Dit was al in 1997 het geval en later heb ik ook over geschreven (zie site die ik had maar die niet meer bestaat: http://web.archive.org/web/20040225204430/http://www.e-learningsite.com/howtole/learnto.htm ).
Misschien gaan we te snel uit van de vaardigheden zoals jij ze in je voorbeeld beschrijft of zoals ik ze bij het leren-leren in heb gezet. Mijn ervaring is dat het zelfs niet vanzelfsprekend is dat iemand met een aardige studeerervaring (zoals iemand die een hogeschool of universiteit heeft afgerond) ook automatisch weet hoe hij optimaal leert.
Het is zeker de moeite waard om daar extra aandacht aan te besteden, de tijd betaalt zich terug.
Hartelijke groeten,
Marcel