Op Twitter werd door Kaj Rietberg (zie Twitterpagina en website) de onderstaande vraag gesteld. Meteen bleek de beperking van Twitter. Zo’n complexe vraag in berichten van 140 karakters beantwoorden bleek schier onmogelijk. Toch ontstond er een aardige discussie met o.a. Dirk Paul (Zie Twitterpagina en blog) en Mark (zie Twitterpagina en website) waarbij Dirk Paul schreef: “Kun je me uitleggen hoe een ELO dan aansluit bij jouw onderwijsvisie? Mag ook een blog-entry worden hoor. ;-)”
Wat is een ELO?
Jaren geleden waren er boekjes te koop waarin haarfijn werd uitgelegd wat nou het verschil was tussen een Elektronische LeerOmgeving (ELO) en een Learning Management System (LMS). Ik vond en vind dat een raar onderscheid want eenzelfde omgeving (bijvoorbeeld LearningSpace) werd in het onderwijs een ELO genoemd en in het bedrijfsleven een LMS. Laten we het geen semantische discussie maken.
Voor mij is een ELO: “een digitale omgeving (geheel van software, devices, services, content) waarmee het leerproces gefaciliteerd wordt”.
Hierbij ga ik uit van een rijke omgeving die zowel formeel als informeel leren ondersteunt en die best kan bestaan uit meerdere technische systemen. Bij de selectie van een leeromgeving ga ik uit van de benodigde functionaliteiten. Het kan dat een klant geholpen kan worden met 1 systeem of dat het een aaneengeschakelde set van systemen of services is.
ELO 8 jaar geleden en nu?
Vijf jaar geleden had je vaak 1 systeem (bijvoorbeeld Blackboard, N@tschool, SABA) en daarin vonden alle e-Learning activiteiten plaats. Nu zie je dat er al vaak applicaties zijn die bepaalde functionaliteiten bieden. Er kan binnen een organisatie al een applicatie zijn die forumdiscussies mogelijk maakt of een applicatie die portfoliofunctionaliteit aanbiedt. Het gaat er nu om dat deze services goed gekoppeld worden zodat er 1 logische omgeving ontstaat. Veel medewerkers gebruiken nu privé allerlei applicaties om te communiceren en dingen te delen. Soms worden dezelfde omgevingen (zoals Flickr, Twitter, blogs, …) gebruikt om expliciet leerprocessen te ondersteunen.
Waarom een ELO?
Kaj vroeg zich ook af of je wel een ELO nodig had. Ik heb genoeg organisaties begeleid die wel aan e-Learning deden maar die geen officieel ELO hadden. Gemaakte content werd gedeeld via het intranet, gecommuniceerd werd er via de mail en via een forum en bestanden stonden op het netwerk. Kan prima, je hebt dus geen ELO nodig als je wilt e-leren.
Voor mijn gevoel is een systeem nooit het startpunt. Maar het kan heel goed zijn en soms kun je niet zonder. Zeker als je het formele leren wil faciliteren en monitoren is een leeromgeving erg handig.
Visie op leren/onderwijs is belangrijk
Bij het ontwerp en inrichten van je leerbeleving is het met een ELO hetzelfde als met alle andere didactische werkvormen, leermiddelen en materialen: je begint met nadenken over leren. Op welke manier leert je populatie, wat vinden ze belangrijk, wat raakt hen, op welk moment en plaats leren ze, etc. Vanuit die visie zoek je de puzzelstukjes bij elkaar. Let hierbij op dat technologie vaak niet neutraal is. Een ELO die ik erg waardeer is Moodle. Maar Moodle is ontwikkelend om vooral sociaal constructivistische leeractiviteiten mogelijk te maken. Als je je eigen leerprocessen ontwerpt aan de hand van een cognitivistisch of behavioristische leertheorie dan heb je een probleem. De omgeving botst dan met je visie op leren. Ik heb wel eens een school begeleid die hier pas na 1 jaar achterkwam.
Conclusie
Nee, een ELO is niet nodig. In bepaalde situaties is het wel zeer ondersteunend. Je moet bij de keuze of je een ELO wil inzetten direct afvragen wat de onderwijskundige, financiële, organisatorische of motivationele meerwaarde is. Als die er niet is moet je het niet doen. Leren is niet het inzetten van een systeem of content. Leren is beleven. Een leeromgeving kan hier behulpzaam bij zijn maar is niet voorwaardelijk.
Mooi verhaal!
Maar….
Op een gegeven moment schrijf je:
“Ik heb genoeg organisaties begeleid die wel aan e-Learning deden maar die geen officieel ELO hadden. Gemaakte content werd gedeeld via het intranet, gecommuniceerd werd er via de mail en via een forum en bestanden stonden op het netwerk. Kan prima, je hebt dus geen ELO nodig als je wilt e-leren.”
Volgens je eigen definitie:
een digitale omgeving (geheel van software, devices, services, content) waarmee het leerproces gefaciliteerd wordt…
is hun intranet en hun netwerk in dat geval dan toch hun ELO?
Ja, Willem,
Dat is scherp! Je hebt gelijk. Ja, volgens mijn eigen definitie zou dit wel een elektronische leeromgeving zijn. En niet als je de wat nauwere definitie aanhoudt waarbij met ELO een autonoom systeem bedoeld wordt.
Wat ik graag wil is dat de discussie wat afdrijft van de technische insteek en dat we niet meer zo gefocust zijn op hoe we het noemen (dit geeft namelijk ook erg veel ruis binnen een organisatie en in de discussie met de leveranciers). Mijn pleidooi is om te kijken naar de functionaliteiten die je nodig hebt. Daar praat je over. Of iemand dat nu een ELO, LMS, portal, ECMS, intranet of School2.0 noemt. of die functionaliteit nu met 1, 6 of 13 systemen ingericht wordt.
Als het intranet een rijke leerervaring oplevert mag het best een ELO genoemd worden. 😉
Hartelijke groeten, Marcel
Je heb hier voor mij een hele goede “mediapedagogische” vraagstuk om over na te denken.
Als eerste wil ik eens een stapje terug gaan. Wanneer of wat is een leeromgeving? Welke factoren zijn er aanwezig bij een leeromgeving? Hoe verhouden deze zich tot elkaar? Hoe vertaalt zich dit allemaal terug naar een digitale virtuele omgeving?
Ook de vraag en visie over leren is dan inderdaad belangrijk. Vroeger (en tegenwoordig nog steeds heel veel) is een ELO niets meer dan een gesloten digitale archiefkast waar artikelen en boeken in PDF-formaat in worden opgeslagen. Echter is een archiefkast voor mij geen definitie van een leeromgeving. Leren is daarvoor veel te complex en te rijk voor. Leren moet dan inderdaad gaan om een beleving… een ervaring als ik de theorie van John Dewey er op mag inhaken. Een leerling raakt vooral in een positieve spiraal van ontwikkeling door positieve ervaringen, niet enkel het opdoen van kennis. Is kennis het enige wat de lerende moet opdoen in een elektronische leeromgeving? Naar mijn idee niet. Kennis is zeker wel nodig voor de ontwikkeling, maar is niet het enige ingrediënt.
Toch richten scholen hun ict en infrastructuur in op vooral kennis. Al het andere wordt met technische middelen buiten de muren gehouden. Het internet is voor het onderwijs (en vooral het middelbare) een kennisbron. Een elektronische archiefkast vol met informatie voor je werkstuk. Het sociale web zoals wij dat kennen wordt daarom niet omarmt door het onderwijs. Dat gaat immers om het verbinden van mensen en vaak is dat in het individualistische traditioneel onderwijs niet aan de orde. (dat is juist vaak spieken en meeliften). Vandaar nu die hele discussies over Hyves en YouTube. Het sluit niet aan bij de beleving en ervaringen van de jeugd met de virtuele wereld. Neem je echter de ervaring, de beleving en het aanleren van ook vaardigheden en attitudes ten orde, hoe verhoud het web zich daar dan nu mee?
Voor mij speelt interactie een grote rol bij een elektronische omgeving, dat is voor mij zeker. Zoals een kind ook interactie heeft met zijn omgeving en de dingen en mensen die daar in aanwezig zijn. Het moet niet gaan om enkel het faciliteren van documenten in een omgeving, zodat er altijd bij kan komen. Daarbij moet de virtuele omgeving een verlenging zijn van de fysieke omgeving. Deze twee moeten elkaar niet uitsluiten, maar elkaar aanvullen. Elke omgeving heeft zijn eigen sterke en zwakke punten. Dat betekent dat leren in enkel de school of thuis, de fysieke gesloten omgeving niet meer aan de orde is. Leren kan dan plaats- en tijdsonafhankelijk worden gemaakt. Maar hoe gaan wij hier dan mee om in het onderwijs? Het ontwricht bestaande ideeën en modellen over onderwijs.
Marcel,
Waar jijzelf vraagt naar de definitie van een ELO en in een antwoord aan die (scherpzinnige) Willem aangeeft dat je in de discussie wat afstand van de techniek wilt nemen, komt Jeroen terecht met de opmerking dat het dan zou moeten gaan over leeromgeving(en) (en pas op een later tijdstip over de techniek die daarvoor noodzakelijk is of dat goed kan ondersteunen).
Ik sluit me helemaal aan bij de gedachte dat leren een beleving/ervaren is die aan moet sluiten bij de deelnemer en dat aspect dus eerst komt.
Mijn insteek, en dat komt ook in je eigen verhaal naar voren, is dat onderwijs organisaties toch (steeds weer) een systeem als uitgangspunt nemen. Wat vaak niet het gewenste resultaat heeft omdat dit soort (systeem) keuzes (nog steeds) gemaakt worden door mensen die dat systeem niet in hun onderwijs moeten gebruiken.
In mijn laatste blogbijdrage schrijf ik hier ook over en juich daarin niet alleen om bovenstaande reden de democratisering waarover Wilfred hier schreef toe, maar ook omdat het ruimte biedt aan de splitsing van de leeromgeving in het deel dat de leerorganisatie nodig heeft (voor organisatie, verantwoording) en het deel dat de deelnemer gebruikt en verder ontwikkelt in zijn/haar leven-lang-leren-proces.
Om in mediawijze termen te spreken (zie ook de titel van mijn blog) ons eigen mediawijs gedrag en onze bijdrage aan de ontwikkeling daarvan van onze deelnemers hoort ook in deze discussies meegenomen te worden. Ik zou de discussie over leeromgeving dus nog breder willen trekken. Ook over het portfolio is discussie nodig. De mening die Karin hierover in een reactie weergeeft sluit helaas maar zelden aan bij de praktijk.
@ Jeroen,
Dank je voor de moeite om zo’n uitgebreide reactie te schrijven! Je schrijft “en ELO niets meer dan een gesloten digitale archiefkast waar artikelen en boeken in PDF-formaat in worden opgeslagen.” Dat is (als ik kijk naar de omgevingen die ik in scholen tegenkom) vaak jammer genoeg wel het geval. Het idee dat we leren als we maar informatie delen is veelal aanwezig. Kennis is zoals jij mooi verwoordt, niet het enige ingrediënt voor leren. En als je een leeromgeving alleen gebruikt als archiefkast gebruik je het wel erg beperkt.
Ik vraag me trouwens af of de beperkte kennis van de techniek en de manier waarop communicatie online werkt de rijkere inzet van een ELO tegenhoudt. Volgens mij moet het juist mogelijk zijn om docenten, trainers en leerkrachten aan te spreken op de hoge eisen die ze stellen aan het leerproces en de grote kennis die ze hierover hebben. Juist vanuit de fysieke les weet iedere docent dat het niet voldoende is om content alleen maar op tafel te gooien. Het gaat om de interactie (met andere lerenden, stage-adressen, experts), het gaat over het activeren van lerenden, het gaat om de beleving. Laat alsjeblieft dit doorklinken in een elektronische leeromgeving. Spreek je eigen kritische blik aan en stel ook hoge onderwijskundige eisen aan je ELO.
Ban de PDF/PPT/DOC leeromgevingen!
Hartelijke groeten, Marcel
@ Johannes,
Dank je voor het leggen van de verbanden tussen de verschillende posts op je eigen blog en die van Wilfred. Je snijdt een ertra punt aan waarbij de vraag speelt of de leeromgeving van de lerende is of van de instelling.
Misschien is ook hier een wisselwerking geschikt. Als we kijken naar andere dingen die het leerproces faciliteren zien we dat deze soms door de instelling geregeld worden (klaslokalen, sommige boeken, bibliotheek) en soms door de lerenden (schrijfspullen, rugzakken, sportkleding, etc.).
Zou het niet zo kunnen met elektronische middelen? Dat er hele duidelijke afspraken worden gemaakt en dat de school zorgt voor een goede integratie. Vroeger weet ik nog dat ik gymkleren mocht uitzoeken (en dat was erg belangrijk als je 15 bent) maar dat ik me wel moest houden aan de richtlijnen van school rondom deze kleding (geen schoenen met zwarte zolen, geen hempjes, etc.). Waarom zou dit niet kunnen met zaken zoals portfolio, bestandsuitwisseling, communicatie etc.?
Hartelijke groeten, Marcel
[…] bleek Marcel echter mijn mening over ELO’s in grote lijnen te delen. In één van de commentaren wordt dan wel geroepen dat BSCW, een omgeving die wij hier met […]
Leuk artikel, Tja ELO zal het ondersteunend genoeg zijn? Wellicht is een combinatie om een ELO systeem in te zetten in een leeromgeving waarbij ook daadwerkelijk bedrijfsactiviteiten worden gesimuleerd wel veel mooier. Binnen een aantal ROC’s in Nederland is hiermee geexperimenteerd en ik weet dat dit zeer succesvol is gebleken. Er werden binnen het simulatiebedrijf verschillende elektronische leersystemen gebruikt maar ook daadwerkelijk vanuit een bedrijfsmatige omgeving. Dit werkt dus zowel praktisch en theoretisch ondersteunend.
Groet,
Robert-Jan
Beste Robert-Jan,
Dank voor je reactie!
Mooi voorbeeld van de gesimuleerde bedrijfsactiviteiten in een ELO. Ik denk dat dit een prima voorbeeld is van buiten de kaders denken. Een leeromgeving kan zoveel meer zijn dan een verzamelplek van passieve content. Een simulatie zoals jij die noemt kan ook heel goed gebruik maken van een ELO.
Is over jouw voorbeeld ook gepubliceerd? Kan ik ergens meer informatie erover vinden?
Hartelijke groeten,
Marcel