Wat schrijft u in 2010? Of wat schrijven uw kinderen? Hoewel (K)Cramer zojuist is vrijgepleit is maar weer eens duidelijk geworden dat de zaken die we schrijven ons nog lang kunnen achtervolgen. Alle zieleroerselen, ideeën en kreten van frustratie die we op onze blogs. Hyves of via Twitter-berichten delen met anderen kunnen over x jaar onszelf in de staart bijten.
Big Brother?
Steeds frequenter en vanzelfsprekender delen we veel informatie met elkaar. Het gaat bijna automatisch. Zijn we ons wel bewust van de mogelijke negatieve gevolgen? Dat was de minister wellicht niet. Dit geldt voor informele digitale uitingen. Vorig jaar kwam een topman van een PR-bureau nog zwaar in de problemen vanwege een Twitter-bericht. Zie een bericht hierover op de Bright site. Via Google history zie je precies wat je wanneer gezocht hebt. Zelfs berichten die je op oude, niet meer bestaande sites hebt gehad, kun je terugzien via de Wayback Machine van Archive.org.
Mediawijsheid
Voor kinderen geldt natuurlijk dat ze voorzichtig moeten zijn. Het is belangrijk om ze mediawijs te maken en daar zijn verschillende manieren voor, o.a. het SLO heeft prima lesmateriaal gemaakt. Ook een initiatief als de online educatieve game MonsterMedia biedt een goed startpunt voor een bewust gebruik van nieuwe media.
Laten we niet te bang worden maar een beetje voorzichtigheid is niet verkeerd. Ben benieuwd wat de nieuwe browser van Google doet met al onze gegevens! De eerdere Tegenlicht-uitzending over Google (Google-achter het scherm) maakt me wel wat kritisch en achterdochtig.
Zijn we ons bewust genoeg of is dit een niet bestaand probleem?
Ik denk dat het een nog niet bestaand probleem is. Waar wij ons op dit moment nog onvoldoende van bewust zijn. Maar waar wij in de toekomst wel steeds meer mee te maken zullen gaan krijgen en wel degelijk rekening mee moeten houden. Dit zal in de toekomst natuurlijk wel een groter probleem gaan worden.
Want hoewel het op dit moment wel eens voorkomt dat iemand aangesproken word op iets wat hij of zij online plaatst. Zoals b.v. Steve Rubel die op Twitter melde dat “zijn gratis proefabonnement op een computertijdschrift na ontvangst, meteen de prullenbak in ging” (bron). Komt het natuurlijk nog relatief weinig voor.
Zelf vraag ik me ook wel eens af of ik sommige zaken beter niet kan twitteren en over sommige dingen maar beter niet kan bloggen of maar beter geen reactie kan geven op een bericht. Af en toe is dit ook de reden om niet te twitteren, bloggen of reageren. En ik heb soms het idee dat ik me met mijn reacties en berichten op een randje begeef en er soms zelfs overheen ga.
En hoewel ik mezelf dit soort vragen wel eens afvraag en er ook wel rekening mee hou, denk ik dat ik toch heel egr makkelijk mijn mening online zet. Hoe deze over 10 jaar gebruikt gaat worden, zou ik nu nog niet durven zeggen.
Want in 10 jaar kan er heel wat veranderen. Ik weet zeker dat ik over 10 jaar heel anders tegen verschillende zaken zal aankijken dan dat ik nu doe. Waarschijnlijk zit ik over 10 jaar ook niet te wachten om aangesproken te worden op uitspraken die ik nu heb gedaan (of nog ga doen).
En dan heb ik het nog niet eens over het probleem dat berichten in de online wereld (en vooral de vluchtige berichten zoals op twitter bestaande uit 160 karakters met tinyurls naar pagina’s die over 10 jaar misschien niet eens meer bestaan) heel makkelijk uit zijn context getrokken kunnen worden.
Voorlopig ben ik er zelf nog niet echt bang voor. Ik heb het idee dat ik wel voorzichtig genoeg ben met mijn online activiteiten en wat ik wel en niet online zet. Daarnaast ben ik er altijd nog zelf bij om als ik er op aangesproken wordt en denk ik dat ik wel duidelijk kan maken wat ik gezegd heb, waarom en waarom ik er nu niet meer of nog net zo over denk.
Maar dat betekend natuurlijk niet dat je online gedrag m.b.t. het plaatsen van meningen en opmerkingen online niet thuis horen binnen de lessen mediawijsheid. Zelf ben ik van mening dat dit een heel belangrijk onderdeel van mediawijsheid zou moeten zijn.
Hoi Jeroen,
Dank je voor je uitgebreide en eerlijke reactie. Het voorbeeld van de Twitter-fout had ik inderdaad ook nog vermeld (met een link naar Bright), de weinige keren dat het expliciet in het nieuws kwam.
Het blijkt dat steeds meer werkgevers Googelen naar een sollicitant en zelfs met verkeerde informatie terugkomen (zie ook dit bericht: http://www.hortinews.com/news.php?id=9374 ), hier staat ook dat 27% voor of na een eerste zakelijke kennismaking gaat zoeken naar informatie over de persoon.
Ik vind het net als jij ook wel eens moeilijk wat je wel en niet kunt zeggen. Bij blogberichten denk ik er wel beter over na dan bij Twitter-berichten.
Al mijn reacties geef ik met mijn hele naam dus als je zoekt op mijn (niet veel voorkomende naam) dan kom je veel tegen, ook reviews van films die ik zag in de bioscoop van 1996.
Als ik echt anoniem wil zijn dan gebruik ik HotSpot Shield van AnchorFree –> http://www.anchorfree.com/downloads/hotspot-shield/ Het mooie hiervan is dat je een US-IP adres krijgt. Dus dan kun je een hoop extra info aan en sites als Pandora gebruiken.
Laten we niet te bang zijn en gewoon trots op de eigen mening, die doordenken we in ieder geval goed genoeg. En zolang we niet in de politiek gaan kunnen we onze reacties en publicaties wel goed verantwoorden en hoeven we waarschijnlijk over 10 jaar ook niet om zaken heen te draaien! 😉
Hartelijke groeten, Marcel