okt 22

Nieuwe World Business Class naar Johannesburg

In juli 2017 is KLM na een jarenlange voorbereiding gestart met een nieuwe World Business Class (WBC). De geheel vernieuwde service heeft verstrekkende gevolgen voor de manier waarop de stewards en stewardessen (Cabin Attendants/CA’s) hun werk uitvoeren. Het is meer een a la cart restaurant geworden waarbij de passagier centraal staat en op elk moment iets kan bestellen. Dit betekent voor je professionals in de lucht echt een ander werkproces, andere producten en diensten, andere verantwoordelijkheden én een andere manier van samenwerken met collega’s en passagiers.

In juli is deze vernieuwde WBC service voor het eerst ingevoerd op bestemming Johannesburg. De naam voor het concept is Anytime for You. Zie ook de KLM blog over dit nieuwe Anytime for You concept.

5 Moments of Need

Om de CA’s voor te bereiden op de nieuwe service hebben we (Wilma Baltes van KLM en ik) gekozen voor ontwerpen vanuit het idee van Performance Support. Hierbij krijgt iedere CA op de iPad een performance support app.

Performance support is niet nieuw. Gloria Gery heeft in 1991 uitgelegd wat zij onder ‘Electronic Performance Support Systems’ verstaat:

“An orchestrated set of services that provide on-demand access to integrated information, guidance, advice, assistance, training, and tools to enable high-level job performance with minimum support from other people.”

Zie ook Wikipedia over EPSS en Gloria Gery.

Bob Mosher en Conrad Gottfredson hebben al jaren een zeer bruikbaar model om mensen te ondersteunen bij het uitvoeren van taken op de werkplek. Dit model gaat uit van 5 momenten waarop professionals informatie nodig hebben en leren (vijf momenten van leerbehoefte). Zie hiervoor ook hun boek “Innovative Performance Support; Strategies and Practices for Learning in the Workflow”.

 

 

Het idee van Performance Support gaat ervan uit dat je met de minimale onderbreking mensen ondersteunt bij de uitvoering van hun taken. Iemand loopt in het werkproces ergens tegenaan en binnen een paar klikken (bij een elektronische ondersteuning) moet je verder worden geholpen. Als je meer wil weten dan kun je een niveau dieper gaan. Je gaat dan verder van de werktaak af en besteedt ook meer tijd. Dit zie je in onderstaande pyramide waarbij je bovenaan start. Dat is de werkpraktijk. De context is bij KLM de specifieke vlucht, de rol en de fase van de vlucht.

 

pyramide615

 

 

Ontwerp- en ontwikkelproces

Het ontwerpen van een goede performance support toepassing vraagt een hele andere benadering van het ontwerpproces. Zowel Wilma als ik zijn door Bob en Conrad getraind in het ontwerpen van een ‘5 moments of Need’ oplossing (zie de website van Apply Synergies voor het online certificeringsprogramma). Je moet denken vanuit het moment waarop de professional de taak uitvoert.

Bij KLM moesten we dus steeds denken hoe we de ervaring voor de passagier optimaal konden maken. Welke informatie en kennis had de CA nodig op welk moment om de taak zo goed mogelijk uit te voeren.

Wilma en ik hebben met inhoudsdeskundigen van KLM een aantal stappen doorlopen in drie fases voor twee rollen namelijk de CA die in de keuken werkt (Galley) en voor de CA die in de cabine werkt (Cabin):

1. Rapid Workflow Analysis

  • We hebben gedefineerd welke werkprocessen (vluchtfases in onze KLM werksituatie) we kunnen onderscheiden.
  • Elk werkproces bestaat weer uit een aantal taken. Ook deze taken hebben we in korte en krachtige zinnen beschreven.
  • Elke taak bestaat weer uit meerdere stappen. Dit is de kleinste eenheid.

proces_taak_stap

Vervolgens hebben we aanvullende relevante kennis verzameld die in de verdiepende laag van de piramide aan bod komen. Dit waren soms filmpjes, tips, links naar websites, productinformatie, handboeken, presentaties maar ook hele zelfstudiemodules.

2. Critical Task Analysis

Dit is misschien wel de belangrijkste stap. Als je een inhoudsdeskundige vraagt wat in een leeroplossing moet zitten dan is alles belangrijk. De vraag is niet wat belangrijk is maar welke taak kritisch is. Elke taak scoor je op een schaal. Bij een lage score is er weinig effect bij het falen van een taak, bij een hoge score heeft het grote consequenties (kost veel geld, klanten die weglopen, reputatieschade, gevaar voor persoonlijke veiligheid, etc.).

Per taak hebben we een score toebedeeld. De taken die kritisch zijn worden niet alleen in de Performance Support app opgenomen maar krijgen ook aandacht tijdens bijvoorbeeld een klassikale workshop en in een zelfstudiemodule. De items met een lage score vind je alleen terug in de performance support app.

3. Learning Experience & Performance Plan

In de laatste stap bepaal je op welke manier je welke leerinterventies combineert met performance support. Bij KLM hebben we gekozen voor 3 onderdelen:

 

Blend

 

Cabin attendants hebben zich aangemeld om met de nieuwe WBC vlucht mee te willen doen. Na aanmelding werden ze op de volgende manieren ondersteund bij het optimaal functioneren tijdens het uitvoeren van de nieuwe service:

  1. Een aantal weken voor de vlucht kreeg de CA toegang tot een leeromgeving met daarin kort en krachtig uitleg over het concept van de nieuwe World Business Class.
  2. Ongeveer een week voor de vlucht werd de CA uitgenodigd om op Schiphol een dag naar een workshop te komen. In de workshop werd de verdieping aangebracht en werd aan de hand van praktijkopdrachten vaardigheden ingeoefend. Daarbij werd ter ondersteuning de iPad app gebruikt (een voorbeeld hiervan is tijdens het ‘platen’ van de maaltijden waarin de maaltijd netjes op een bord worden opgebouwd).
  3. Tijdens de vlucht werd gebruik gemaakt van de performance support app op de eigen iPad van iedere CA. De app was tijdens de workshop al gebruikt. Deze app kon ook voor en na de vlucht worden gebruikt.

Hoe werkt de iPad app?

De cabine attendants werken in twee verschillende rollen. De fases van de vlucht zijn natuurlijk identiek voor beide rollen maar de taken verschillen per rol. In de app kun je beide rollen bekijken.

Je start de app met het kiezen van de vlucht. Zo kent de vlucht van Amsterdam naar Johannesburg andere processen, taken en stappen en zelfs andere gerechten dan de vlucht van Johannesburg naar Amsterdam. De juiste inhoud wordt dus getoond op basis van de vlucht.

Startscherm Amsterdam - Johannesburg

Startscherm Amsterdam – Johannesburg

 

Hier zie je de processen, rollen en taken

Hier zie je de processen, rollen en taken

 

Hier zien we de stappen in een taak en verdiepende bronnenHier zien we de stappen in een taak en verdiepende bronnen

 

Dieper niveau met video

Dieper niveau met video

Bijzonder aan de app is dat hij zowel zonder als met internetverbinding kan worden gebruikt. In de lucht heb je geen internetverbinding en dan kun je alle informatie bekijken die je nodig hebt voor het uitoefenen van je taak. Voorbeeld hiervan is informatie over omgaan met passagiers uit andere culturen, het bedienen van apparatuur of informatie over de nieuwe service. De onderdelen kunnen ook multimedia bevatten en alle inhoud staat op de iPad.

Als je wel een internetverbinding hebt dan kun je met name de content en activiteiten starten die verder van de taak afliggen (dus lager in de piramide). Voorbeeld hiervan zijn zelfstudiemodules. Die kun je niet in de lucht gebruiken want daar heb je de tijd en rust niet voor maar kun je gebruiken als je op een avond in je hotel zit of in de trein naar het vliegveld.

Niet alleen wordt de cabin attendant ondersteund met informatie over de taken: heel bijzonder is dat de app ook de taak zelf ondersteunt rondom maaltijden:

  1. De CA in de cabine kan met de app de bestelling opnemen per stoel. Tijdens het opnemen kan de passagier nog extra wensen kenbaar maken. De CA kan vertellen welke ingrediënten in elk gerecht zitten en welke allergenen.
  2. De CA in de cabine kan met een dynamische QR code de bestelling doorgeven aan de CA in de galley (keuken).
  3. De CA in de gallen kan vervolgens zien hoeveel van welke gerechten moeten worden klaargemaakt én deze CA kan zien op welke manier deze gerechten bereid en opgediend moeten worden.

De app hebben we op maat laten ontwikkelen door het bedrijf Digital Chefs. Op basis van onze specifieke wensen en behoeftes heeft deze club uit Amsterdam een prachtige app gerealiseerd die precies past in de werkpraktijk.

Hier vind je een beschrijving op de Digital Chefs site en hier een infographic gemaakt door Digital Chefs. En onderstaande video geeft je ook een indruk:

Werkt het?

De CA’s zijn heel erg enthousiast omdat ze op een hele praktische manier worden ondersteund tijdens het werk. Het woord gaat rond en zelfs op de interne social media omgevingen van KLM worden foto’s gedeeld waarop de app gebruikt wordt in de werkpraktijk.

Er komen nu nieuwe bestemmingen voor de nieuwe WBC en ook bij deze bestemmingen wordt de performance support app ingezet. KLM denkt er ook over om ook bij andere services deze beproefde methodiek in te gaan zetten.


Aanvulling:

Tijdens het Next Learning Event hebben Wilma Baltes en ik onze ervaringen gedeeld:

Tagged with:
nov 01

Na een avond waarbij alle deelnemers van Learning 2016 naar het Disney park EPCOT zijn gegaan starten we weer fris om 8.00 uur. Woensdag 26 oktober 2016, de laatste dag van Learning 2016. Het officiële programma start om 9.00 uur maar de Nederlandse delegatie had de kans om met Nick van Dam te praten over de toekomst van leren.

De Nederlandse CLO en e-Learning for Kids oprichter

4_damNick van Dam (zie ook LinkedIn) heeft een interessante carrière waarin hij op hoog niveau met leren bezig is. Nu al een tijdje als CLO bij McKinsey. Ook heeft Nick al vele boeken over leren en e-Learning geschreven (zie sectie publicaties op zijn LinkedIn pagina). McKinsey biedt ook aan organisaties allerlei services rondom leren aan. De focus van Nick ligt binnen de organisatie hoewel hij 25% van zijn tijd nog adviseert aan klanten. Daarnaast is Nick oprichter en voorzitter van de stichting e-Learning for kids. Ook jij kunt als e-Learning professional meehelpen.

Nick geeft aan dat het een spannende tijd is in ons vakgebied. Er is een groot aantal ontwikkelingen gaande maar de praktijk is soms wat weerbarstiger. Als we kijken naar ontwikkelingen als 70:20:10 dan lijkt het helder maar zo heeft het Centraal Planbureau onderzocht of mensen aangeven of ze op het werk leren. 38% van de werknemers geeft aan dat ze op het werk leren. Daar is nog veel te halen.

Binnen McKinsey wordt gewerkt met Learning Journeys waaraan iemand langere tijd deelneemt. Daarbij is het motto “High-Tech & High Touch”.

Belangrijke elementen uit onderzoek en elementen die je terugziet in deze benadering:

  • zelfs millennials binnen McKinsey willen graag fysieke bijeenkomsten
  • mensen samenbrengen wordt gezien als onderdeel van het DNA van de organisatie
  • de leerprogramma’s gaan bijna niet over kennis en vaardigheden maar vooral over het veranderen van de mindset
  • professionele ontwikkeling start met persoonlijke transformatie
  • doel: “help people to unlock their potential”
  • blended aanpak waarbij het edX platform als basis dient
  • veel ondersteuning op de werkplek met mobiel leren

Het aanpak van Nick heeft een 90/10 verdeling:

  • 10% van het leren is gepland leren. Dit is een grote variatie aan verschillende programma’s.
  • 90% van het leren is spontaan leren tijdens het werk. Hier horen vormen bij als sociaal leren, on-demand learning maar ook formelere vormen als ‘career learning’, wat je doet als een interne stap maakt.

4_nick

Mooie uitspraak van Nick die aansluit op het laten bloeien van mensen: “Nadat nieuwe managers een traject hadden doorlopen veranderde 60% binnen een jaar van baan en dat is fantastisch!”.

Behalve informatie op de website (bijvoorbeeld over Digital Disruption) biedt McKinsey ook een app aan met onderzoeksresultaten in vele verschillende domeinen. Zowel voor iOS en voor Android.

Learning 2016 ten einde

Na een aantal hele intensieve dagen is er een een formele afsluiting met alle 1623 deelnemers. Mensen als Nigel Paine delen nog de laatste inzichten en met een applaus voor het hele Masie team sluit Elliott om 11.45 uur de 26ste uitvoering van zijn Learning conferentie af. De volgende editie vindt plaats van 22 t/m 25 oktober 2017. Natuurlijk gaan we dan weer met een Nederlandse delegatie onder leiding van Alfred Remmits. Deze keer heb ik veel extra plezier beleefd een veel geleerd van de bijna 30 Nederlandse deelnemers. Ga jij volgend jaar ook mee?

Het hele Masie team

Het hele Masie team

Tagged with:
okt 26

Direct om 8.00 uur werd door het format ‘Learning Lab’ direct iedereen geactiveerd. Deze sessie ging over het toepassen van Design Thinking bij het ontwerpen van innovatieve leerervaringen.

Elke sessie heeft een specifiek format waar de Masie organisatie zeer goed op let. Zo kun je kiezen voor het format ’39 ideas’ waar je brainstormt over een thema. Het format ‘Learning Stories’ is delen van een innovatie en het format ‘Learning Lab’ geeft deelnemers veel tijd om actief mee te doen. Het is echt een workshop. Tijdens dit event kies je dus niet enkel een onderwerp maar je kiest ook de didactische werkvorm die je aanspreekt.

Design Thinking: (inter)actie!

Twee dames van Accenture namen ons mee in een aantal stappen in het Design Thinking proces. Ze starten met mededeling dat er natuurlijk verschillende methodieken zijn (o.a. IDEO, zie ook hun speciale Design Thinking for Educators).

Na een korte uitleg zijn we in groepen per tafel aan het werk gegaan. De hoofdvraag is hoe we Learning 2016 beter kunnen maken. De volgende 4 stappen hebben we gezet gedurende een uur:

  1. Interview met lerenden. Hier was één persoon de interviewer, één persoon de geïnterviewde en de anderen schreven opmerkingen op briefjes. Drie soorten briefjes: positief, negatief, kansen. In deze stap moesten we achterhalen wat de lerende wil.
  2. Oplossingen maken en clusteren. Alle geeltjes werden opgeplakt. Vervolgens bedacht iedereen individueel oplossingen om ‘de lerende’ te helpen. Deze oplossingen werden geclusterd door de groep.
  3. Schetsen prototype. Nadat de groep de beste oplossing had gekozen, werd er op papier een prototype geschetst. Dit hoefde niet mooi te zijn maar moest het concept uitlegbaar en tastbaar maken.
  4. Presenteren en feedback geven. Twee tafels kwamen samen en na een korte presentatie van het prototype gaf de groep suggesties om het prototype beter te maken.

3_design

Een goed opgezette workshop waarbij duidelijk werd dat met een werkwijze als deze in hele korte tijd een mooi resultaat bereikt kan worden. Het zet mij aan om nog vaker Design Thinking methodieken in te zetten.

Experience API

Al jaren is er aandacht voor Tin Can API of Experience API. Iemand van OPM HR solutions (zie hun blog), een orgaan van de Amerikaanse overheid, gaf een inkijkje hoe zij het gebruiken. En met name gaf hij uitleg over een database waarin alle data wordt opgeslagen, de zogenaamde Learning Record Store (LRS).

Paar opmerkingen:

  • Learning Record Store (LRS) is een apart systeem maar kan wel gekoppeld worden aan een leeromgeving. Het is belangrijk om dit los te zien want met de data wil je ook andere dingen doen.
  • data komt van vele verschillende bronnen: vanuit een leeromgeving, van buiten de leeromgeving, vanuit HR systemen, etc.
  • interessant om job performance te combineren met learning data.
  • beveiliging en privacy zijn vanaf het begin erg belangrijk geweest.
  • de informatie is van de organisatie maar de lerenden mogen een kopie meenemen.

Je kunt overigens een LRS uitproberen via de ADL site. ADL is ook de organisatie achter Scorm.

3_lrs

Voor mijn gevoel is niet het verzamelen van data een probleem maar eerder het eigenaarschap en het effect dat het heeft. Als lerende moet ik een zinvol dashboard tot mijn beschikking hebben die mij inzichten verschaft. Zolang dat er niet is kunnen we verzamelen wat we willen maar blijft de waarde voor de lerende redelijk beperkt.

340 dagen in de ruimte

3_scottEen topspreker was astronaut Scott Kelly. Dit jaar teruggekeerd na 340 dagen in de ruimte. Interessant gegeven. Scott heeft ook nog een tweelingbroer en ze hebben de twee broers vergeleken om te kijken welk fysiek of ander effect zo’n lang ruimtebezoek heeft op een mens. Dat bleek nu in ieder geval niet meetbaar.

Hij gaf een inkijkje in de manier waarop je leeft en leert in zo’n periode in de ruimte. Ze leren een heleboel vaardigheden want ze moeten verschillende rollen combineren; van wetenschapper, monteur, tandarts tot elektriciën. In zijn vrije tijd maakte hij foto’s, schreef wat of keek films als Star Wars of Gravity. Tegenwoordig kun je wel contact hebben met het thuisfront. Mail wordt direct bezorgd en zelfs bellen is geen probleem. Hij vertelde het verhaal dat zijn dochter van 22 jaar hem belde met een urgente boodschap: ze logeerde ergens en voelde zich alleen.

Ten slotte mocht George Takei nog wat vragen. Die vroeg of Scott ook naar Star Trek had gekeken vroeger en die bevestigde dit. Er ontstond een surrealistisch gesprek tussen de twee ‘ruimtereizigers’.

Een activist en Star Trek bemanning

George Takei kreeg op een later moment nog de tijd om uitgebreid zijn verhaal te vertellen (zie ook zijn Engelstalig wikipedia lemma). Een hele boeiende persoonlijkheid die in zijn leven heel wat strijd geleverd heeft. Behalve acteur is hij vooral ook activist. Eerst kwam hij op voor Japanse Amerikanen die na de aanval op Pearl Harbor in gevangenenkampen werden gestopt. Omdat ze er anders uitzagen. Daarna voor kwam hij na lange tijd op voor de emancipatie van homo’s. Tijdens zijn verhaal kon je een speld horen vallen. Storytelling op zijn best. Mooie afsluiter van een intensieve maar mooie en leerzame dag!

3_george

Tagged with:
okt 24

Zondagochtend met Elliott Masie

elliottElk jaar is het een feest om naar het event van Elliott Masie te gaan. Dit jaar zijn we met bijna 30 Nederlanders naar Orlando afgereisd om van zondag 23 oktober t/m woensdag 26 oktober bij Learning 2016 te zijn.De meeste arriveerden zaterdagavond in het congrescentrum, om 9.00 uur begon de eerste sessie. Elliott Masie schetste voor onze Nederlandse groep in een uur wat volgens hem de belangrijkste ontwikkelingen zijn in ons vakgebied.

Volgens Elliott Masie verandert leren wel maar natuurlijk niet zo snel als we altijd willen. Toch zijn dit spannende tijden die zaken overhoop gaan halen. Zijn belangrijkste conclusie is dat de lerenden ons (= afdeling opleidingen/opleidingscoördinatoren/HR) niet meer nodig hebben voor hun eigen ontwikkeling.

Belangrijke observaties van Masie:

  • Harvard heeft concurrentie van YouTube en TED. Natuurlijk speelt het merk nog een rol maar door de grote hoeveelheid content kun je als lerende veel uitproberen. De vraag is hoe belangrijk certificaten zijn en hoe zich dat gaat ontwikkelen (open badges etc.).
  • de houding van werknemers t.a.v. opleidingen verandert. Wwerknemers weigeren nu soms een aangeboden opleiding omdat ze het liever zelf uitzoeken en bepalen hoe ze leren of ze hebben dat in het verleden al gedaan.
  • lerenden zoeken niet een werkgever die ze betuttelt, ook niet in leren.
  • aanbevelingen zullen helpen om een gepersonaliseerde leerervaring op te doen. Daarbij zien we aanbevelingen vanuit de cloud én aanbevelingen van personen in ons netwerk.
  • leercontent is een commodity, leerervaringen bieden meer dan dat.

Masie geeft ook aan dat onze huidige leeromgevingen amper in staat zijn om een complexe set datapunten te verwerken. Soms is in ons systeem de naam ongeveer het enige datapunt. Bij elke zoekactie van ons combineert Amazon tienduizenden datapunten om ons de juiste suggesties te doen. Op basis van voorkeuren, ons koopgedrag, etc. Hoe praktisch zou het zijn als we dit ook binnen leren terugzien? Je krijgt dan als lerende niet alleen tips over de content die voor jou relevant is maar ook over andere aspecten. Als voorbeeld geeft Elliott aan dat hij zelf het erg prettig vindt om een artikel te lezen en daarna een artikel te kiezen met een totaal andere insteek. Ook het feit dat je daarvan houdt kan terugkomen in je profiel.

Van workflow learning naar een zwak einde van het begin

Na de sessie van Elliott namen Conrad Gottfredson en Bob Mosher van Apply Synergies ons mee in de wereld van workflow learning. Hierbij wordt op een systematische manier de kracht achter het 70:20:10 model ingezet binnen leren en werken. Voor mij geen nieuw verhaal maar zeker relevant voor eenieder.

l2016

Om 19.29 uur startte de generieke sessie voor alle deelnemers. Een wat matte sessie waarin mensen op het podium kwamen voor een gesprek, een pianist wat speelde en een voormalig Voices winnaar via een video de zaal toezong.

Blended aanpak in alles

bagOndanks het matige begin belooft ook deze 26e editie weer aantrekkelijk en gevarieerd te worden. Met een blended aanpak. Zowel een conferentie app als een papieren programmaboekje maar ook video-opnames en getekende weergave van de sessie. Een teamopdracht voor het uitvoeren van een Nescar pitstop en een individuele ervaring met de Hololens. Masie zoekt als een soort regisseur naar de optimale beleving. Deelnemers kiezen o.a. ook buttons die je dan vastmaakt aan je keycord of op je rugzakje. Een eenvoudige en leuke aanleiding om een gesprek aan te knopen met een andere deelnemer. Dit jaar was ook gedacht aan de Pokémon lerende. Toch erkenning 😉 Al Pokémon vangend gaan we op naar de eerste echte dag. Vanaf 6.00 uur kan iedereen terecht bij de yoga en andere frisse activiteiten. Maandag om 8.00 uur is de eerste inhoudelijke sessie. Belangrijk is dat deelnemers aan Learning zelf keuzes maken. Elliott gaf al aan dat we het enkel onszelf kunnen verwijten als je onvoldoende uit het event haalt. Mooi motto. Ik neem graag hierin een eigen verantwoordelijkheid!

Tagged with:
dec 30

Geen enkele e-Learning of HR professional die ik ken heeft een ongelimiteerd budget, resources en/of tijd. Je moet dus de belangrijke trends en ontwikkelingen onderscheiden van de hypes om van 2016 een succes te maken.

Creative Commons by Leo Reynolds.

Creative Commons by Leo Reynolds.

Welke e-Learning ontwikkelingen zijn de moeite waard en kunnen voor je organisatie nu echt het verschil maken? In deze blogpost benoem ik de 3 belangrijkste ontwikkelingen die ik zie.

De ontwikkelingen heb ik vooral bevestigd gekregen tijdens mijn bezoek aan de conferentie van Elliott Masie Learning 2015. Zie ook mijn blogposts over deze conferentie. De drie ontwikkelingen die in je plan voor 2016 horen zijn de onderstaande.

Graag hoor ik in de reacties wat jij al belangrijkste ontwikkeling ziet! Sluit dit aan bij mijn beeld of juist niet?

1. Focus op business/organisatie

Creative Commons by D. Kalogeropoylos

Creative Commons by D. Kalogeropoylos

Al jaren is met name in de VS een beweging merkbaar waarbij HR-professionals kritisch kijken naar de waarde die ze toevoegen aan hun organisatie. Niet het verzorgen of ontwikkelen van opleidingen of e-Learning modules staat centraal maar het beter ondersteunen van de professionals op de werkvloer. HR-professionals zorgen ervoor dat deze collega’s het werk zo goed mogelijk uitvoeren.

Dit zie je terug in de oplossingen en in de soort leerinterventies. Maar ook op de manier waarop de interventies worden beoordeeld. Bij een focus op opleiden wordt er bijvoorbeeld vaak op alleen de laagste twee niveaus geëvalueerd (zie Wikipedia over de vier niveaus van evalueren van Kirkpatrick). Bij een focus op de organisatie zie je dat de waarde wordt bepaald op niveau 3, 4 of zelfs 5 (zie niveau 5: ROI van Phillips op Wikipedia). Bij Learning 2015 was er een prachtig voorbeeld van TGI Fridays waarbij op de werkvloer werd gemeten wat het resultaat was van een mooi online leerproces rondom interactieve casuïstiek.

Een andere manier waarop de focus op de organisatie zich manifesteert is de aandacht voor performance support. Bob Mosher en Conrad Gottfredson bieden hierbij met o.a. hun boek een praktische invalshoek die bij mijn klanten meer houvast biedt dan het toch wat abstracte 70:20:10 model van Jennings. Tijdens Learning 2015 liet Molly Petroff zien hoe ze met performance support en een EPSS (zie de wikipedia uitleg over een Electronic Performance Support System) op een hele andere manier de vragen rondom opleiden beantwoordt binnen haar ziekenhuis. Echt een andere manier van denken. Geen simpel trucje of leuke e-Learning werkvorm maar echt een verandering van aanpak en een toevoeging van waarde!

Tip bij Focus op business/organisatie: inventariseer bij elk project wat de leerinterventie aan waarde voor de organisatie of klanten oplevert. Let hierbij niet enkel op financiële waarde! Is deze leerinterventie het beste antwoord op de vraag of zijn er betere/snellere/effectievere/goedkopere manieren om de organisatie te helpen?

2. Agile manier van leren en ontwikkelen

Creative Commons by gdsteam.

Creative Commons by gdsteam.

De snelheid waar we als maatschappij, als organisaties en als professionals ontwikkelen neemt steeds toe. Dit vraagt om andere trajecten dan die van 10 jaar geleden. Toen heb ik zelf ook gewerkt aan e-Learning projecten met een ontwikkeltijd van 8 maanden waarin iets werd uitgerold dat lange tijd accuraat was. Nu is de situatie veranderd. Kennis en vaardigheden worden continu aangepast, aangevuld en aangescherpt. Binnen e-Learning zie we dit door het steeds korter worden van de leerinterventies. Bij Learning 2015 werd Starbucks genoemd die heel veel instructievideo’s hebben gemaakt van 6 seconden waarin je leert hoe je melk moet schuimen etc. We maken een steeds krachtigere mix van werkvormen, Sal Kahn liet in Orlando zien wat Flipped Classroom kan betekenen. We kijken praktisch hoe we een optimaal rendement kunnen behalen. Door flexibel, praktisch en klein te denken.

Niet alleen de leerinterventies worden ‘beweeglijker’ maar ook de ontwerp- en ontwikkelprocessen. Methodieken zoals Scrum en SAM zorgen voor een effectiever en efficiënter ontwikkelproces. Hierdoor ontdekken we sneller wat past bij de vraag en  of onze oplossing ook echt werkt. Boeken zoals The Lean Startup van Eric Ries bieden vele e-Learning professionals houvast en inspiratie om agile hun processen in te richten.

Tip bij Agile manier van leren en ontwikkelen: kijk hoe leerinterventies zo kort mogelijk kunnen en door te combineren met vormen en resources op de werkplek flexibel ingezet kunnen worden. Test bij het ontwikkelen zo snel mogelijk bij je doelgroep of de oplossing zoals je die bedacht hebt ook echt werkt. Ontdek snel fouten in je assumpties en bouw vele iteraties in.

3. Eigenaarschap van leren bij professional

Creative Commons by flash.pro.

Creative Commons by flash.pro.

Doordat het leren steeds meer agile/beweeglijk is, kunnen we dit niet meer enkel centraal organiseren vanuit een HR- of opleidingsafdeling. De professional heeft nu meer mogelijkheden en meer verantwoordelijkheden om zelf zijn of haar leerproces te organiseren. Dit betekent niet dat de professional aan het lot wordt overgelaten. Binnen zelfgeorganiseerd leren of DIY-learning zorgen met scaffolding voor ondersteuning en structuur.

De gehypte MOOC’s zijn voor mij op zich niet erg waardevol maar geven net als initiatieven als de Khan Academy en Open Educational Resources vele mogelijkheden aan individuen om op eigen initiatief op elk gewenst moment, elke gewenste kennis op te doen. Gratis en toegankelijk. Technologie ondersteunt ons hierin en maakt veel mogelijk.

In Nederland zien we binnen organisaties steeds meer verzamelingen e-Learning content waarin werknemers zelf mogen kiezen. Aanbieders zoals de Hema academie (na 1 januari heet dit SkillsTown met mooie tagline Learn – Perform – Empower) en GoodHabitz bieden een mooie zelfservice leerportaal, prima geïntegreerd in de leeromgeving van organisaties. Omgevingen zoals StudyTube en ucourse bieden zowel content als tools om snel content te maken en te delen met collega’s. Steeds meer consumeren professionals niet alleen content maar delen hun content ook met collega’s. Zo verdiepen ze hun kennis en geven weer extra kleur aan het eigenaarschap. Dit en vorig jaar lieten professionals van de Rabobank zien dat dit concept erg goed werkt.

Tip bij Eigenaarschap van leren bij professional: denk niet teveel voor de lerenden maar geef ze zelf een verantwoordelijkheid. Laat ze minder consumeren maar betrek ze bij het leerproces. Ontwerp meer leerprocessen en leerbelevingen en minder content. Bied ondersteuning en creëer kansen en mogelijkheden.

 

Reactie vanuit twitter:

Saskia heeft hier gelijk in. Voor mij valt alle zaken rondom social learning in ontwikkeling 3. Maar dit soort processen ondersteunen ook ontwikkeling 2 (wordt steeds flexibeler en sneller) en ontwikkeling 1 (is vaak ook een bruikbare vorm van performance support.

Tagged with:
nov 03

Flipped classroom met Sal Khan

Sal Khan (zie Wikipedia)is een inspirerende spreker met een motiverend verhaal. Hij vertelt gemakkelijk en met humor.

Hoewel het verhaal van het ontstaan van de Khan Academy bekend is, is het een mooi verhaal en als je het Sal live hoort vertellen merk je pas zijn grote betrokkenheid. De start van de hele Flipped Classroom ontwikkeling had te maken met betrokkenheid en gedrevenheid om anderen (eerst zijn neefjes) verder te helpen.

Sal is heel klein begonnen, overigens heeft hij eerst ‘gewoon’ bijles gegeven en pas jaren later begon hij met het maken van videos. Ter voorbereiding op de contactmomenten vroeg hij de leerlingen die hij bijles gaf om de filmpjes te bekijken. De eerste video was 12 minuten, het bleek dat YouTube toen een limiet had van 10 minuten. De videos moesten dus kort en krachtig. Zijn eerste videos waren eenvoudig gemaakt, vanuit een kleine kamer met eenvoudige software en zonder goede videocamera.

Sal en Elliott in gesprek

Sal en Elliott in gesprek

Op YouTube bleken veel mensen te kijken en toen gaf hij zijn baan op. Een prachtige term om deze stap te verklaren gebruikte Sal: ‘Social ROI’. Het gaf hem heel veel voldoening om te merken dat hij waardevolle ervaringen creëerde. Na 9 maanden met slechts $200 donaties per maand kwam een dame met een $10.000 donatie en vervolgens nam Bill Gates contact met hem op. Khan was Bill Gates favoriete docent. Dat zorgde voor de mogelijkheid om een nieuwe stap te maken.

De kernonderdelen van Khan Academy:

  • Personalisatie (adaptief leren op jouw snelheid)
  • Spaced repetition (korte, herhalende leerinterventies)
  • Game mechanics (speelse elementen die motiveren)

Op dit moment verkent Khan of live contact tussen lerenden ingericht kan worden. Op die manier kun je synchroon uitleg of verduidelijking vragen als je vastloopt. Hij zit nog vol toekomstplannen om de Khan Academy steeds relevanter te maken. Hij wordt hierbij duidelijk gedreven door een wens om onderwijs voor meer mensen toegankelijk te maken. De kwaliteit van de oplossingen zit volgens Sal niet in perfectie maar in betrokkenheid en authenticiteit. Het succes van de video’s zit in de normale toon. Zijn uitleg was gebaseerd op gelijkwaardigheid. Mooi verhaal met mooie mogelijkheden.

Krijg weer controle over je data!

Jennifer Golbeck van Human-Computer Interaction Lab, University of Maryland maakte met een paar voorbeelden heel duidelijk wat de waarde van big data en privacy is.

Zelf schrok ze enorm toen ze haar Facebook account koppelde aan een service genaamd Lollipop. Hoewel ze een erg afgeschermd profiel had werd er heel veel informatie zichtbaar. Probeer het zelf en vrees!

lollipop530

Het blijkt dat de informatie over ons alles kan vertellen. Niet altijd is dit zichtbaar voor gebruikers. Door de omvang legt een dienst als Facebook relaties die je niet kunt bedenken. Het is niet 1 like die iets duidelijk maakt, het is de combinatie van likes waar misschien maanden tussenzit die een patroon laat zien. Zo kun je de IQ-score van iemand vaststellen door een patroon in likes te herkennen door data en likes van miljoenen andere gebruikers te vergelijken met het like-gedrag van een individu. Golbeck kwam met het voorbeeld van een vader van een tienermeisje dat voordeelcoupons ontving voor babyspullen. De conclusie had het bedrijf Target getrokken omdat het meisje ongeparfumeerde lotion, vitaminen en watten had gekocht. Het bedrijf wist eerder dat ze zwanger was dan de vader. Zie het hele verhaal.

Jennifer vertelt met overtuiging

Jennifer vertelt met overtuiging

Golbeck heeft gemengde gevoelens over big data. Ze voelt zich oncomfortabel over het feit dat ze niet eens weet welke data van haar is verzameld en ze wil expliciet weten hoe haar data gebruikt wordt. Goed om ook in Nederland kritisch na te denken over big (learning) data.

Op de TED site vind je nog een interview met Jennifer als je meer wil weten over haar.

In 2013 heeft ze een prikkelende TEDtalk verzorgd:

Performance en badges

Tijdens de lunch hadden we met de Nederlandse delegatie een sessie met Jeremy Smith van Herman Miller en hij ging diep in op de manier zij performance support hebben ingezet. In het begin ondersteunden ze enkel IT-applicaties met hun EPSS (zie Wikipedia) maar na een aantal jaren werd het EPSS deel van het ecosysteem en werden ook niet IT-processen ondersteund. Een voorbeeld is het CRM proces. Tijdens het gebruik van het CRM systeem had je een venster op de applicatie liggen met daarbij contextgevoelige ondersteuning. Bij een bepaalde stap in het proces kreeg je specifieke ondersteuning. Als laatste liet Jeremy nog performance support bij softskills zien. Mooie voorbeelden van performance support. Fijn dat een EPSS ook wordt ingezet bij niet IT-processen. Wel vond ik het geheel erg tekstgericht. Bij softskills had een visuele aanpak niet misstaan.

Voorbeeld van EPSS in procesondersteuning

Voorbeeld van EPSS in procesondersteuning

Peformance stond ook centraal in de sessie van Mark Wagner. Hij werkt bij een verzekeringsmaatschappij en ze hebben badges ingezet bij gedragsverandering. Met een externe partner hebben ze een badgingomgeving ingericht; Credly. Ze hadden verschillende soorten badges zoals voor deelname aan leertrajecten maar de opvallendste waren de badges die waren gekoppeld aan performance. Zogenaamde ‘Calibration coaches’ keken of de gestelde doelen bereikt waren en op deze manier werd leren en performance (‘de business’) aan elkaar gekoppeld.

Wat opvallende elementen en ervaringen van hun badge oplossing:

  • Na een PoP werd middels een assessment beoordeeld of je voldaan had aan de criteria.
  • Op intranet was het profiel met de badges zichtbaar.
  • Behalen van badges werd gevierd door de manager.
  • Nu zijn de badges nog voor intern gebruik, snel komen ze op LinkedIn.
  • Door de invoer van badges werd leren explicieter.
  • Mensen houden ervan om erkenning te krijgen in de vorm van badges voor wat ze hebben bereikt.
  • Ze hebben veel verschillende soorten badges met elk 4 levels (core, intermediate, advanced en expert).
  • Er waren geen andere incentives dan de badges. De badge was de incentive.

Muzikale afsluiting van de maandag

Maestro Roger Nierenberg sloot de maandag af. De titel van zijn boek is ‘Maestro: A Surprising Story About Leading by Listening‘ en hij liet door het spelen met een orkest zien wat de relatie was tussen muziek maken en een business leiden. Mooie verrassende werkvorm die veel enthousiaste reacties uitlokte. Het publiek werd steeds verleid om mee te doen en orkestleden en publiek vertelden steeds aan de ruim 2000 deelnemers wat het effect was van een bepaalde actie van hun dirigent. Aan het einde mocht iedereen (van de 2000 bezoekers) zelf kiezen waar hij ging staan. Mensen die er stonden gaven aan dat ze de muziek in hun hele lijf voelden. Beleven is anders dan enkel de muziek horen.

Indrukwekkende ervaring!

Indrukwekkende ervaring!

Tagged with:
nov 02

Sportieve start

De jetlag zorgde ervoor dat sommige Nederlandse deelnemers zondagmorgen al om 6.00 uur ’s morgens een rondje in de sportzaal en zwembad erop hadden zitten. Na een ontbijt was de eerste sessie om 8.00 uur. Alfred Remmits heet de grote groep welkom en Nick van Dam (CLO van McKinsey en oprichter e-Learing for kids) neemt het woord om uit te leggen waarom Learning 2015 anders is dan andere conferenties. Hij noemt o.a. de gevarieerde aanpak en de zorg waarmee het programma wordt samengesteld. Je beleeft Learning erg intensief als deelnemer. Dat is ook mijn ervaring.

Performance First

bobBob Mosher (van APPLY Synergies) begint op een enthousiaste toon zijn verhaal. Hij schetst een situatie die iedereen kent. Onze klanten/lerenden vragen vaak om oplossing die ze zelf al bedacht hebben: x dagen training of een e-Learning module. Laten we stoppen met het beantwoorden van de vraag op die manier. Training kan waardevol en bruikbaar zijn maar het is niet automatisch de beste oplossing voor alle situaties. Bob geeft aan dat het belangrijk is om te ontwerpen vanuit performance en niet vanuit de content alleen.

De tools en formats zijn niet het startpunt maar volgen op de kern van de vraag. Wij ontwerpers zullen kritischer moeten kijken naar onze rol en welke waarde we leveren. Dat kan alleen als we diep in de vraag kijken.

Belangrijk volgens Elliott Masie

Elliott heeft in 30 minuten de belangrijkste ontwikkelingen binnen ons vakgebied geschetst. Volgens Elliott willen onze lerenden van nu:

  • niet iets leren wat ze al weten;
  • uitdaging binnen leren;
  • zelf invloed uitoefenen;
  • geen student zijn maar “high performance being”.

Elliott geeft aan dat onze lerenden betere ontwerpers zijn dan wij. Als voorbeeld noemt hij dat hij in China een key-note verzorgde en er 7 minuten voor de start achterkwam dat de organisatie vergeten was om een vertaler te regelen. Een dame uit het publiek kwam met de suggestie om een Wechat kanaal te gebruiken waarbij het publiek van 1000 mensen samen het verhaal van Masie vertaalden.

Vervolgens vertelt Elliott nog meer verhalen, over het feit dat we mensen weinig toelaten om fouten te laten maken, zeker binnen e-Learning. Altijd hobbelt iemand succesvol door een e-Learning module. Er is weinig uitdaging binnen de meeste e-Learning oplossingen. Het is nodig om op een nieuwe manier naar leren te kijken. Een mogelijke oplossing ziet Masie in het betrekken/inschakelen van mensen buiten leren. Die dus geen opleidingskundige/onderwijskundige etc. zijn. Misschien moeten we Learning zien als een fase in een carrière en niet als een carrière. Met andere woorden: geen learning professionals meer maar professionals die zich (tijdelijk) met learning bezig houden.

masie620

Drie thema’s zijn op dit moment de moeite waard om aandacht aan te besteden:

  1. User experience. De ervaring en beleving van de lerende staat centraal. We moeten denken als een bedrijf zoals Apple. Technologie is dienend/volgend/faciliterend.
  2. Simulatie. We leren door te proberen. De mogelijkheden hiervoor moeten worden geboden. Zoals Elliott het zegt: “We have to fail our way to success”.
  3. Machine Learning. Hiermee doelt hij niet op big data maar op systemen die ons in het leerproces slim ondersteunen. Zoals Amazon of Netflix ons ondersteunen. Zo zou een app bijvoorbeeld performance support kunnen bieden.

iBeacon experiment

Bij de inschrijving kon je deelnemen aan een experiment met iBeacons. Een device dat signalen kan uitzenden dat je met een smartphone kun opvangen. Hierbij ontving je een kleine clip waar je profiel met tags (onderwerpen die je interessant vindt) bevat. Als je dichtbij mensen loopt dan knippert de lampjes als iemand dezelfde interesse heeft. Vervolgens kun je via de app zien wie dit is en wat er in het profiel staat. En je kunt direct contact opnemen. Elliott vroeg ons om het experiment mee uit te voeren. En zo samen te bepalen wat dit soort technologie kan betekenen voor leren.

ibeacons620

Met een aantal Nederlanders hebben we aan dit experiment meegedaan. Technisch ging er wat mis omdat je een paar keer opnieuw moest inloggen, dat was nogal omslachtig. Het nut lijkt beperkt, de lichtjes knipperden onophoudelijk (zodat je niet wist met wie je het beste contact kon opnemen). Ook werden mensen met dezelfde interesses die naast je zaten niet gevonden. Maar het is beter om hier snel achter te komen dan eerst te investeren. Het zet mij ook aan het denken hoe het dan wél zou kunnen werken en in welke context.

Dat is het aardige van Learning 2015: leren door verbindingen te leggen en te beleven en te experimenteren. Een mooi uitgangspunt dat veel mensen activeert!

Tagged with:
sep 15

Welke videocamera en welke andere zaken heb je nodig als je zelf voor e-Learning wil gaan filmen? In deze blogpost zet ik de keuzes die je kunt maken op een rijtje. Er zijn nogal wat verschillende mogelijkheden die allemaal voor- en nadelen hebben. Ik bespreek nu enkel de hardware en niet de software die gebruikt kan worden.

Wat kun je kopen en wat heb je in het begin nodig?

Met video kun je het zo gek maken als je wilt, de meest aparte accessoires van uiteenlopende materialen zijn voorhanden. Afhankelijk van de soort filmpjes die je wil maken, maar ook van de context waarin je filmt (in een studio, buiten, in een fabriek, in de operatiezaal, op kantoor) en afhankelijk van het leerdoel en de toepassing maak je keuzes. Als basis zou ik denken aan:

  • Goede videocamera
  • Één of meerdere types microfoon
  • Statief

Als noodzakelijke extra’s zou ik een extra batterij en extra geheugenkaartjes willen noemen. En een goede tas, koffer of rugzak om alles op een veilige manier te vervoeren.

Optioneel, afhankelijk van je wensen, kun je denken aan bijvoorbeeld extra licht (studiolampen), een schouderstatief, een slider, en een green screen.

Kiezen voor goed geluid

Lerenden die video bij een e-Learning product kijken beoordelen de kwaliteit…..op het geluid! Een fout bij de belichting, de cameravoering of de witbalans is te vergeven maar bij onverstaanbare audio of een ruis haken kijkers af. Geluid is het belangrijkste en we beginnen de keuze voor een camera dan ook bij de keuze van geluid.

Er zijn verschillende types microfoons. Een ander onderscheid is de aansluiting van de microfoon op de camera. Er zijn twee belangrijke aansluitingen:

  • Een XLR-aansluiting (zie Wikipedia). Dit is een aansluiting die je ook tegenkomt in bijvoorbeeld zangtelefoons.
  • Een 3,5 mm jack aansluiting  (zie Wikipedia). Dit is een aansluiting die je ook tegenkomt bij je smartphone of hoofdtelefoon.
Twee veelgebruikte audio-aansluitingen.

Twee veelgebruikte audio-aansluitingen.

De XLR-aansluiting geeft je de hoogste kwaliteit audio. Met dat type heb je minder storingen en bijna alle professionele microfoons hebben ook die XLR-aansluiting. Als je dus gaat voor goede video begin je met microfoons met XLR-aansluiting én dus een videocamera die ook deze aansluiting heeft. Daar zit het verschil tussen de videocamera waarmee je vakantiebeelden schiet en de prosumer camera waarmee je kwalitatief goed beeld en geluid opneemt.

Kies je voor kwalitatief geluid, dan kies je voor een XLR-aansluiting en kom je uit bij een duurder type videocamera dat ook zo’n aansluiting heeft. 

Bij een consumentencamera kun je vaak wel een externe microfoon met 3,5 mm aansluiting gebruiken. Voor elk type camera geldt dat de ingebouwde microfoon NOOIT voldoende kwaliteit oplevert. Ook bij een videocamera van € 5.000 levert de ingebouwde microfoon geen acceptabele kwaliteit. Let er op dat je in ieder geval een externe microfoon kunt aansluiten!

  • Consumentencamera.

    Consumentencamera.

    Een consumenten video-camera vind je onder de € 1.000. Veel camera’s hebben de 3,5 mm audio-aansluiting. Voorbeelden hiervan zijn de Sony HDR-PJ810E, de JVC GZ-EX515BEU of de Canon LEGRIA HF G25. Deze camera’s hebben een groot gebruikersgemak. Je kunt er direct mee filmen en alle instellingen worden automatisch zo goed mogelijk gezet. Meestal heb je wat minder mogelijkheden om handmatig in te stellen. De controle over de instellingen is beperkt, bij moeilijke omstandigheden zoals een donkere trainingsruimte kan dit slechtere resultaten opleveren.

  • Prosumer camera.

    Prosumer camera.

    Een prosumer video-camera (of semi-professionele camera) met de mogelijkheid om een XLR microfoon aan te sluiten vind je vanaf € 1.500 en gaan tot € 6.000 en meer. Om de kwaliteit dan nog naar een hoger niveau te brengen zijn weer veel hogere investeringen (en competenties) nodig. Voorbeelden van zo’n camera zijn de Sony FDR-AX1E, de JVC GY-LS300CHE of de Canon XF200. Deze camera’s kun je ook handmatig helemaal instellen zoals je dat wilt. Je hebt overigens ook een automatische stand voor een groot gemak.

Voorbeeld camera met verwisselbare lens.

Een speciale variant van de laatste categorie is de video-camera waarmee je losse lenzen kunt gebruiken. De eerder genoemde camera’s hebben allemaal een vaste zoomlens. Dit is handig en praktisch. Camera’s met losse lenzen geven een wat filmischer beeld met bijvoorbeeld een grote scherpte-diepte werking (stuk van beeld bijvoorbeeld de achtergrond is dan vaag/onscherp). Een voorbeeld hiervan is de Canon C100 Mark II. Dit zijn overigens vaak dezelfde lenzen die je ook met je spiegelreflex fotocamera gebruikt.

Welk type microfoon is nodig?

Voor elke situatie is er een bepaald type microfoon het best geschikt. Je neemt bijna altijd met twee microfoons tegelijk het geluid op. De drie relevantste microfoontypes bespreek ik hier. De genoemde voorbeelden zijn voorzien van XLR aansluitingen maar je kunt ook als je camera hier niet mee uit de voeten kan varianten vinden met een 3,5 mm aansluiting of met een verloopplug gaan werken.

  1. Richtmicrofoon op een boompole/hengel gemaakt.

    Richtmicrofoon op een boompole/hengel gemaakt.

    De richtmicrofoon. Deze microfoon klem je vaak in een speciale klem bovenop je camera. Hij kan het geluid van vooral de voorkant opnemen en kan ook nog heel wat meters overbruggen. Deze microfoon is geschikt als je een gesprek in een groep vastlegt waarbij veel verschillende mensen spreken. Ook bij het vastleggen van een training of college kun je deze microfoon gebruiken, hierbij mag de afstand niet te groot zijn. Een richtmicrofoon kan ook worden gebruikt op een boompole/hengel zodat je gericht tussen een paar gesprekspartners het geluid kan opnemen.

  2. Dasspeld microfoon

    Dasspeld microfoon

    De dasspeld microfoon. Hiermee klem je de microfoon op de kleding van de persoon die je filmt. Alleen de stem van die persoon wordt opgenomen. Het omgevingsgeluid is nauwelijks of niet hoorbaar. Deze microfoon is geschikt bij een interview met één of twee mensen of als iemand aan het woord is in een erg rumoerige omgeving zoals een congres. Vaak is het mooi als je het combineert met een andere microfoon omdat er geen omgevingsgeluid wordt opgenomen.

  3. Reporter microfoon

    Reporter microfoon

    De reporter microfoon. Dit is een microfoon die je in je hand houdt. Je ziet deze microfoon bijvoorbeeld bij interviews waarbij iemand een microfoon onder de neus geduwd krijgt. Je kunt meerdere personen bevragen op een snelle manier. Je kunt dit ook doen met een richtmicrofoon maar het geluid is bij de reporter microfoon wat beter en hij is handiger te hanteren. De microfoon pakt nog een beetje het omgevingsgeluid.

Microfoon met of zonder draad?

Draadloze dasspeld microfoon

Draadloze dasspeld microfoon

De meeste microfoons zijn met draad. Voordeel hiervan is dat de kans op storingen klein is, de kabel snel vervangen kan worden als ‘ie kapot is en microfoons met draad zijn veel beter te betalen. Voor een goede microfoon (van elk hierboven genoemde type) betaal je ongeveer € 200 – € 250. Als je een draadloze versie hebt van hetzelfde merk betaal je fors extra voor de zenders die je nodig hebt. Een voorbeeld van een dasspeld microfoon met zender is deze set van Sennheiser.

De kwaliteit hiervan is goed en ook de batterijen houden het erg lang uit. De ene zender maak je vast aan de broekriem, de andere ontvanger bevestig je aan je camera. Vervolgens sluit je dit weer aan met een XLR-aansluiting.

Een spiegelreflexcamera met videofunctionaliteit of een echte videocamera?

Spiegelreflexcamera met prima videomogelijkheden.

Spiegelreflexcamera met prima videomogelijkheden.

Veel mensen hebben al een hele goede spiegelreflex fotocamera, hier zit bij de types vanaf 2008 ook een videofunctie op. Het beeld (ook de video) van zo’n camera is heel erg goed. Je hebt prachtige scherpte-diepte verschillen en de kleuren etc. zijn ook vaak mooi. Het beeld is vaak mooier dan bij de gemiddelde videocamera. Met de verwisselbare lenzen kun je veel verschillende effecten hebben. Toch zitten er ook nadelen aan het filmen met een spiegelreflexcamera die het ingewikkelder maken voor jou als filmer. Het is moeilijker, minder gebruiksvriendelijk en omslachtiger om het goede resultaat te krijgen. De nadelen van filmen met een spiegelreflex camera:

  • Externe mic op spiegelreflex camera

    Externe mic op spiegelreflex camera

    Geluid
    De ingebouwde microfoon is nog slechter dan die van een videocamera. Niet bruikbaar. Bij een spiegelreflexcamera kun je geen XLR microfoon aansluiten. Een oplossing is de audio extern opnemen met bijvoorbeeld deze recorder. Dit is wel puzzelen bij de montage want dan moet je de audio synchroon krijgen met de video. Daarom klappen ze bij films met zo’n bord 😉  Een andere oplossing is het gebruiken van een externe microfoon die je met een 3,5 mm plug aansluit. Veel spiegelreflexcamera’s hebben hiervoor de mogelijkheid. Helaas is het vaak moeilijk om het geluid aan te passen. Bij een videocamera kun je bijvoorbeeld eenvoudig het volume aanpassen in de camera. Bij een fotocamera is dit zelden mogelijk. Ook kun je op een fotocamera niet visueel de geluidkwaliteit beoordelen. Bij een videocamera wel en zie je onder andere aan de meters of het geluid te hard is. Als het geluid te hard wordt opgenomen kun je dit ook niet meer corrigeren tijdens de montage.

  • Scherpstellen
    Bij het maken van een foto stel je scherp en je klikt. Bij het filmen van een beweging moet de camera heel vaak opnieuw scherp stellen. Dit is bij de meeste spiegelreflexcamera’s een traag, luidruchtig en niet al te handige bezigheid. Je ziet dit ook terug in het resultaat, in de film zie je dat de camera ‘zoekt’ om het object scherp te krijgen. Sommige camera’s zijn daar beter in dan andere, zo is deze Canon 70D voor een spiegelreflexcamera goed in het scherpstellen tijdens het filmen. Het blijft echter minder gebruiksvriendelijk dan bij een camera die gemaakt is om te filmen.
  • Opnametijd
    Spiegelreflexcamera’s hebben een ingebouwde limiet aan opnametijd. Bij de meeste camera’s is dit 29 minuten. Na 29 minuten vindt er een herstart plaats. Hierna kun je wederom een periode van 29 minuten opnemen. Dit is geen probleem als je alleen korte filmpjes maakt of de spiegelreflexcamera als tweede camera gebruikt maar als je bijvoorbeeld een hele les opneemt of een muziekconcert filmt dan kan het vervelend zijn.

Een ander voordeel van filmen met een spiegelreflexcamera is de vorm: je hebt een kleine camera die je gemakkelijk meeneemt. Deze camera’s zijn echter nooit zonder hulpstukken te gebruiken. Je neemt dus altijd een statief mee, een extra microfoon of opnamedevice, extra batterijen, etc. zodat je stiekem toch dit voordeel teniet doet.

Een statief geeft een goede basis

Driebenig statief met videokop.

Driebenig statief met videokop.

Een statief heb je als filmer heel hard nodig. Het meest gebruikte statief is een statief met 3 uitschuifbare poten. Pas op dat je het statief niet als sluitpost ziet en reken erop dat je tussen de € 300 en € 700 kwijt bent aan een goed statief. Met een slecht statief krijg je niet alleen slechtere beelden (schokkerig als je de camera bijvoorbeeld van links naar rechts beweegt) maar ook loop je de kans dat je kostbare camera valt.

Je kunt een statief kopen van een gangbaar materiaal zoals aluminium of van een licht en duurder materiaal zoals carbon. Dit heeft vooral met het gewicht te maken. Als je alleen in de klas filmt is het gewicht van je statief onbelangrijk maar als je veel op reis gaat dan kan het aantrekkelijk zijn om te kiezen voor een carbon statief. Je kiest dan ook een statief dat het kleinst is in ingeschoven toestand. Het draagvermogen van een statief geeft aan hoeveel gewicht je statief kan dragen. Een videocamera met eventueel aparte lenzen, een microfoon, etc. kan al vlug tussen de 1,5 en 4 kg wegen. Weeg even hoeveel je camera met alles erop en eraan weegt voordat je een statief koopt. Een bijzondere variant is het eenbeenstatief. Dat geeft weer andere mogelijkheden.

Een belangrijk deel van het statief is de kop. Dit is de bovenkant waar je de camera aan vastmaakt. Je schroeft een plaat vast aan je camera en vervolgens schuif of klik je de camera met die plaat vast in het statief. Soms zit bij de aanschaf van een statief al een kop erbij, soms moet je de kop er apart bijkopen. Er zijn twee veelvoorkomende uitvoeringen van een statiefkop:

  • Een balhoofd.

    Een balhoofd.

    Balhoofd

    Dit is een kop die veel wordt gebruikt voor fotografie. Het is een kleine statiefkop die door de bal met een hendel snel in alle richtingen is te bewegen. Voor fotografie is dit ideaal want je zet de camera snel vast en neemt de foto. Bij filmen laat je echter de camera niet altijd stil staan maar zult ook tijdens het filmen met de camera horizontaal of verticaal bewegen. Dit is met een balhoofd niet mogelijk omdat je dan alle kanten opgaat. Ook zijn balhoofden vaak wat kleiner en fragieler waardoor de soms zware videocamera moeilijk stabiel vast blijft zetten. Ze zijn meestal goed betaalbaar.

  • Videokop

    Videokop.

    Videokop.

    Een andere soort is de videokop. Deze kop is een stuk groter en heeft een lange en brede plaat die je aan de camera bevestigt en vervolgens in het statief schuift. Deze kop is speciaal gemaakt voor filmen. Dit is een zogenaamde fluid head. De beweging van links naar rechts of van boven naar beneden gaat heel geleidelijk en zonder schokken. De kwaliteit van een videokop zit hem vaak in de vloeiende beweging die je kunt maken. Hoe zwaarder en groter de kop, hoe vloeiender vaak de beweging. Een videokop kun je zowel verticaal als horizontaal vastzetten. Een waterpas zit er soms op zodat je daarmee je camera horizontaal kunt zetten.

Aanvullende tools

Je filmuitrusting kan groeien met je wensen, competenties en ervaring. Er is een groot aantal zaken te koop die specifieke resultaten mogelijk maken. Een kleine greep ter inspiratie:

  • Een green screen met statief.

    Een green screen met statief.

    Green screen
    Met een groen scherm kun je (net als de vroegere weermannen/vrouwen) een deel van het gefilmde beeld vervangen door iets anders. Dit kan een foto zijn, een animatie, een schermfilmpje, etc. Je filmt iemand voor het groene of blauwe scherm en in je montagesoftware vervang je alles wat groen is door iets anders. Je plakt er als het ware een achtergrond in. Het enige waar je op moet letten is dat je geen groene kleding aandoet. Een groen scherm kun je van stof of papier hebben, in rollen of in een gemakkelijk opvouwbare versie die je op locatie neerzet. Een green screen hang je op of zet je op speciale statieven.

  • Schouderstatief.

    Schouderstatief.

    Schouderstatief
    Een bijzonder statief voor zowel een spiegelreflex- als videocamera. Je klikt ook hier een plaat op je camera. Een schouderstatief stelt je in staat om redelijk stabiel te filmen vanuit de hand. Dit is erg prettig als je vaak de camera verplaatst, dit is met een gewoon statief tijdrovend omdat je dat statief steeds waterpas moet zetten en uit moet klappen. Het schouderstatief zorgt ervoor dat je de camera gedurende langere tijd stabiel kunt vasthouden zonder erg moe te worden. Om je te ontlasten is het mogelijk om een contragewicht aan je schouderkant te hangen. Het gewicht van de camera aan de voorkant wordt dan gecompenseerd.

  • Twee studiolampen.

    Twee studiolampen.

    Extra licht
    Soms is het licht als je binnen filmt niet voldoende en voegt je camera ruis toe om het geheel nog zichtbaar te maken. Hoe goedkoper de camera, hoe meer licht je vaak nodig hebt voor een goed beeld. Dan is het belangrijk om studiolampen erbij te plaatsen waardoor je een mooi uitgelicht geheel krijgt. Voor sommige toepassingen is het essentieel om extra te belichten. Bij bijvoorbeeld een green screen moet je extra belichten met twee of drie studiolampen anders krijg je geen egale kleur groen en wordt dat deel niet 100% transparant.

Wat heb ik zelf?

Het mooie aan nu videocamera’s etc. kopen is dat voor relatief klein budget een hoge kwaliteit apparatuur te krijgen is waarmee je fantastische resultaten kunt bereiken. Video is een manier om goede content op een snelle manier te maken.

Ikzelf werk heel graag met onderstaande apparatuur dus als je daarover nog specifieke vragen hebt dan kan ik ze waarschijnlijk beantwoorden.

Over al deze spullen ben ik uitermate tevreden. Ze maken niet de kwaliteit maar bepalen wel het gemak en het plezier.

Mocht je nog vragen of aanvullingen hebben: ze zijn van harte welkom in de reacties. Ik ben benieuwd naar jouw keuzes.

Tagged with:
sep 04

Aan Gamification kleven soms te rooskleurige verwachtingen. Als ontwerper en hoofddocent van het interne Rabobank leertraject ‘Innoveren in alles wat we doen’ had ik de kans om gamification toe te passen in een nieuwe uitvoering. Hierbij was sprake van een wereldwijde primeur: open source gamification platform mambo werd geïntegreerd met open source leeromgeving Moodle.

Nieuw element bij opleiding ‘Innoveren in alles wat we doen

BadgeInnovereninalleswatwedoenIn een eerdere blogpost beschreef ik het ontwerp en het leerproces van dit Rabobank leertraject over innovatie. Als ontwerper en hoofddocent wil ik ook innoveren bij elke nieuwe uitvoering. Tijdens het voorbereiden van deze uitvoering kwam ik in contact met Maarten Molenaar (zie LinkedIn profiel). Maarten was tot vorige maand ‘Lead Gamification & Service Design’ binnen de Rabobank en zocht een project om een nieuw gamification platform uit te testen. Dit leertraject bood een mooi kans. Ik merkte al direct dat de optimistische maar ook kritische invalshoek van Maarten paste bij de kritische blik die ik heb op gamification (zie uitleg over gamification op Wikipedia). Volgens mij werkt gamification niet als de methodiek als ’trucje’ ingezet wordt om saaie processen op te leuken en mensen enkel extrinsiek te prikkelen en te motiveren. Voor mijn gevoel ligt er wel een kans bij een goed ontwerp met gevoel voor de doelgroep en (leer)doelen.

Didactisch ontwerp op hoofdlijnen

Zoals gezegd heb ik eerder uitgebreid beschreven hoe we dit leertraject ontworpen hebben. Voor nu is het volgende belangrijk:

  • Deelnemers hebben een diverse achtergrond en werkveld binnen de Rabobank (IT, HR, etc.).
  • Iedere deelnemer brengt een eigen idee in en werkt dit idee gedurende het hele traject uit. Uiteindelijk wordt een pitch verzorgd.
  • Leerproces is blend van online/offline/F2F, individueel leren/samen werken, synchrone en asynchrone activiteiten, digitale en papieren bronnen, etc.
  • Deelnemers bepalen zelf op welke manier ze leren, de opdrachten en deliverables staan wel vast. Producten die deelnemers bijvoorbeeld opleveren zijn een ingevuld Business Model Canvas, een pitch, een MVP (soort prototype, zie Wikipedia). Deze resultaten worden ook gedeeld en hierbij is peer-feedback een vast onderdeel van het leerproces.
  • Deelnemers zijn niet enkel lerenden maar ze delen allemaal ook hun kennis over een zelf te kiezen innovatie-onderwerp door een presentatie, webinar, coachingsessie etc.

Op hoofdlijnen ziet het ontwerp er zo uit:

innoveren

Er zijn 4 bijeenkomsten geweest:

  • een dagdeel een kick-off met kennismaking en eerste activiteiten;
  • een dagdeel pitches waarin deelnemers hun innovatie presenteren aan een jury;
  • twee 24-uurssessies waarin deelnemers intensief leren aan de hand van concrete opdrachten.

Gebruikte systemen

Als online leeromgeving gebruikten we een redelijk standaard ingerichte Moodle-omgeving. Hierin werd heel intensief gewerkt, ook op de momenten dat we fysiek bij elkaar waren. En we organiseerden webinars waarbij Adobe Connect gebruikt werd. Tussen deze systemen was geen koppeling aanwezig.

Voor de gamificationfunctionaliteit hebben we gebruik gemaakt van het open source gamification platform Mambo. Dit systeem werd via API’s versmolten met de leeromgeving. De functionaliteiten van Mambo werden via widgets beschikbaar gesteld binnen Moodle. Gebruikers hebben niet in het Mambo systeem gewerkt. Communicatie tussen Moodle en Mambo was onzichtbaar. Vanuit Moodle werd bijvoorbeeld in Mambo geregistreerd als iemand een opdracht had afgerond en vanuit Mambo werden dan extra punten toegekend of veranderde iemands positie in de ranking. In Mambo stonden de game regels en de monitoring, in Moodle stonden de activiteiten van de lerenden en data.

moodle_mambo

Gamification Design proces bepaalt het succes

Het ontwerp moet niet starten bij de technische en functionele mogelijkheden van de systemen. Natuurlijk hebben we in een vroeg stadium virtueel overlegd over dit experiment. Arnout Vree van Avetica zorgde voor de technische en functionele integratie in de door Avetica gehoste omgeving, de directeur van Mambo heeft alles uitgelegd aan ons en het platform beschikbaar gesteld, Maarten Molenaar van de Rabobank heeft ons meegenomen in het ontwerpproces en heeft met Arnout samen allerlei zaken in Mambo geregeld. Als ontwerper en hoofddocent heb ik meegedacht in het hele proces en ik heb de hele Moodle omgeving ingericht.

We hebben als team de onderstaande 6 stappen van Werbach gevolgd om tot een goed resultaat te komen:

stappen

Gamification Design model van Kevin Werbach

Bij de eerste stap waren de doelstellingen o.a.:

  • Gebruikers betrekken bij het leerproces (ook buiten de F2F momenten om).
  • Interactie tussen deelnemers in de Moodle omgeving stimuleren.
  • Technische en functionele mogelijkheden van het Mambo platform toetsen.

Bij de tweede stap bepaalden we het gewenste gedrag van de innovator in een werksituatie. Dit werd direct vertaald naar gewenst gedrag in het leertraject.

De derde stap bestond uit motivatie onderzoek. Wat drijft en stimuleert de deelnemer aan de opleiding? Hiervoor hebben we gekeken naar evaluaties en ervaringen van eerdere uitvoeringen van dit leertraject en bij deze stap hebben we met een aantal Rabobank mensen flink gebrainstormd. Ook hebben we gekeken wat het leren stoort en belemmert binnen dit traject.

In de vierde stap hebben we hele lange lijsten gemaakt met alle leeractiviteiten. De activiteiten waren zo klein mogelijk gedefinieerd en op dit niveau konden de activiteiten gescoord worden. De leeractiviteiten werden zowel in Mambo als in Moodle verwerkt.

Bij de vijfde stap selecteerden we de game elementen. Hier heb je het over zaken als de punten, levels, achievements, badges en leaderboards en de relatie met de leeractiviteiten uit stap 4.

Bij stap zes hebben we het geheel geïmplementeerd. We hebben de activiteiten opgevoerd in Moodle, de technische koppeling gerealiseerd tussen Mambo en Moodle, grafische elementen ontworpen en uitleg verzorgd aan deelnemers.

Hoe zag het er uit in Moodle?

In Moodle zag je als gebruiker de specifieke onderdelen die uit Mambo kwamen:

De hoofdpagina in Moodle

De hoofdpagina in Moodle

  1. Gebruikers konden de gamification profielpagina bekeken (HTML pagina in Moodle) met daarin een overzicht met alle achievements. Dit waren dan alle levels, missies en zaken die je bereikt had. Dit geeft een goed overzicht van de voortgang.
  2. points

    Je ziet welke opdrachten je kunt maken en hoeveel punten je daarvoor krijgt.

    Bij het (HTML) blok werd je huidige level getoond. Als je met je muis erover heen bewoog kon je doorklikken naar de zaken die je al hebt gehaald of die je nog moest doen. Dit is dan weer de profielpagina van 1. Als je wilt weten hoe je punten kunt halen zie je dit venster verschijnen –>

  3. In de Innovation Leaders zag je wie op dat moment de meeste punten hadden verdiend. Achter de profielfoto, naam en de behaalde punten zie je ook nog een ronde foto van een innovator staan. Bij elk level hoorde een andere wereldberoemde innovator.

Gamification werkt voor de deelnemers! Maar….

Het belangrijkste resultaat voor ons was het merkbare effect bij deelnemers. Sommigen gaven aan dat ze extra gemotiveerd waren door de gamification elementen. Anderen waren zichtbaar bezig met de punten en opdrachten. Het werkte. Wel is het verschil en effect niet wereldschokkend. Je kunt met de gamificationprocessen niemand betrokken krijgen die helemaal niet betrokken is. Wel kun je mensen extra prikkelen. Naast alle activerende werkvormen is dit een extra didactisch gereedschap dat je als docent kunt gebruiken.

Een ander belangrijk voordeel zag ik in het overzicht van het leerproces voor de lerenden. Moodle wordt naar mijn mening al snel een warboel met ontzettend veel leeractiviteiten en  bronnen. Door de Mambo overzichten was het precies duidelijk welke activiteiten al afgerond waren en wat er nog moest gebeuren om weer een stap verder te komen.

Belangrijk voor mij als ontwerper en hoofddocent is de aandacht die je aan gamification moet besteden. Tijdens het ontwerpproces moet je erg goed nadenken over de situatie en motivatie van de deelnemers en de businessdoelen die je met het leertraject wilt bereiken. Dit is een belangrijk voordeel. In het leertraject heb ik vervolgens vaak aandacht besteed aan de gamification processen. Zo liet ik tijdens de 24-uurssessie zien wie er bovenaan stond en wat ze konden doen om dit te veranderen. Hierdoor werd het 1 geheel en werkte het echt als prikkeling.

Ik ben heel blij met het proces en het resultaat. Arnout van Avetica heeft prima alles technisch werkend gemaakt, Maarten zorgde voor de juiste ontwerpbeslissingen en het platform (Moodle+Mambo) werkte voor mij als docent en voor de deelnemers foutloos.

Zou gamification ook voor jou of jouw lerenden kunnen werken? Reacties zijn van harte welkom!

Wil je nog meer weten?

Op maandag 31 augustus hebben we voor Ned-Moove een webinar verzorgd over dit leertraject. Je kunt de opname hier terugkijken:

Tagged with:
jul 02

Elk jaar kijk ik enorm uit naar het Learning event van Elliott Masie in Orlando. Een zeer inspirende conferentie rondom e-Learning. Nu kijk ik er nog meer naar uit dan voorgaande jaren want we gaan met een Nederlandse delegatie. Ga jij mee?

Waarom moet je er bij zijn?

Omdat het een uniek event is in de wereld met vele verschillende manieren om in ons vak te duiken. Altijd afwisselend en intensief (zie mijn verslagen van Learning 2014). Ik voel het als een onderdompeling van zondag t/m woensdag. Dit jaar vindt Learning 2015 plaats van 1 november t/m 4 november. Deze keer wordt het nog waardevoller omdat we met een Nederlandse groep samen reizen. Het leerrendement wordt daarmee nog hoger door de uitwisseling van ervaringen met Nederlandse collega’s maar ook door extra sessies buiten het programma.

Ik vroeg Elliott Masie waarom je bij Learning 2015 moet zijn:

Learning Trip

logo_orlandoAlfred Remmits, Janine van Zoest en ik organiseren een geheel verzorgde reis naar Orlando. Niet alleen regelen we alles van tickets tot vervoer maar bovenal hebben we experts als Bob Mosher bereid gevonden om speciaal voor de Nederlandse groep buiten het programma om extra expertsessies te houden.

Via onze site Learningtrip.nl vind je extra informatie zoals het programma, de prijs en ervaringen van deelnemers van vorig jaar. Investeer in jezelf, dompel je onder en leer met ons! Als je nog vragen hebt dan hoor ik die graag. Als je je wilt inschrijven dan kan dat nog via de site. We hebben al een grote en mooie groep collega’s maar er is nog plek.

LT

Tagged with:
preload preload preload